ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5205

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
20 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-001501-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake oplichting meermalen gepleegd met gevangenisstraf en schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem. De verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen oplichting van hotels en bedrijven in Nederland, is door het hof zwaarder gestraft dan in eerste aanleg. De politierechter had een gevangenisstraf van 5 maanden opgelegd, terwijl het hof een gevangenisstraf van 12 maanden heeft opgelegd, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De zaak betreft meerdere feiten van oplichting, waarbij de verdachte zich voordeed als werknemer van verschillende bedrijven om zo goederen en diensten te verkrijgen zonder deze te betalen.

Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld en verklaarde de verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep voor een vrijspraak die eerder was gegeven. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het tot een andere bewijsbeslissing kwam. De verdachte is vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar is wel schuldig bevonden aan de overige feiten van oplichting.

De vorderingen van benadeelde partijen zijn deels toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende hotels en bedrijven. Het hof heeft de vordering van [Hotel 4] tot schadevergoeding van EUR 502,81 toegewezen, evenals de vordering van [Hotel 7] van EUR 393,97 en de vordering van [d] van EUR 2.082,84. De vordering van [Hotel 6] en [e] zijn niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de verdachte ook verplicht om aan de Staat schadevergoeding te betalen, met de mogelijkheid van hechtenis bij niet-betaling.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-001501-10
Uitspraak d.d.: 20 april 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 7 april 2010 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-504101-09 en 05-506956-09, 05-509526-09, 05-513940-09, tegen
[VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans uit anderen hoofde verblijvende in Huis van Bewaring.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 april 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr R. Gijsen, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het onder parketnummer 05/506956-09 als feit 4 tenlastegelegde. Hoger beroep tegen deze gegeven vrijspraak staat niet open. Het hof zal verdachte daarom in zoverre niet ontvankelijk in zijn hoger beroep verklaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-504101-09:
Feit 1 primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 25 augustus 2008 tot en met 29 oktober 2008 te [plegplaats A] en/of te [pleegplaats B] en/of te [pleegplaats C] en/of te [pleegplaats D] en/of te [pleegplaats E] en/of te [pleegplaats F] en/of te [pleegplaats G],in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- een meer medewerkers van het [Hotel 1] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een of meer medewerkers van het [Hotel 2] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een meer medewerkers van het [Hotel 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een of meer medewerkers van het winkelbedrijf [X] heeft bewogen tot de afgifte van 12, althans één of meer, laptopcomputers
en/of in elk geval telkens één of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als, een tot het doen van aankopen bevoegde, medewerker van het bedrijf [Y] en/of [Z], waardoor voormelde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 1 subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 augustus 2008 tot en met 29 oktober 2008 op na te noemen plaatsen, althans in Nederland, een beroep of een gewoonte makende van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, telkens met voormeld oogmerk de navolgende goederen heeft gekocht van na te noemen perso(o)n(en):
- etenswaren en/of drank van het [Hotel 1] te [pleegplaats B] en/of het [Hotel 2] te [pleegplaats B] en/of [Hotel 3] te [pleegplaats C] en/of
- een of meer computers van het winkelbedrijf [X] gevestigd te [pleegplaats E].
Zaak met parketnummer 05-506956-09:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2008 tot en met 5 januari 2009 te [pleegplaats H] met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van [Hotel 4] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan de medewerker(s) (van de receptie) van voornoemd [Hotel 4] heeft medegedeeld dat hij werkzaam is als accountant en/of werkzaam is in dienst van [YY] en/of daarbij een fax van de Kamer van Koophandel heeft overhandigd en/of daarbij een mailwisseling tussen [a] (manager van [YY]) en verdachte heeft overhandigd, waarbij hij, verdachte, heeft aangegeven dat de rekening van het verblijf naar [YY] kon worden gestuurd, waardoor [Hotel 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2009 tot en met 6 januari 2009 te [pleegplaats I], met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ((een) medewerker(s) van) [Hotel 5] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank en/of tijdschrift(en), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid naar voornoemd [Hotel 5] heeft gebeld met de verklaring dat hij, verdachte, niet in de gelegenheid was om een fax te sturen, omdat hij, verdachte, aan het skiën was en/of een reservering heeft gemaakt bij voornoemd [Hotel 5], op voorwaarde dat de factuur van het verblijf naar het bedrijf [YY] zou worden gestuurd, waardoor [Hotel 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2009 en 6 januari 2009 te [pleegplaats I] opzettelijk etenswaar en/of drank en/of tijschrift(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Hotel 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als hotelgast, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Feit 3:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 december 2008 en 6 januari 2009 te [pleegplaats J] en/of te [pleegplaats C] en/of te [pleegplaats K], althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk om zich of een anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, firma [a] en/of [b]te bewegen tot de afgifte van een of meer laptop(s), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als medewerker van [ZZ] en/of (vervolgens) op naam van voornoemde [ZZ] een of meer laptop(s) heeft besteld en/of zich heeft voorgedaan als [naam medewerker] en/of (vervolgens) namens [ZZ] een of meer laptop(s) heeft besteld en/of zich heeft voorgedaan als medewerker, te weten [naam medewerker], van [Z] en/of (vervolgens) op naam van voornoemde [Z] een of meer lapstop(s) heeft besteld en/of daarbij als e-mailadres heeft opgegeven [e-mailadres], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 5:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 oktober 2008 en 5 november 2008 te [pleegplaats D], althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerker(s) van) [bedrijf c] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer laptop(s), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een medewerker van Schutte Informatisering, te weten [naam medewerker] en/of (vervolgens) namens voornoemde [Z] een order heeft geplaatst voor een of meerdere laptop(s) bij voornoemde [bedrijf c], waardoor [bedrijf c] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Zaak met parketnummer 05-509526-09:
Feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2009 tot en met 29 januari 2009 te [pleegplaats L], met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van [Hotel 6] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank en/of bloemen, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan de medewerker(s) (van de receptie) van voornoemde [Hotel 6] heeft medegedeeld dat hij werkzaam is voor de [QQ] en/of een zogenaamde relatiekaart heeft ingevuld met daarop aangegeven dat [QQ] zijn werkgever is, waardoor [Hotel 6] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2009 tot en met 29 januari 2009 te [pleegplaats L], opzettelijk etenswaar en/of drank en/of bloemen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Hotel 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als hotelgast (waarbij hij gehouden was tot betaling van de rekening van zijn verblijf), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2009 tot en met 18 februari 2009 te [pleegplaats C] met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van het [Hotel 7] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voornoemd hotel heeft opgebeld en zich daarbij heeft voorgedaan als de heer [bb] en/of (als ware hij de heer [bb]) een reservering heeft gedaan voor één van de medewerkers van [RR] en/of (daarbij) heeft verklaard dat verdachte een medewerker is van [RR] en/of (daarbij) het e-mailadres [e-mailadres] heeft opgegeven, als ware dat het e-mailadres van [RR], waardoor [Hotel 7] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Zaak met parketnummer 05-513940-09:
Feit 1:
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 10 september 2009 en/of 11 september 2009 te [pleegplaats M], althans in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [d] heeft bewogen tot de afgifte van een (aantal) laptopcomputer(s), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een persoon genaamd [cc], zijnde een medewerker van [SS] en/of zijnde een persoon bevoegd tot het doen van aankopen voor/namens [SS] en/of (vervolgens) een (aantal) laptopcomputer(s) bij voormelde [d] heeft besteld en/of zich (vervolgens) heeft voorgedaan als een persoon genaamd [dd], zijnde een medewerker van [bank] en/of in die hoedanigheid voormelde [d] heeft medegedeeld dat de [bank] op het punt stond het geld (te weten het overeengekomen bedrag van eerder genoemde bestelling) over te maken, waardoor voormelde [d] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2:
hij op of omstreeks 11 september 2009 te [pleegplaats N], althans in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [e] en/of [f] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het transporteren/vervoeren van een of meer pakketten van [pleegplaats M] naar [plaats O] en/of [plaats P], in elk geval tot het verlenen van een dienst, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een persoon genaamd [naam medewerker], zijnde een medewerker van [SS] en/of zijnde een persoon bevoegd tot het doen van aankopen en/of inkopen van diensten en/of (vervolgens) voornoemd [e] heeft verzocht een rit uit te voeren naar [plaats O] en/of [plaats P] en/of dit verzoek middels een e-mailbericht verzonden vanaf het [e-mailadres] aan die [e] heeft bevestigd, waardoor voornoemde [e] en/of [f] werd bewogen tot het verlenen van bovenomschreven dienst.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het “hotelverweer”
Namens verdachte is aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte bij de hotels waar hij verbleef, door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid medewerkers van het hotel heeft bewogen tot afgifte van drank en/of etenswaren. Betoogd is dat het causaal verband tussen de middelen die verdachte aanwendt en de goederen die hem zijn afgegeven ontbreekt.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Verdachte gebruikt een valse naam en/of een valse hoedanigheid om bij de diverse hotels meestal voor een aantal dagen verblijf te verkrijgen. Bij zijn modus operandi hoort dat hij zich voordoet als werknemer van een bepaald bedrijf en dat hij vooraf meldt dat de rekening van het hotel naar dat bedrijf moet worden gestuurd.
Als verdachte eenmaal in het hotel verblijft, laat hij de drank en/of etenswaren op de rekening bijschrijven. Naar verdachte weet en ook moet begrijpen worden hem deze goederen afgegeven omdat het hotelpersoneel ervan uitgaat dat de rekening door de werkgever wordt betaald. Naar het oordeel van het hof is het bestreden causaal verband aanwezig doordat verdachte de goederen bestelt onder dezelfde valse hoedanigheid als waarmee hij het verblijf in het hotel heeft verkregen. Het zogenaamde ‘hotelverweer’ wordt dan ook verworpen.
Zaak met parketnummer 05-513940-09, feiten 1 en 2
Verdachte heeft ontkend betrokken te zijn bij de feiten 1 en 2 van de zaak met parketnummer 05-513940-09. Hij heeft aangevoerd dat het zo moet zijn dat een ander zijn modus operandi, die onder andere via internet bekend is geraakt, heeft gebruikt. Hij ontkent dat zijn handtekening is geplaatst op het formulier.
Het hof acht deze feiten wel bewezen. In het bijzonder heeft het hof aandacht besteed aan:
- het feit dat gebruik is gemaakt van de naam [cc], een naam die verdachte vanwege een vroegere werkkring kent;
- dat de naam van verdachte op het formulier is vermeld dat is afgegeven toen iemand de bestelling kwam ophalen;
- dat verdachte is herkend door de aangevers [d] en [e] van een foto van [verdachte] op een website;
- dat aangever [e] heeft verklaard dat hij de man op deze foto heeft herkend als de man die op 11 september 2009 op [plaats P] de bestelling kwam ophalen en die voor de ontvangst daarvan tekende met een handtekening en de naam [verdachte];
- dat naar aanleiding van deze verklaring en de herkenning door [e] de verbalisant [naam verbalisant], die de verdachte heeft gehoord, de persoon op deze foto ook heeft herkend als verdachte en hiervan een proces-verbaal van bevindingen heeft opgemaakt.
Zaak met parketnummer 05-506956-09, feit 3
Door de raadsman is betoogd dat namens de firma [a] is aangegeven dat de bestelling van computers niet voldeed aan de leveringsvoorwaarden omdat de bestelling telefonisch werd gedaan. Het streven van verdachte om de aangever op deze wijze te bewegen tot afgifte van de computers kon niet slagen waardoor de poging absoluut ondeugdelijk is. Naar het oordeel van hof kan dit verweer niet slagen. De verdachte was immers op voorhand niet bekend met deze leveringsvoorwaarden. Naar het oordeel van het hof kan zeker niet algemeen worden uitgesloten dat computers telefonisch kunnen worden besteld en geleverd. Dat het de verdachte in dit geval niet is gelukt door de opstelling van de beoogde leverancier maakt de poging relatief ondeugdelijk maar kan daarmee wel worden bewezenverklaard.
Zaak met parketnummer 05-506956-09, feit 5
Het hof acht bewezen dat verdachte in de periode van 22 oktober tot en met 5 november 2008 laptops heeft besteld en afgehaald. Op 22 oktober 2008 en op 29 oktober 2008 zijn laptops door verdachte opgehaald.
Het hof neemt in aanmerking dat de levering die op 5 november 2008 zou plaatsvinden niet is doorgegaan, omdat verdachte bij het ophalen van die partij laptops is aangehouden.
Deze laptops vallen buiten de bewezenverklaring van de voltooide oplichting, en poging tot oplichting is niet ten laste gelegd. Omdat verdachte eerder in de bewuste periode op twee afzonderlijke tijdstippen bestelde laptops heeft opgehaald, is wel sprake van oplichting, meermalen gepleegd.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de
• zaak met parketnummer 05-504101-09 onder 1 primair en
• in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1, 2 primair, 3 en 5 en
• in de zaak met parketnummer 05-509526-09 onder 1 primair en 2 en
• in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1 en 2
tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 05-504101-09:
Feit 1 primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 25 augustus 2008 tot en met 29 oktober 2008 te [pleegplaats A] en/of te [pleegplaats B] en/of te [pleegplaats C] en/of te [pleegplaats D] en/of te [pleegplaats E] en/of te [pleegplaats F] en/of te [pleegplaats G], in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- een meer medewerkers van het [Hotel 1] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een of meer medewerkers van het [Hotel 2] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een meer medewerkers van het [Hotel 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid drank en/of etenswaren en/of
- een of meer medewerkers van het winkelbedrijf [x] heeft bewogen tot de afgifte van 12, althans één of meer, laptopcomputers en/of
in elk geval telkens één of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als, een tot het doen van aankopen bevoegde, medewerker van het bedrijf [Y] en/of [Z], waardoor voormelde personen werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Zaak met parketnummer 05-506956-09:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2008 tot en met 5 januari 2009 te [pleegplaats H] met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van [Hotel 4] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan de medewerker(s) (van de receptie) van voornoemd [Hotel 4] heeft medegedeeld dat hij werkzaam is als accountant en/of werkzaam is in dienst van [YY] en/of daarbij een fax van de Kamer van Koophandel heeft overhandigd en/of daarbij een mailwisseling tussen [naam medewerker] (manager van [YY]) en verdachte heeft overhandigd, waarbij hij, verdachte, heeft aangegeven dat de rekening van het verblijf naar [YY] kon worden gestuurd, waardoor [Hotel 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2009 tot en met 6 januari 2009 te [pleegplaats I], met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ((een) medewerker(s) van) [Hotel 5] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank en/of tijdschrift(en), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid naar voornoemd [Hotel 5] heeft gebeld met de verklaring dat hij, verdachte, niet in de gelegenheid was om een fax te sturen, omdat hij, verdachte, aan het skiën was en/of een reservering heeft gemaakt bij voornoemd [Hotel 5], op voorwaarde dat de factuur van het verblijf naar het bedrijf [YY] zou worden gestuurd, waardoor [Hotel 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 3:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 december 2008 en 6 januari 2009 te [pleegplaats J] en/of te [pleegplaats C] en/of te [pleegplaats K], althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk om zich of een anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, firma [a] en/of [b] te bewegen tot de afgifte van een of meer laptop(s), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als medewerker van [ZZ] en/of (vervolgens) op naam van voornoemde [ZZ] een of meer laptop(s) heeft besteld en/of zich heeft voorgedaan als [naam medewerker] en/of (vervolgens) namens [ZZ] een of meer laptop(s) heeft besteld en/of zich heeft voorgedaan als medewerker, te weten [naam medewerker], van [Z] en/of (vervolgens) op naam van voornoemde [Z] een of meer lapstop(s) heeft besteld en/of daarbij als e-mailadres heeft opgegeven [e-mailadres], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 5:
Hij op op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 oktober 2008 tot en 5 november 2008 te [pleegplaats D], althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerker(s) van) [bedrijf c] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer laptop(s), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een medewerker van [Z], te weten [naam medewerker] en/of (vervolgens) namens voornoemde [Z] een order heeft geplaatst voor een of meerdere laptop(s) bij voornoemde [bedrijf c], waardoor [bedrijf c] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Zaak met parketnummer 05-509526-09:
Feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2009 tot en met 29 januari 2009 te [pleegplaats L], met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van [Hotel 6] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank en/of bloemen, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan de medewerker(s) (van de receptie) van voornoemde [Hotel 6] heeft medegedeeld dat hij werkzaam is voor de [QQ] en/of een zogenaamde relatiekaart heeft ingevuld met daarop aangegeven dat [QQ] zijn werkgever is, waardoor [Hotel 6] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2009 tot en met 18 februari 2009 te [pleegplaats C] met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) medewerker(s) van het [Hotel 7] heeft bewogen tot de afgifte van etenswaar en/of drank, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voornoemd hotel heeft opgebeld en zich daarbij heeft voorgedaan als de heer [bb] en/of (als ware hij de heer [bb]) een reservering heeft gedaan voor één van de medewerkers van [RR] en/of (daarbij) heeft verklaard dat verdachte een medewerker is van [RR] en/of (daarbij) het e-mailadres [e-mailadres] heeft opgegeven, als ware dat het e-mailadres van [RR], waardoor [Hotel 7] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Zaak met parketnummer 05-513940-09:
Feit 1:
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 10 september 2009 en/of 11 september 2009 te [pleegplaats M], althans in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [d] heeft bewogen tot de afgifte van een (aantal) laptopcomputer(s), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een persoon genaamd [cc], zijnde een medewerker van [SS] en/of zijnde een persoon bevoegd tot het doen van aankopen voor/namens [SS] en/of (vervolgens) een (aantal) laptopcomputer(s) bij voormelde [d] heeft besteld en/of zich (vervolgens) heeft voorgedaan als een persoon genaamd [dd], zijnde een medewerker van [bank] en/of in die hoedanigheid voormelde [d] heeft medegedeeld dat de [bank] op het punt stond het geld (te weten het overeengekomen bedrag van eerder genoemde bestelling) over te maken, waardoor voormelde [d] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2:
hij op of omstreeks 11 september 2009 te [pleegplaats N], althans in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [e] en/of [f] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het transporteren/vervoeren van een of meer pakketten van [pleegplaats M] naar [plaats O] en/of [plaats P], in elk geval tot het verlenen van een dienst, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een persoon genaamd [cc], zijnde een medewerker van [SS] en/of zijnde een persoon bevoegd tot het doen van aankopen en/of inkopen van diensten en/of (vervolgens) voornoemd [e] heeft verzocht een rit uit te voeren naar [plaats O] en/of [plaats P] en/of dit verzoek middels een e-mailbericht verzonden vanaf het e-mailbericht [e-mailadres] aan die [e] heeft bevestigd, waardoor voornoemde [e] en/of [f] werd bewogen tot het verlenen van bovenomschreven dienst.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Zaak met parketnummer 05-513940-09, feit 2
Bij feit 2, met parketnummer 05-513940-09, is bewezen verklaard dat verdachte de heer [e] op 11 september 2009 heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het verrichten van koerierswerkzaamheden.
Eerst bij Wet van 12 juni 2009, Stb. 245 is een dergelijke handelwijze strafbaar gesteld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht; deze bepaling is echter pas op 1 april 2010 in werking getreden.
Omdat het bewezenverklaarde handelen ziet op een tijdstip gelegen vóór deze inwerkingtreding, is het hof van oordeel dat het bewezenverklaarde feit niet strafbaar is, zodat voor dit feit een ontslag van alle rechtsvervolging moet volgen.
Het
• in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1 en 2 primair,
• in de zaak met parketnummer 05-509526-09 onder 1 primair en 2,
• in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1
bewezenverklaarde levert telkens op:
Oplichting.
Het
• in de zaak met parketnummer 05-504101-09 onder 1 primair,
• in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 5
bewezenverklaarde levert telkens op:
Oplichting, meermalen gepleegd.
Het
• in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 3,
bewezenverklaarde levert op:
Poging tot oplichting.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich verschillende malen heeft schuldig gemaakt aan oplichting, waardoor tal van bedrijven en personen met een aanzienlijke schadepost zijn geconfronteerd. De feiten die in deze strafzaak zijn betrokken zijn begaan in de periode van augustus 2008 tot en met september 2009.
Geconstateerd wordt dat verdachte in heel Nederland actief is en dat hij reeds diverse malen voor soortgelijke feiten is veroordeeld, ook voor feiten die na deze periode zijn gepleegd. In 2009 is een psychologisch rapport over verdachte opgemaakt en ook een reclasseringsrapport. Verdachte heeft in 2009 aangegeven in te zien dat hij iets aan zijn problematiek moet doen. Tot op heden heeft hij met die plannen niets gedaan. Ten tijde van de behandeling van de onderhavige zaken zat hij gedetineerd voor een andere zaak en was hij als verdachte in (geschorst) voorarrest voor een nieuwe, recente zaak. Ter terechtzitting heeft hij desgevraagd gezegd in te zien dat er echt wat bij hem moet veranderen.
In eerste aanleg is verdachte, na een eis van 8 maanden gevangenisstraf, zonder expliciete nadere redengeving, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
In hoger beroep is door de advocaat-generaal een gevangenisstraf gevorderd van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt het meewerken aan een ambulante behandeling.
Naar het oordeel van het hof doet deze geëiste straf, die al hoger is dan de in eerste aanleg opgelegde straf, geen recht aan de hoeveelheid en de ernst van de gepleegde feiten. In het verleden is verdachte wegens soortgelijke feiten veroordeeld tot kortere vrijheidsstraffen, maar deze hebben wat betreft de speciale preventie onvoldoende effect gesorteerd. Het hof vindt dat geen andere straf in aanmerking komt dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van nader te bepalen duur. Daarnaast ziet het hof reden om een lange voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met daaraan verbonden een verplicht reclasseringstoezicht. Verdachte heeft een forse stok achter de deur nodig om hulp van de reclassering min of meer af te dwingen, althans mogelijk te maken. Een van de problemen is, volgens verdachte, dat hij geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, waardoor reclasseringstoezicht moeilijk kan worden opgestart. Dat is echter geen excuus om zich aan een dergelijk toezicht te kunnen onttrekken. Verdachte zal, in de tijd dat hij het onvoorwaardelijk deel van de straf ondergaat, moeten proberen om het reclasseringscontact voor de periode na detentie te organiseren. Zonder een dergelijk toezicht en zonder dat aan de problematiek van verdachte iets verandert, ziet het hof een groot gevaar voor herhaling, waartegen de maatschappij moet worden beschermd. Het hof legt verdachte om deze redenen een gevangenisstraf op voor de duur van 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 4](05/506956-09, feit 1)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.237,33, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 502,81. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit, gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom voor het overige in haar vordering niet worden ontvangen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 6] (05/509526-09, feit 1)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 347,58, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat, nu de vordering niet is onderbouwd, behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 7] (05/509526-09, feit 2)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.157,43, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 393,97. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-509526-09, onder 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit, gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [d] (05/513940-09, feit 1)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 4.161,43. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 2.082,84. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom voor het overige in haar vordering niet worden ontvangen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [e] (05/513940-09, feit 2)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 247,62. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 208,08. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 4 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het
in de zaak met parketnummer 05-504101-09 onder 1 primair,
in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1, 2 primair, 3 en 5,
in de zaak met parketnummer 05-509526-09 onder 1 primair en 2,
in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1 en 2
tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het
in de zaak met parketnummer 05-504101-09 onder 1 primair en
in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1, 2 primair, 3 en 5 en
in de zaak met parketnummer 05-509526-09 onder 1 primair en 2 en
in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1
bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 2 bewezenverklaarde niet strafbaar en ontslaat verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, en/of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven.
Geeft eerstgenoemde instelling opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 4]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [Hotel 4] terzake van het in de zaak met parketnummer 05-506956-09 onder 1 bewezen verklaarde tot het gevorderde bedrag van EUR 502,81 (vijfhonderdtwee euro en eenentachtig cent) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Hotel 4], een bedrag te betalen van EUR 502,81 (vijfhonderdtwee euro en eenentachtig cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij inzoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 6]
Verklaart de benadeelde partij, [Hotel 6], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [Hotel 7]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [Hotel 7] terzake van het in de zaak met parketnummer 05-509526-09 onder 2 bewezen verklaarde tot het gevorderde bedrag van EUR 393,97 (driehonderddrieënnegentig euro en zevenennegentig cent) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [Hotel 7], een bedrag te betalen van EUR 393,97 (driehonderddrieënnegentig euro en zevenennegentig cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [d]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [d] terzake van het in de zaak met parketnummer 05-513940-09 onder 1 bewezen verklaarde tot het gevorderde bedrag van EUR 2.082,84 (tweeduizend tweeëntachtig euro en vierentachtig cent) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [d], een bedrag te betalen van EUR 2.082,84 (tweeduizend tweeëntachtig euro en vierentachtig cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij inzoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [e]
Verklaart de benadeelde partij, [e], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr H.W. Koksma, voorzitter,
mr M. Barels en mr A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.R.M. Roetgerink, griffier,
en op 20 april 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.