ECLI:NL:GHARN:2011:BP7424
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in carjacking-zaak te Enschede door gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo. De verdachte was beschuldigd van carjacking, gepleegd op 27 januari 2010 in Enschede. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken omdat niet buiten redelijke twijfel wettig en overtuigend was bewezen dat hij het tenlastegelegde feit had gepleegd. De rechtbank had eerder de verdachte veroordeeld, maar het hof kwam tot een andere bewijsbeslissing.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verklaringen van de medeverdachten en getuigen tegenstrijdig waren en niet voldoende steun boden voor de betrokkenheid van de verdachte. De verklaringen van de medeverdachte waren wisselend en werden niet bevestigd door andere getuigen. Bovendien ontbrak er technisch bewijs dat de verdachte kon impliceren in de carjacking. De aangeefster had verklaard dat zij met geweld was bedreigd, maar er was geen bewijs dat de verdachte of zijn medeverdachten daadwerkelijk betrokken waren bij het geweld.
Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 2.097,85 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het ten laste gelegde handelen. De beslissing van het hof was gebaseerd op een zorgvuldige afweging van het bewijs en de verklaringen van de betrokkenen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging van carjacking.