ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3722

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001571-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en oplegging werkstraf na bedreiging met misdrijf tegen het leven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 4 december 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 22 april 2011. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarbij hij op 13 juli 2009 zijn buurman, [slachtoffer], had bedreigd met de woorden: 'Kom naar buiten, ik maak je af'. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze bedreiging, wat gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer heeft veroorzaakt.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholmisbruik en de positieve veranderingen in zijn leven, zoals zijn motivatie om hulp te zoeken bij Tactus Verslavingszorg. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken geëist, maar het hof heeft besloten om af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en in plaats daarvan een werkstraf van twintig uren op te leggen, subsidiair tien dagen hechtenis. Het hof heeft geoordeeld dat het opleggen van een gevangenisstraf niet nodig was, gezien de positieve ontwikkeling in het leven van de verdachte en zijn bereidheid om hulp te aanvaarden.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot een werkstraf van twintig uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde taakstraf, volgens de geldende maatstaf.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem,
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001571-10
Uitspraak d.d.: 4 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 december 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1978],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt een opname bij Tactus Verslavingszorg voor de duur van dertien weken alsmede tot een werkstraf voor de duur van twintig uren subsidiair tien dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. K.S. Kort, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 13 juli 2009 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Kom naar buiten, ik maak je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 juli 2009 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Kom naar buiten, ik maak je af".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 13 juli 2009 schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn buurman, [slachtoffer]. Verdachte heeft door aldus te handelen gevoelens van angst en onveiligheid bij hem teweeg gebracht.
Bij de strafoplegging houdt het hof rekening met het verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 maart 2011 waaruit - ten nadele van verdachte - blijkt dat hij veelvuldig ter zake strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof houdt bij de strafoplegging eveneens rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze ter terechtzitting van het hof door de raadsvrouw van verdachte naar voren zijn gebracht. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er in het leven van verdachte een positieve verandering heeft plaatsgevonden nu verdachte gemotiveerd is zijn alcoholmisbruik aan te pakken en zich op vrijwillige basis door Tactus Verslavingszorg laat begeleiden en inmiddels is opgenomen voor behandeling. De raadsvrouw heeft het hof dientengevolge verzocht geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Nu verdachte lijkt in te zien hulp nodig te hebben om van zijn alcoholverslaving af te komen en hier inmiddels ook behandeling voor ondergaat, wenst het hof deze - zij het prille - positieve ontwikkeling in het leven van verdachte niet te doorkruisen door het opleggen van een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf. Om aan verdachte de kans te bieden de door hem ingeslagen weg voort te zetten, ziet het hof derhalve thans aanleiding om in plaats van een gevangenisstraf - zoals door de rechtbank is opgelegd - te volstaan met het opleggen van een werkstraf van na te melden duur. Nu verdachte thans op vrijwillige basis begeleiding en behandeling ondergaat bij Tactus Verslavingszorg acht het hof het - in tegenstelling tot de advocaat-generaal - niet nodig om eveneens aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen teneinde genoemde begeleiding en behandeling in het kader van een bijzondere voorwaarde te gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof,
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 20 twintig uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 10 tien dagen hechtenis;
bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enig in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter,
mr. H. Heins en mr. J.A. Wiarda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen, griffier,
en op 4 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A. Wiarda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.