ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5134
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- M.P. den Hollander
- J. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bewind op verzoek van de appellant
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van een bewind dat eerder was ingesteld over de goederen van de appellant. De rechtbank Zwolle-Lelystad had op 1 maart 2010 een bewind ingesteld, waarbij G.H. Jaspers Faijer als bewindvoerder was aangesteld. De appellant, die spijt had van zijn verzoek tot onderbewindstelling, heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking te vernietigen en het verzoek tot onderbewindstelling af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op 15 februari 2010 de rechtbank had verzocht om een bewind in te stellen. De rechtbank had dit verzoek toegewezen, maar de appellant stelde in hoger beroep dat de grond voor onderbewindstelling niet meer aanwezig was. Het hof oordeelde dat een partij die spijt krijgt van een in eerste aanleg toegewezen vordering, deze niet in appel kan ongedaan maken wegens gebrek aan belang. Het hof heeft de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de grond voor onderbewindstelling, zoals bedoeld in artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek, thans niet meer aanwezig is.
De appellant heeft aangetoond dat hij in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en dat de begeleiding bij zijn financiële zaken door een ander kan worden geboden. De bewindvoerder heeft zich niet verzet tegen de beëindiging van het bewind. Het hof heeft daarom de beschikking van de rechtbank vernietigd en het bewind beëindigd met ingang van de datum van de beschikking.