ECLI:NL:GHARN:2011:BQ6628

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
31 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002728-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en lokaalvredebreuk met voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is beschuldigd van diefstal van een mobiele telefoon en lokaalvredebreuk, waarbij hij een eerder opgelegd toegangsverbod heeft overtreden. De feiten dateren van 5 oktober 2010, toen de verdachte in een winkel een mobiele telefoon heeft gestolen, toebehorende aan een bedrijf, en wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van acht weken, met een proeftijd van twee jaar, en als bijzondere voorwaarde dat hij zijn klinische behandeling bij Stichting De Hoop zal voortzetten. Daarnaast heeft het hof een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf afgewezen, maar een andere vordering tot tenuitvoerlegging in de vorm van een werkstraf toegewezen. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek en de voortgang van zijn behandeling. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002728-10
Uitspraak d.d.: 31 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 november 2010 en de van dat vonnis deeluitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, parketnummers 23-003778-09 en
08-710006-09, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1963],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 17 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht weken, met een proeftijd van twee jaren, en met een bijzondere voorwaarde. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 23-003778-09 zal worden afgewezen en dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 08-710006-09 zal worden toegewezen en dat in plaats van een gevangenisstraf een werkstraf zal worden opgelegd. De advocaat-generaal heeft ten slotte een beslissing op de in beslag genomen voorwerpen gevorderd. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R. ter Haar, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 05 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung, type S5230), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf] (filiaal [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
feit 2:
hij op of omstreeks 05 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan de [adres] en in gebruik bij de [bedrijf], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, welke wederrechtelijkheid hieruit bestond dat hem, verdachte, zowel op 13 november 2008 als op 5 juli 2009 schriftelijk, voor de duur van twee jaar, de toegang tot bovengenoemd besloten lokaal is ontzegd.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 05 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung, type S5230), toebehorende aan de [bedrijf] (filiaal [adres]).
feit 2:
hij op 05 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan de [adres] en in gebruik bij de [bedrijf], welke wederrechtelijkheid hieruit bestond dat hem, verdachte, op 13 november 2008 voor de duur van twee jaar de toegang tot bovengenoemd besloten lokaal is ontzegd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal en aan lokaalvredebreuk. Diefstal is een hinderlijk feit dat schade en overlast voor de gedupeerden teweegbrengt. Door het hem opgelegde toegangsverbod te negeren heeft verdachte blijk gegeven van een gebrek aan respect jegens de gebruiker(s) van het betreffende gebouw.
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 maart 2011. Daaruit volgt dat verdachte vele malen is veroordeeld wegens - onder meer - soortgelijke strafbare feiten.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een tweetal door verdachte overgelegde brieven van Stichting De Hoop. Deze brieven sluiten aan bij hetgeen door en namens verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht omtrent zijn huidige persoonlijke omstandigheden. Deze omstandigheden houden in dat verdachte, na een jarenlange verslaving en de daarmee samenhangende problematiek, thans is opgenomen in een ongeveer twaalf maanden durend programma waarin hij eerst met succes gedetoxificeerd is en waarin hij thans onder begeleiding werkt aan een verslavingsvrije reïntegratie in de maatschappij. De indruk die het hof ter terechtzitting van verdachte heeft gekregen, bevestigt het in genoemde brieven gemelde gunstige verloop van die huidige behandeling.
Het hof is, gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat oplegging van na te melden voorwaardelijke straf passend en geboden is. Door oplegging van de straf in deze vorm wordt de huidige behandeling niet doorkruist. Wanneer verdachte de behandeling niet zou afronden, of wanneer hij anderszins strafrechtelijk in de fout zou gaan, zou dat alsnog oplegging van de straf tot gevolg kunnen hebben.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij (naar het hof begrijpt) arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 2 augustus 2010, parketnummer 23-003778-09, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Almelo van 23 februari 2009, parketnummer 08-710006-09, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur gelasten.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de teruggave aan de rechthebbende zal gelasten van een onder verdachte inbeslaggenomen Samsung telefoon, type S 5230. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof alsnog afstand gedaan van deze telefoon, zodat deze aan de rechthebbende kan worden teruggegeven. Het hof zal onder deze omstandigheid niet over dit inbeslaggenomen voorwerp beslissen.
De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat het hof de verbeurdverklaring zal gelasten van een onder verdachte inbeslaggenomen kniptang. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof alsnog afstand gedaan van deze kniptang. Het hof zal onder deze omstandigheid niet over dit inbeslaggenomen voorwerp beslissen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 22c, 22d, 57, 63, 138 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en de verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, waarbij verdachte zijn huidige klinische behandeling bij Stichting De Hoop zal voortzetten en afronden. Draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, en/of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Tenuitvoerlegging
parketnummer 23-003778-09
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Zwolle-Lelystad van 10 november 2010, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 2 augustus 2010 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
parketnummer 08-710006-09
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Almelo van 23 februari 2009, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 37 (zevenendertig) dagen, te vervangen door een: taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 74 (vierenzeventig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 37 (zevenendertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 31 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.