Arrest d.d. 15 februari 2011
Zaaknummer 200.062.520/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
AVN Productions. B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: AVN,
advocaat: mr. C.I.M. Molenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
[geïntimeerde],
wonende te [adres],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. N.J. Clement, kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 12 augustus 2009 en 6 januari 2010 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad, hierna: de kantonrechter.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 1 april 2010 is door AVN hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. 6 januari 2010 met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 20 april 2010. De eis, vervat in de appeldagvaarding, luidt dat het hof het vonnis onder zaak-/rolnummer 428889 CV EXPL 08-16095 tussen appellante als gedaagde en geïntimeerde als eiser gewezen zal vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, de vordering van geïntimeerde alsnog zal afwijzen, kosten rechtens.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"dat het het Gerechtshof behage recht te doen overeenkomstig de uitgebrachte dagvaarding in hoger beroep".
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:
"bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle, sector kanton locatie Lelystad d.d. 6 januari 2010 (zaaknummer 428889 CV EXPL 08-16095), eventueel onder verbetering van de gronden, te bekrachtigen, met veroordeling van de AVN Productions B.V. in de kosten van het onderhavige hoger beroep".
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
AVN heeft onder overlegging van één productie één grief opgeworpen.
De beoordeling
De feiten
1. Tegen de vaststelling van de feiten door de kantonrechter in rechtsoverweging 1 (1.1 tot en met 1.8) in het vonnis van 12 augustus 2009 zijn geen grieven gericht, zodat ook in appel van deze feiten kan worden uitgegaan. De feiten komen - uitgaande van de door de kantonrechter vastgestelde feiten en van hetgeen overigens omtrent de feiten vaststaat - op het volgende neer.
1.1 AVN is een vennootschap waarvan de hoofdactiviteit is gelegen in (kort gezegd) de mondiale groothandel in (de rechten ten aanzien van) beelddragers, in de productie daarvan en in het aanbieden van internetcontent, een en ander (vooral) met erotische inhoud. AVN is een dochterbedrijf van Beate Ushe A.G. te Duitsland.
1.2 Tot 1 december 2006 was [geïntimeerde] in loondienst werkzaam bij het bedrijf Private Benelux B.V. [geïntimeerde] heeft dat dienstverband opgezegd en is met Woodman Distributions B.V. (hierna: Woodman) een dienstverband aangegaan.
Het aanvankelijke plan was dat hij daar op 1 december 2006 zou beginnen. Feitelijk is het dienstverband met Woodman eerst op 1 maart 2007 ingegaan.
1.3 [geïntimeerde] is met ingang van 1 maart 2007 in dienst van Woodman getreden. Tevens is hij op 1 maart 2007 een arbeidsovereenkomst met een dochteronderneming van Woodman, te weten Tudanco Assessors SL (hierna: Tudanco), aangegaan. Tudanco was gevestigd te Barcelona, Spanje. In beide overeenkomsten is vastgelegd dat [geïntimeerde] de functie van salesmanager zou gaan bekleden.
1.4 Op 1 april 2007 zijn de ondernemingen van Woodman en Tudanco overgegaan in handen van AVN, waardoor deze sedertdien de werkgever van [geïntimeerde] is.
1.5 In de met Woodman gesloten arbeidsovereenkomst, gedateerd 1 maart 2007, zijn onder meer de volgende bedingen opgenomen:
Partij 2 (= [geïntimeerde]; hof) geniet een vergoeding van de onkosten, die de uitvoering van zijn functie meebrengen. Deze onkostenvergoeding bevat een vast en een variabel gedeelte. De vaste onkostenvergoeding bedraagt € 150,00 per maand, deze onkostenvergoeding is ter compensatie van een internetverbinding vanaf huis, vakliteratuur, kleine representatiekosten en kleine reis en verblijfkosten. Het variabele gedeelte betreft een vergoeding op basis van een declaratie, maandelijks door partij 2 schriftelijk in te dienen bij partij 1 (= Woodman; hof). De onkostenvergoedingen worden, na indiening en goedkeuring van de declaratie, in de maand volgend op die waarop de declaratie betrekking heeft, aan partij 2 uitbetaald. Extra ordinaire uitgaven worden door partij 1 niet vergoed tenzij voorafgaand schriftelijke toestemming van de directie.
Het is partij 2 bekend dat in principe de werkzaamheden op basis van deze overeenkomst zullen plaats vinden in en vanuit Almere, de vestiging waarnaar partij 1 zal verhuizen.
1.6 In de tussen [geïntimeerde] en Tudanco gesloten arbeidsovereenkomst is bepaald dat de tussen Woodman en [geïntimeerde] gesloten "raamovereenkomst" ("frame contract") een integraal onderdeel van eerstgenoemde overeenkomst uitmaakte.
1.7 In verband met de omstandigheid dat [geïntimeerde] in de periode van 1 december 2006 tot 1 maart 2007 zonder inkomen zat, heeft AVN op 17 april 2007 € 10.000 betaald aan [geïntimeerde]’ s onderneming Erocom vof (hierna: Erocom). Voorts heeft AVN op 22 februari 2007 € 8.473.39 aan [geïntimeerde] voldaan ten titel van (variabele) onkosten over de bedoelde periode.
1.8 In de loop van 2007 is onenigheid tussen partijen ontstaan over de wijze waarop [geïntimeerde] zijn functie uitoefende. Dit heeft geleid tot zijn op-non-actiefstelling per 4 september 2007.
Vervolgens hebben partijen over en weer verzoekschriften bij de kantonrechter ingediend tot ontbinding van [geïntimeerde]’s arbeidsovereenkomst. Bij beschikking van 21 november 2007 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden per 10 december 2007 onder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [geïntimeerde] ten laste van AVN ad € 14.288,00. Het onderhavige geschil omtrent [geïntimeerde]’s declaratie van onkosten is bij die beschikking buiten beschouwing gelaten.
1.9 [geïntimeerde] heeft overeenkomstig het bepaalde in het desbetreffende beding in de arbeidsovereenkomst de volgende declaraties aan variabele onkosten bij AVN ingediend:
a) over de maand maart 2007 € 2.116,36
b) over de maand april 2007 € 1.861,65
c) over de maand mei 2007 € 2.269,88
d) over de maand juni 2007 € 1.402,94
e) over de maand juli 2007 € 1.969,83.
AVN heeft deze declaratienota’s met een totaalbedrag van € 9.620,66 onbetaald gelaten. [geïntimeerde] heeft tijdens het dienstverband herhaalde malen om betaling van openstaande declaraties verzocht.
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
2. [geïntimeerde] heeft bij dagvaarding van 25 november 2008 van AVN betaling van het bedrag van € 9.620,66, te vermeerderen met rente en incassokosten, gevorderd. [geïntimeerde] heeft daartoe aangevoerd dat hij ten behoeve van dan wel in opdracht van AVN onkosten heeft gemaakt en dat AVN ten onrechte weigert hem deze kosten te vergoeden.
2.1 AVN heeft de vordering betwist.
2.2. Nadat de kantonrechter [geïntimeerde] bij tussenvonnis van 12 augustus 2009 had toegelaten de diverse posten nader toe te lichten, heeft hij bij vonnis van 6 januari 2010 de vorderingen van [geïntimeerde] met uitzondering van de gevorderde incassokosten toegewezen met veroordeling van AVN in de kosten van de procedure.
De grief
3. AVN heeft in haar grief aangevoerd dat de kantonrechter in de rechtsoverwegingen 2, 3 en 4 van zijn vonnis ten onrechte heeft overwogen dat [geïntimeerde] in voldoende mate heeft verantwoord dat hij elk van de gevorderde kosten door AVN vergoed wil zien als kosten die hij, gelet op de aard en omvang daarvan, heeft gemaakt in het kader van zijn arbeidsovereenkomst met AVN. Voor zover de kantonrechter terecht overweegt dat het op de weg van AVN had gelegen om op de toelichting van [geïntimeerde] in te gaan en de bijbehorende kostenposten inhoudelijk te betwisten, zal zij dat voor zover mogelijk (alsnog) doen.
Het hof overweegt volledigheidshalve dat nu uit de appeldagvaarding blijkt dat AVN alleen tegen het vonnis van 6 januari 2010 hoger beroep heeft ingesteld, het daaruit afleidt dat in de grief naar de rechtsoverwegingen van dat vonnis wordt verwezen. Dat [geïntimeerde] daar ook vanuit gaat, blijkt voldoende uit de memorie van antwoord.
4. [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat aan een inhoudelijke behandeling van de grief niet kan worden toegekomen nu de grief niet voldoende is gespecificeerd en daarmee niet aan het kenbaarheidsvereiste is voldaan. Daarnaast is een andere uitkomst van deze procedure rechtens niet mogelijk nu er niet is gegriefd tegen het dictum en de in rechtsoverweging 5, 6 en 8 opgenomen gronden waarop het dictum is gebaseerd. AVN dient derhalve in haar vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard. Subsidiair heeft [geïntimeerde] de stellingen van AVN betwist.
5. Het hof overweegt over het verweer van [geïntimeerde] omtrent de niet-ontvankelijkheid van AVN het volgende. Op grond van constante jurisprudentie moet onder grieven worden verstaan alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak dient te worden vernietigd (HR 20-6-2008 NJ 2009-21). Het hof is van oordeel dat AVN door de wijze waarop zij haar grief heeft geformuleerd en toegelicht, voldoende aan [geïntimeerde] en het hof heeft kenbaar gemaakt op welke gronden zij vernietiging van de bestreden uitspraak wenst. Mede gelet op het petitum in de appeldagvaarding maakt het enkele feit dat AVN geen grieven tegen de rechtsoverwegingen 5, 6 en 8 en het dictum van het beroepen vonnis van 6 januari 2010 heeft geformuleerd, niet dat de vorderingen van AVN moeten worden afgewezen althans aan haar ontzegd.
Dit verweer van [geïntimeerde] dient derhalve te worden verworpen.
6. De door AVN opgeworpen grief stelt ter discussie of [geïntimeerde] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de door hem opgevoerde kosten heeft gemaakt in het kader van zijn arbeidsovereenkomst met AVN. Bij de beoordeling van dit geschilpunt moet tevens het door AVN gevoerde verweer in aanmerking worden genomen.
7. Waar de kantonrechter in rechtsoverwegingen 2 en 3 van zijn vonnis van 6 januari 2010 de respectieve standpunten van partijen heeft weergegeven en niet en in elk geval onvoldoende is gesteld of gebleken dat deze standpunten onjuist en/of onvolledig zijn weergegeven, heeft AVN in zoverre bij haar grief geen belang. Iets anders is dat AVN het met de stellingen van [geïntimeerde] niet eens is.
8. [geïntimeerde] heeft ter onderbouwing van zijn vordering in kopie declaraties in het geding gebracht. De declaraties betreffen door hem gemaakte kosten aan (vlieg)reizen, hotels, daarmee verband houdende reis- en verblijfkosten, (mobiele)telefoonkosten etc. Als niet betwist staat vast dat [geïntimeerde] deze kosten heeft gemaakt in de periode dat hij bij AVN in dienst was. AVN betwist evenwel dat [geïntimeerde] deze kosten in het kader van de bedongen werkzaamheden ten behoeve van haar heeft gemaakt. Volgens AVN heeft [geïntimeerde] deze kosten gemaakt ten behoeve van zijn eigen onderneming Erocom.
9. AVN heeft ter onderbouwing van haar stelling dat zij niet gehouden is de door [geïntimeerde] ingediende declaraties te voldoen, aangevoerd dat [geïntimeerde] de functie van salesmanager bekleedde. [geïntimeerde] diende als hoofdverantwoordelijke de producten van Daring, Woodman en Scala op de markt binnen Europa te verkopen. Tot deze werkzaamheden behoort het opstellen van verkoopstrategieën, verkoopplanningen en de directe één op één verkopen van producten aan klanten. Het voeren van gesprekken met relaties in het buitenland met het oog op het produceren van films behoorde niet tot het takenpakket van [geïntimeerde]. In de praktijk is gebleken dat de strategie en planningen door de heer [n[collega 1] zijn geschreven. [geïntimeerde] heeft in de periode van negen maanden (van maart tot december 2007) geen enkel product ten behoeve van AVN of Scala (een dochteronderneming van AVN; hof) verkocht. Daaruit heeft AVN terecht mogen afleiden dat [geïntimeerde] zich tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst niet of nauwelijks met het belang van AVN heeft bezig gehouden en zich zeer waarschijnlijk heeft geconcentreerd op zijn eigen onderneming. [geïntimeerde] kon zijn werkzaamheden als salesmanager vanuit Almere verrichten en AVN heeft [geïntimeerde] nimmer opgedragen om voor de verkoop van Scala-producten naar Barcelona te gaan. De overeengekomen onkostenvergoeding van € 150,00 per maand was gelet op de in Almere aanwezige voorziening toereikend. Als [geïntimeerde] voor de uitoefening van zijn functie als salesmanager extra kosten had moeten maken, had hij dit gemotiveerd moeten aantonen. AVN heeft verder gesteld dat [geïntimeerde] nimmer originele bonnen/documenten bij haar heeft ingeleverd. AVN heeft voorts nog aangevoerd dat [geïntimeerde] de bij haar (AVN) geclaimde kosten ook heeft opgevoerd in c.q. doorberekend aan zijn eigen bedrijf Erocom. AVN doet in dat kader een verzoek tot openlegging van de boekhouding van Erocom over het boekjaar 2007 ex art. 162 Rv.
10. [geïntimeerde] heeft de stellingen van AVN bestreden. Hij heeft daarbij verwezen naar de door hem in het geding in eerste aanleg op 7 oktober 2009 genomen akte. In deze akte heeft [geïntimeerde] aangevoerd dat zijn activiteiten en die van zijn collega´s bestonden uit het opstarten van een nieuw productiebedrijf, Daring Media Group, vanuit een nieuw op te starten kantoor in Barcelona. Tot de werkzaamheden van [geïntimeerde] behoorde het benaderen van regisseurs om samen met Daring Media Group nieuwe ideeën uit te werken teneinde nieuwe producties op te starten. Hij diende verder het gehele proces te begeleiden, scripts uit te werken, de cast samen te stellen, locaties uit te zoeken, topmodellen te benaderen en onderhandelingen over de gages te voeren, het budget vast te stellen en te bewaken, te onderzoeken hoe de multi media structuur was binnen de totale organisatie van Beate Ushe en een uitgebreid business plan uit te werken om de markt te bewerken. Daartoe is hij naar New York, München en Parijs geweest. Het grootste deel van de werkzaamheden vond plaats op het kantoor in Barcelona in samenwerking met zijn toenmalige collega´s [collega 1] en [collega 2]. De vergaderingen werden vanuit het hoofdkantoor in Barcelona georganiseerd door de toenmalige collega Ramirez. Ook was er veelvuldig telefonisch overleg. Omdat de producten van AVN nog niet gereed waren, konden zij niet worden verkocht. Omdat [geïntimeerde] activiteiten ontplooide voor de op te richten Daring Media Group, reisde hij veelvuldig naar Barcelona. Anders dan door AVN is gesteld, heeft hij altijd de originele bonnen bij AVN ingeleverd. Over zijn declaraties heeft hij dan ook nimmer opmerkingen ontvangen.
11. Het hof overweegt dat tussen partijen in feite in geschil is of [geïntimeerde] de tijdens het dienstverband door hem verrichte werkzaamheden in opdracht van AVN heeft verricht. In het verlengde daarvan ligt de vraag voor of [geïntimeerde] de door hem gedeclareerde kosten in redelijkheid heeft kunnen maken. In de procedure is niet nader toegelicht wat de aard van de werkzaamheden was die [geïntimeerde] tot 1 december 2006 voor Private Benelux B.V. en in de periode van 1 december 2006 tot 1 maart 2007 voor Woodman heeft verricht. Maar wat de aard van deze werkzaamheden ook moge zijn geweest, Woodman /Tudanco en [geïntimeerde] zijn overeengekomen dat [geïntimeerde] per 1 maart 2007 als salesmanager in dienst zou treden. Naast het salaris is er een bescheiden vaste onkostenvergoeding van
€ 150,00 per maand afgesproken en is vastgelegd dat [geïntimeerde] zijn werkzaamheden vanuit het kantoor in Almere zou gaan verrichten. Woodman is weliswaar per 1 april 2007 overgenomen door AVN maar ook de bedrijfsvoering van AVN is gericht op de groothandel en niet op het produceren van films. [geïntimeerde] heeft niet toegelicht waarom hij ondanks de gemaakte afspraken direct vanaf de aanvang van de arbeidsovereenkomst – 1 maart 2007 - geheel andersoortige werkzaamheden dan die van salesmanager is gaan verrichten. Waar AVN in de memorie van grieven heeft toegelicht welke werkzaamheden van [geïntimeerde] als salesmanager werden verwacht en daarbij heeft aangevoerd dat gebleken is dat de strategie en de planningen in de praktijk door de heer [n[collega 1] zijn geschreven, had van [geïntimeerde] mogen worden verwacht dat hij nader zou hebben toegelicht wanneer en met wie is afgesproken dat hij in de dagelijkse praktijk niet als salesmanager werkzaam zou zijn. Het feit dat er nog geen producten gereed waren, is gelet op het feit dat expliciet is overeengekomen dat [geïntimeerde] als salesmanager zijn werkzaamheden in Almere zou verrichten, een onvoldoende onderbouwing van deze stelling. Het hof heeft bij hetgeen hiervoor is overwogen in aanmerking genomen dat er zonder nadere toelichting die niet is gegeven, van mag worden uitgegaan dat het bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst bekend was dat de producten van Woodman nog niet gereed waren. Bovendien heeft AVN toegelicht welke werkzaamheden van [geïntimeerde] als salesmanager werden verwacht.
12. Het hof overweegt verder dat [geïntimeerde] de door hem uitgevoerde werkzaamheden slechts in algemene termen heeft omschreven en maar in beperkte mate heeft toegelicht voor welke films hij afspraken heeft gemaakt, wie zijn gesprekspartners zijn geweest en wat deze afspraken hebben ingehouden. De onderbouwing van zijn stellingen is namelijk alleen te vinden in het overzicht dat [geïntimeerde] als productie 1 bij zijn in het geding in eerste aanleg op 7 oktober 2009 genomen akte heeft overgelegd. Het hof overweegt dienaangaande dat [geïntimeerde] in dat overzicht een aantal posten zo nauwkeurig heeft omschreven dat ten aanzien van deze posten een deugdelijke betwisting door AVN mocht worden verwacht, hetgeen zij evenwel heeft nagelaten. Van een aantal posten zoals telefoonkosten, versnaperingen, reis- en parkeerkosten heeft [geïntimeerde] niet dan wel onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze kosten redelijkerwijs door AVN aan hem moeten worden vergoed. Omtrent het verblijf van [geïntimeerde] in Barcelona overweegt het hof nog dat [geïntimeerde] niet alleen voor AVN maar ook voor Tudanco werkzaamheden verrichtte en dat Tudanco in Barcelona gevestigd was. Er kan dus niet zonder meer van worden uitgegaan dat een verblijf van [geïntimeerde] in Barcelona niet in opdracht van AVN althans van Tudanco plaats vond. AVN moet in staat zijn de declaraties van [geïntimeerde] met betrekking tot een verblijf in Barcelona gemotiveerd te weerspreken. De enkele stelling van AVN dat [geïntimeerde] nooit duidelijk heeft kunnen maken waarom hij naar Barcelona reisde, dat [geïntimeerde] zijn verkoopwerkzaamheden ook heel goed vanuit het hoofdkantoor in Almere had kunnen uitoefenen en dat AVN [geïntimeerde] nooit opdracht heeft gegeven om naar Barcelona te reizen, is mede gelet op hetgeen hiervoor omtrent Tudanco is overwogen, een onvoldoende betwisting van de op dat punt nauwkeurig omschreven stellingen van [geïntimeerde]. Ook het verweer van AVN dat [geïntimeerde] niet steeds vooraf toestemming heeft gevraagd, levert niet een voldoende betwisting van de stellingen van [geïntimeerde] op. Indien [geïntimeerde] in het kader van zijn dienstverband ten behoeve van AVN dan wel Tudanco kosten heeft gemaakt en deze kosten als redelijk moeten worden aangemerkt, is AVN gehouden deze kosten aan [geïntimeerde] te vergoeden ook in het geval dat voor deze uitgaven vooraf geen toestemming is gevraagd.
13. Met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen, is het hof van oordeel dat [geïntimeerde] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten behoeve van AVN/Tudanco de volgende - als redelijk aan te merkten - kosten heeft gemaakt:
13.1 over de maand maart 2007:
- 1 maart bespreking in Londen ad € 104,25
- 21 maart lunch en diner met Antonio Adamo in totaal € 256,80
- 23 maart ticket voor verblijf in Barcelona 10 - 13 april ad € 230,27
- 29 maart ticket Dusseldorf-München ad € 203,74
- 30 maart taxi München en ticket Dusseldorf/Barcelona in totaal € 375,00
Het gaat in totaal om een bedrag van € 1.170,06.
13.2 over de maand april 2007:
- 5 april hotel Barcelona ad € 178,69
- 5 april parkeerkosten Dusseldorf Airport ad € 46,00
- 5 april taxikosten Barcelona luchthaven € 21,35
- 10 april taxikosten Barcelona luchthaven ad € 21,35
- 11 april verblijf hotel Barcelona ook voor Antonio Adamo ad € 486,00
- 13 april omboeking ticket 23 maart ad € 127,28.
Het gaat in totaal om een bedrag van € 880,67.
13.3 over de maand mei 2007:
- 3 en 4 mei Parijs in totaal € 452,60
- 9 mei New York ad € 32,51
- 14 mei t/m 18 mei Hannover in totaal € 285,89
- 22 mei ticket Brussel-Barcelona ad € 252,27.
Het gaat in totaal om een bedrag van € 1.309,16.
13.4 over de maand juni 2007:
- 11 t/m 13 juni Barcelona in totaal € 218,60
- 18 juni ticket Napels ad € 277,87
- 29 juni ticket Barcelona ad € 244,50
Het gaat in totaal om een bedrag van € 520,97.
13.5 over de maand juli 2007:
- 1 t/m 3 juli Barcelona in totaal € 81,06
- 3 en 5 juli Sardinië in totaal € 63,40
- 5 juli bus Girona ad €12,00
- 9 juli (2x) € 115,00
- 10 juli brandstof ad € 80,55
- 17 juli taxi luchthaven Barcelona ad € 22,00
- 23 en 25 juli Parijs in totaal € 243,00
- 30 en 31 juli Barcelona in totaal € 272,56
Het gaat in totaal om een bedrag van € 745,11.
14. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vordering van [geïntimeerde] tot een bedrag van € 4.625,97 kan worden toegewezen. Het hof overweegt volledigheidshalve dat geen bescheiden zijn overgelegd waaruit blijkt dat [geïntimeerde] ten behoeve van AVN de huur van een pand in Barcelona heeft betaald. Met deze door [geïntimeerde] gestelde uitgave is dan ook geen rekening gehouden. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt tevens dat [geïntimeerde] slechts gedeeltelijk in de hem gegeven bewijsopdracht is geslaagd. De grief slaagt derhalve.
15. [geïntimeerde] heeft ook in hoger beroep bewijs aangeboden. Voor zover [geïntimeerde] in de hem gegeven bewijsopdracht niet is geslaagd, moet het aanbod als onvoldoende gespecificeerd worden gepasseerd.
De slotsom
16. Het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd voor zover AVN in dit vonnis is veroordeeld aan [geïntimeerde] een bedrag van € 9.620,66 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2007 te betalen. Omdat AVN toch als de overwegend in het ongelijk gestelde partij moet worden beschouwd, zal de proceskostenveroordeling in het geding in eerste instantie worden gehandhaafd.
Nu beide partijen in hoger beroep over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover AVN in dit vonnis is veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van het bedrag van € 9.620,66 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2007;
veroordeelt AVN om aan [geïntimeerde] te betalen het bedrag van € 4.625,97 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 december 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van het geding in hoger beroep zal dragen;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mrs. J.H. Kuiper, voorzitter, R.A. Zuidema en M.C.D. Boon-Niks en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 15 februari 2011 in bijzijn van de griffier.