ECLI:NL:GHARN:2011:BP3602

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003155-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling voor diefstal van benzine

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1967 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor misdrijven, waaronder diefstal. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van acht weken, maar het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal van een auto, omdat niet overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had weggenomen. Echter, het hof achtte wel bewezen dat de verdachte op 15 november 2008 in de gemeente [gemeente] een hoeveelheid benzine had weggenomen, toebehorende aan tankstation [bedrijf]. Dit feit werd gekwalificeerd als diefstal. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Gezien de eerdere strafbare feiten van de verdachte en de landelijke oriëntatiepunten voor diefstallen, heeft het hof besloten om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken op te leggen, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Het hof heeft de uitspraak als volgt geformuleerd: de verdachte wordt vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit, maar wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voor de diefstal van benzine.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003155-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-600730-09
Arrest van 8 februari 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit andere hoofde gedetineerd in PI Zuid West - De Dordtse Poorten te Dordrecht,
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. R.D. Meerman, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft gezien de schriftelijke verklaring van verdachte dat hij afstand doet van het recht om ter zitting van het hof te worden gehoord.
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf van acht weken, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 13 november 2008 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (voorzien van het kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 15 november 2008 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [bedrijf] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 november 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk een hoeveelheid benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [bedrijf] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen aan [adres], had getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Vrijspraak
Het hof acht niet overtuigend bewezen hetgeen onder 1 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
2. primair
hij op 15 november 2008 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine toebehorende aan tankstation [bedrijf];
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van benzine. Door het plegen van dit feit heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 november 2010 blijkt dat verdachte met regelmaat strafbare feiten pleegde, waaronder ook feiten soortgelijk aan het thans bewezen verklaarde misdrijf. Aan de verdachte eerder opgelegde straffen hebben hem er niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Uit de bovenstaande feiten en omstandigheden volgt - mede gelet op de landelijk geldende oriëntatiepunten ter zake van diefstallen - dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken passend en geboden is. Het hof zal voorts bepalen dat de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht daarop in mindering wordt gebracht.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 2 primair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. M. Zandbergen en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Kuiper als griffier, zijnde mr. M. Zandbergen buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.