ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5286
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.D.S.L. Bosch
- G. Jonkman
- J.G. Idsardi
- Rechtspraak.nl
Alimentatie en echtscheiding: beoordeling van behoefte en draagkracht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 15 februari 2011, gaat het om een hoger beroep inzake de alimentatie en echtscheiding tussen een man en een vrouw. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder op 15 juli 2009 de echtscheiding uitgesproken en de alimentatie vastgesteld op € 423,- per maand. De man heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen, met name de alimentatie, en deze op nihil te stellen. De vrouw heeft in incidenteel beroep haar behoefte aan alimentatie betwist en verzocht om een hogere bijdrage.
Het hof heeft de geschilpunten tussen partijen beoordeeld, waaronder de echtscheiding, de behoefte van de vrouw, de draagkracht van de man, en het voortgezet gebruik van de echtelijke woning. Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding bekrachtigd. Wat betreft de behoefte van de vrouw heeft het hof geoordeeld dat de rechtbank de huwelijksgerelateerde behoefte correct heeft vastgesteld, zonder rekening te houden met fiscale voordelen. De vrouw heeft een netto inkomen van € 892,63 per maand, terwijl haar behoefte is vastgesteld op € 3.005,- netto per maand.
De draagkracht van de man is eveneens beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de man een bruto inkomen heeft van € 33.594,- per jaar, wat neerkomt op een netto inkomen van € 1.771,47 per maand. Na een jusvergelijking heeft het hof geconcludeerd dat de vrouw in een financieel gunstigere positie komt te verkeren dan de man bij betaling van alimentatie. Uiteindelijk heeft het hof de alimentatie vastgesteld op € 915,- bruto per maand, met een verhoging naar € 984,- bruto per maand zodra de vrouw zelf woonlasten moet betalen. De ingangsdatum van de alimentatie is vastgesteld op de datum van inschrijving van de echtscheiding.
De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en de alimentatie is opnieuw vastgesteld. Het hof heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de vrouw tot voortgezet gebruik van de echtelijke woning afgewezen, omdat zij haar verzoek onvoldoende heeft onderbouwd.