ECLI:NL:GHARN:2011:BQ9914

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003041-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van mishandeling met werkstraf als strafmaat

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van mishandeling, gepleegd op 30 oktober 2010 in de gemeente [gemeente]. Het hof heeft op basis van verschillende getuigenverklaringen vastgesteld dat de verdachte en het slachtoffer elkaar vuistslagen hebben gegeven, wat heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer. De verdachte had veel alcohol gedronken en zijn gedrag leidde tot een vechtpartij. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 60 uren eiste, afgewezen en in plaats daarvan een werkstraf van 20 uren opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de mishandeling heeft plaatsgevonden.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten, maar heeft ook geconstateerd dat de verdachte pas heeft geslagen nadat hij zelf meerdere klappen had gekregen. Dit heeft invloed gehad op de strafoplegging. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf is afgewezen. Het hof heeft de artikelen 14g, 14h, 14i, 14j, 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De beslissing van het hof is dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en de verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van 20 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003041-10
Uitspraak d.d.: 29 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 21 december 2010 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 07-612203-08, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1992],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf van 60 uren en tenuitvoerlegging van de opgelegde voorwaardelijke werkstraf van 20 uren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr R.P.A. Kint, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 30 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meerdere malen, in elk geval éénmaal (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of op/tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Het dossier bevat verschillende verklaringen van getuigen waaruit blijkt dat verdachte en aangever elkaar vuistslagen hebben gegeven. Het hof hecht geloof aan die verklaringen en volgt het betoog van de raadsman, strekkende tot vrijspraak, niet.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer], meerdere malen in het gezicht heeft gestompt, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte had veel alcohol gedronken en was vervelend richting meerdere mensen. Zijn gedrag jegens aangever leidde tot een vechtpartij waarbij aangever en verdachte elkaar vuistslagen hebben gegeven. Verdachte is op enig moment bewusteloos geraakt.
Het hof heeft gelet op een verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 15 april 2011 waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten. Dit heeft hem er echter niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
Het hof acht aannemelijk geworden dat verdachte aangever [slachtoffer] weliswaar heeft gestompt, maar pas nadat deze hem meerdere klappen had gegeven. Dit dient zijn weerslag te vinden in de strafoplegging. Derhalve zal het hof afwijken van de vordering van de advocaat-generaal en overgaan tot oplegging van een werkstraf van hierna aan te geven duur.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Kinderrechter te Zwolle-Lelystad van 23 oktober 2008, parketnummer 07-612203-08, opgelegde voorwaardelijke werkstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen jeugddetentie. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van het eerder overwogene, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g,14h, 14i, 14j, 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Zwolle van 29 november 2010, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Zwolle-Lelystad van 23 oktober 2008, parketnummer 07-612203-08, voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen jeugddetentie.
Aldus gewezen door
mr. S. Zwerwer, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R. Jansen, griffier,
en op 29 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.P. van Stempvoort is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.