ECLI:NL:GHARN:2011:BP3995

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
17 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
P10/0314
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar en de rol van de reclassering in het resocialisatietraject

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Arnhem van 24 september 2010, waarbij de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar werd verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, maar met aanvulling van gronden. De betrokkene, geboren in 1959 en verblijvende in een kliniek, had eerder transmuraal verlof genoten, maar dit was ingetrokken. De kliniek en de betrokkene verkeerden in een patstelling, waarbij de betrokkene weigerde mee te werken aan verdere behandeling. Het hof heeft overwogen dat het van belang is om deze patstelling te doorbreken en heeft gesuggereerd dat de reclassering als 'neutrale derde' betrokken kan worden bij de behandeling, ondanks dat dit niet gebruikelijk is in deze fase. Het hof heeft besloten dat het opmaken van een maatregelrapport te vroeg is, gezien de huidige situatie waarin de betrokkene nog geen enkel verlof geniet. De rechtbank had op juiste gronden geoordeeld en de beslissing om de terbeschikkingstelling te verlengen werd met overname van die gronden bevestigd. De zaak benadrukt de noodzaak van samenwerking tussen de kliniek en de reclassering om de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde te bevorderen.

Uitspraak

TBS P10/0314
Beslissing d.d. 17 januari 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[Betrokkene],
geboren te [plaats] op [datum] 1959,
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Arnhem van 24 september 2010, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken van het dossier, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep (abusievelijk gedateerd 24 september 2009);
- de akte van hoger beroep van de terbeschikkinggestelde d.d. 24 september 2010;
- de aanvullende informatie van de [verblijfplaats] van 17 december 2010 met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 1 juli 2007 tot 1 december 2010.
Het hof heeft ter terechtzitting van 3 januari 2011 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr N.P.C.C. Langenberg, advocaat te Breda, en de advocaat-generaal, mr J.W. Rijkers.
Overwegingen:
Het standpunt van het openbaar ministerie
Primair wordt verzocht de behandeling te schorsen voor het opmaken van een maatregelrapport door de reclassering om uit de ontstane patstelling te komen. Subsidiair kan de TBS-maatregel met een termijn van één jaar worden verlengd.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Het primaire standpunt komt overeen met het verzoek van de advocaat-generaal de behandeling te schorsen voor het opmaken van een maatregelrapport door de reclassering met het oog op een eventuele voorwaardelijke beeindiging. Subsidiair refereert de verdediging zich aan het oordeel van het hof. De terbeschikkinggestelde heeft te kennen gegeven mee te willen werken met de reclassering.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd, met aanvulling van de volgende grond.
Het hof heeft overwogen de behandeling te schorsen voor het opmaken van een maatregelrapport omtrent de voorwaarden voor een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Gezien echter de huidige situatie dat de terbeschikkinggestelde nog geen enkel verlof geniet, acht het hof het opmaken van een maatregelrapport in dit stadium te vroeg. Hieraan ligt mede ten grondslag de patstelling die in de behandeling is ontstaan tussen de kliniek en de terbeschikkinggestelde. De kliniek is bereid een zeer geleidelijk resocialisatietraject in te gaan maar de terbeschikkinggestelde weigert aan iedere verdere behandeling mee te werken omdat in zijn ogen het eerdere transmurale verlof ten onrechte is ingetrokken en de kliniek haar beloftes en afspraken niet nakomt. Het hof acht het van belang dat de ontstane patstelling wordt doorbroken. In dat licht, en tegen de achtergrond van het feit dat eerder al sprake is geweest van een transmuraal verlof, valt wellicht door de kliniek de mogelijkheid te onderzoeken om, hoewel niet gebruikelijk in deze fase van de behandeling, de reclassering als “neutrale derde” bij de behandeling te betrekken en zo het perspectief voor de terbeschikkinggestelde op de ook door de kliniek beoogde resocialisatie te vergroten.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Bevestigt met aanvulling van gronden zoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Arnhem van 24 september 2010 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [betrokkene].
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr J.M.J. Denie en mr. T.M.L. Wolters als raadsheren,
en drs. R. Poll en prof. dr. B.C.M. Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr R. Salet als griffier,
en op 17 januari 2011 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.