ECLI:NL:GHARN:2011:BR0601
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M.P. den Hollander
- J.D.S.L. Bosch
- K.R. Kuiken
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ouderschapsplan in het geval van mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de echtscheiding tussen een man en een vrouw. De vrouw had in haar inleidend verzoekschrift aangegeven dat zij tijdens het huwelijk meerdere malen door de man was mishandeld, zowel geestelijk als lichamelijk. Dit leidde tot haar verblijf in een blijf-van-mijn-lijfhuis. De man ontkende de beschuldigingen, maar het hof oordeelde op basis van een raadsrapport dat de dochter van partijen had verklaard dat zij had gezien dat de vrouw door de man werd geslagen. Het hof oordeelde dat, hoewel de man niet was vervolgd, de mishandelingen aannemelijk waren.
De man had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad te vernietigen, waarin de echtscheiding was uitgesproken. Hij stelde dat de vrouw niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard in haar verzoek, omdat zij geen ouderschapsplan had overgelegd. Het hof oordeelde echter dat de vrouw voldoende had onderbouwd waarom zij geen ouderschapsplan kon overleggen, en dat het ontbreken daarvan niet aan de ontvankelijkheid van het echtscheidingsverzoek in de weg stond.
Het hof concludeerde dat de vrouw terecht ontvankelijk was verklaard in haar verzoek tot echtscheiding en dat er sprake was van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof wees het meer of anders verzochte af. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van slachtoffers van huiselijk geweld in het echtscheidingsproces en de mogelijkheid om af te wijken van de vereiste indiening van een ouderschapsplan in bijzondere omstandigheden.