ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1304
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Hielkema
- Lahuis
- Foppen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk bezit van cocaïne
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1976 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van 1,08 gram cocaïne. De politierechter had een geldboete opgelegd, welke de advocaat-generaal in hoger beroep handhaafde. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs van de tenlastelegging beoordeeld. De verdachte werd verweten op 23 september 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk cocaïne aanwezig te hebben gehad. Het hof achtte de bewezenverklaring van deze feiten gerechtvaardigd en oordeelde dat de verdachte strafbaar was, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.
Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder was veroordeeld voor andere strafbare feiten, maar niet voor drugsgerelateerde delicten. De verdachte heeft werk in de bouw en het hof heeft de financiële draagkracht van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de hoogte van de geldboete.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300, met de bepaling dat bij niet-betaling vervangende hechtenis van zes dagen zal worden opgelegd. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.