ECLI:NL:GHARN:2011:BR0618
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Bosma
- A. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- H. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met werkstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 6 januari 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1987 en werkzaam als portier/beveiliger, was beschuldigd van mishandeling van een persoon, te weten [slachtoffer], op 24 juni 2007. De verdachte zou [slachtoffer] met kracht bij de keel en/of nek hebben gepakt en de keel hebben dichtgeknepen, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 16 augustus 2010 en 21 juni 2011, en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 30 uren had geëist, subsidiair 15 dagen hechtenis.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat het bewezenverklaarde feit, namelijk de mishandeling, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd niet eerder onherroepelijk veroordeeld, wat meebracht dat de opgelegde straf passend en geboden was. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de artikelen 22c, 22d, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.