Parketnummer: 24-001824-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-069341-10 en 07-075590-10
Arrest van 4 april 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 16 juli 2010 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 07-069341-10 en 07-075590-10 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 6 april 2010 te [plaats], toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar te weten [verbalisant 1], brigadier van politie Flevoland, verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en), had aangehouden en had vastgegrepen, althans vast had, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen eerstgenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn of haar bediening, heeft verzet door (zich) (los) te rukken en/of (los) te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtenaar verdachte trachtte te geleiden en/of te slaan/stompen in de richting van het gezicht van die [verbalisant 1] en/of (vervolgens) te slaan (met een fles) in de richting van die [verbalisant 1];
2.
hij op of omstreeks 6 april 2010 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een (politie) helmsnoer en/of (politie) motor (kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie Flevoland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 6 april 2010 te [plaats] opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1], brigadier van politie Flevoland, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, [verbalisant 1] in diens/dier tegenwoordigheid (op een afstand van ongeveer 30 centimeter) in zijn gezicht heeft geboerd, althans feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 14 april 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 2], surveillant van regiopolitie Flevoland en/of
[verbalisant 3], hoofdagent van regiopolitie Flevoland, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "oranje nazi's", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of in de richting van die ambtena(a)r(en) heeft gespuugd, althans feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 6 april 2010 te [plaats], toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar te weten [verbalisant 1], brigadier van politie Flevoland, verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van op heterdaad ontdekte strafbare feiten, had aangehouden en had vastgegrepen, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen eerstgenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, heeft verzet door zich los te rukken en te slaan in de richting van het gezicht van die [verbalisant 1] en vervolgens te slaan met een fles in de richting van die [verbalisant 1];
2.
hij op 6 april 2010 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een politie helmsnoer, toebehorende aan politie Flevoland, heeft vernield
hij op 6 april 2010 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een politie motor (kenteken [kenteken]), toebehorende aan politie Flevoland, heeft beschadigd;
3.
hij op 6 april 2010 te [plaats] opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten
[verbalisant 1], brigadier van politie Flevoland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid op een afstand van ongeveer 30 centimeter in zijn gezicht heeft geboerd;
hij op 14 april 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [verbalisant 2], surveillant van regiopolitie Flevoland en [verbalisant 3], hoofdagent van regiopolitie Flevoland, gedurende of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "oranje nazi's", en in de richting van die ambtenaren heeft gespuugd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1:
wederspannigheid;
onder 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen (helmsnoer)
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen (motor);
onder 3:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Op 6 april 2010 is verdachte door [verbalisant 1] van de motorpolitie in diens hoedanigheid van wijkagent aangesproken op zijn gedrag. Verdachte heeft die [verbalisant 1] toen beledigd door hem op een afstand van ongeveer 30 cm. in zijn gezicht te boeren. [verbalisant 1] heeft verdachte gesommeerd met dat gedrag op te houden, omdat hij anders zou worden aangehouden. Aangezien verdachte geen blijk gaf met zijn onfatsoenlijk en respectloos gedrag te stoppen, heeft [verbalisant 1] verdachte aangehouden. Daartoe heeft hij verdachte bij de arm vastgepakt, teneinde verdachte te kunnen boeien. Hierop heeft verdachte zich verzet door zich los te rukken. Daarbij heeft verdachte het politie helmsnoer tussen de helm die [verbalisant 1] op had en diens portofoon, kapot getrokken. Hierdoor had [verbalisant 1] geen verbinding meer met de meldkamer. Verdachte is vervolgens voor [verbalisant 1] gaan staan en heeft met gebalde vuisten in de richting van het gezicht van [verbalisant 1] geslagen. Daarna heeft verdachte met een fles slaande bewegingen in de richting van die [verbalisant 1] gemaakt. Ondertussen heeft verdachte de motor van [verbalisant 1] omver geduwd, waarbij de remhandel is afgebroken en de spiegel is verbogen. Door deze handelingen heeft verdachte een politieambtenaar in functie beledigd, diens politie helmsnoer en politie motor vernield/beschadigd en zich met geweld verzet tegen zijn rechtmatige aanhouding.
Daarnaast heeft verdachte op 14 april 2010 wederom twee politieambtenaren in functie beledigd door hen de woorden "oranje nazi's" toe te voegen en door in hun richting te spugen.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 januari 2011 blijkt, dat verdachte vóór het plegen van de bewezen verklaarde feiten meermalen wegens het plegen van strafbare feiten, waaronder soortgelijke als hiervoor in zaak A onder 1 en 2 zijn bewezen verklaard, tot geldboetes en een deels voorwaardelijke werkstraf is veroordeeld. Bovendien blijkt uit dat uittreksel, dat de tenuitvoerlegging is gelast van eerder vermelde voorwaardelijk opgelegde werkstraf. Desondanks heeft een en ander verdachte er niet van weerhouden de hiervoor bewezen verklaarde feiten te begaan.
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel, dat niet (meer) valt te ontkomen aan de oplegging van de door de advocaat-generaal gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 180, 266, 267 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Foppen, voorzitter, mr. Meijer-Campfens en mr. Wiarda, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Wiarda buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.