ECLI:NL:GHARN:2011:BP5758
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- E. van der Herberg
- Y.A.J.M. van Kuijck
- J.M.J. Denie
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling en afwijzing van verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van verpleging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 februari 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1976 te Rotterdam. De rechtbank Rotterdam had eerder op 2 maart 2010 de TBS-maatregel met een jaar verlengd en op 12 oktober 2010 de vordering tot verlenging van de verpleging toegewezen. De terbeschikkinggestelde verzocht om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, maar het hof oordeelde dat dit te vroeg was. Het hof baseerde zijn oordeel op de informatie van de kliniek, waaruit bleek dat de terbeschikkinggestelde nog langdurige begeleiding nodig had en dat het delictgevaar niet voldoende was verminderd om een voorwaardelijke beëindiging te rechtvaardigen. Het hof bevestigde de noodzaak van een resocialisatietraject door middel van proefverlof, dat op 1 maart 2011 zou aanvangen.
De terbeschikkinggestelde had een complexe ontwikkelings-, persoonlijkheids- en gedragsproblematiek, met een hoog angstniveau en een diepgaand patroon van sociale beperkingen. De kliniek adviseerde om de TBS-maatregel met een jaar te verlengen, omdat bij voortijdige beëindiging de kans op destabilisatie zou toenemen. Het hof oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste. Het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging werd afgewezen, en de beslissingen van de rechtbank werden vernietigd. Het hof verlengde de terbeschikkingstelling met een jaar, waarbij de raden niet in staat waren deze beslissing mede te ondertekenen.