ECLI:NL:GHARN:2011:BR0618

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
5 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000039-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Bosma
  • A. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
  • H. Hielkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 6 januari 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1987 en werkzaam als portier/beveiliger, was beschuldigd van mishandeling van een persoon, te weten [slachtoffer], op 24 juni 2007. De verdachte zou [slachtoffer] met kracht bij de keel en/of nek hebben gepakt en de keel hebben dichtgeknepen, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 16 augustus 2010 en 21 juni 2011, en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 30 uren had geëist, subsidiair 15 dagen hechtenis.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat het bewezenverklaarde feit, namelijk de mishandeling, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd niet eerder onherroepelijk veroordeeld, wat meebracht dat de opgelegde straf passend en geboden was. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de artikelen 22c, 22d, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000039-09
Uitspraak d.d.: 5 juli 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 januari 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 16 augustus 2010 en 21 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg d.d. 10 september 2009 en 6 januari 2009.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J.S.W. Boorsma, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 juni 2007 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), in de buik heeft gestompt, althans met kracht in de buik heeft geduwd en/of deze (vervolgens) met kracht bij de keel en/of nek heeft gepakt en/of de keel en/of nek heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden en/of (vervolgens) deze met kracht heeft (omge)duwd en/of gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 juni 2007 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer] met kracht bij de keel en/of nek heeft gepakt en de keel heeft dichtgeknepen en dichtgeknepen gehouden, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 24 juni 2007 als portier/beveiliger in een discotheek [slachtoffer] mishandeld door hem met kracht bij de keel en/of nek te pakken en de keel dicht te knijpen en dicht te houden. Als gevolg daarvan heeft [slachtoffer] een gezwollen rode huid in de nek en een kneuzing van de nek opgelopen. Door het plegen van dit feit heeft verdachte de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden.
Op grond van het vorenstaande en gezien de omstandigheid dat verdachte blijkens het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 13 april 2011 vóór het plegen van het bewezen verklaarde niet eerder onherroepelijk is veroordeeld, acht het hof de oplegging van de door de rechtbank opgelegde werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, welke straf eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door mr. Bosma, voorzitter, mr. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg,
senior raadsheer, en mr. Hielkema, raadsheer, in tegenwoordigheid van Boersma, griffier,
en op 5 juli 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.