ECLI:NL:GHARN:2011:BR5508

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002911-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Zwerwer
  • mr. Sekeris
  • mr. Meijer-Campfens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met de dood met schriftelijke voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging met de dood, gepleegd in de periode van 13 juni 2009 tot en met 26 juni 2009. De bedreiging was gericht aan een bewindvoerder van een stichting, waarbij de verdachte dreigende brieven heeft verstuurd. De advocaat-generaal had een werkstraf van 30 uren gevorderd, waarvan 15 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal overgenomen en de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke werkstraf. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijke bedreiging, maar dat hij na het bewezen verklaarde feit niet opnieuw in aanraking is gekomen met justitie. De bedreiging is gekwalificeerd als een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van de bewindvoerder. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en heeft de strafoplegging als passend en geboden beschouwd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
NEVENZITTINGPLAATS LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002911-10
Uitspraak d.d.: 22 augustus 2011
VERSTEK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1960],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, waarvan 15 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2009 tot en met 26 juni 2009 in de gemeente [gemeente] een persoon, genaamd [slachtoffer], bewindvoerder bij de stichting [stichting], schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met de dood, immers heeft hij opzettelijk dreigend per brie(f)(ven) de woorden toegevoegd "u gaat wel dood met u stichting" en/of de woorden: "onder toezicht van de politie schiet ik u en de rest van de stichting [stichting] dood als u niet doet wat ik zeg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 13 juni 2009 tot en met 26 juni 2009 in de gemeente [gemeente] een persoon, genaamd [slachtoffer], bewindvoerder bij de stichting [stichting], schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met de dood, immers heeft hij opzettelijk dreigend per brieven de woorden toegevoegd "u gaat wel dood met u stichting" en de woorden: "onder toezicht van de politie schiet ik u en de rest van de stichting [stichting] dood als u niet doet wat ik zeg".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in de periode van 13 juni 2009 tot en met 26 juni 2009 [slachtoffer], toenmalig bewindvoerder van verdachte bij de Stichting [stichting], welke Stichting de zakelijke belangen van verdachte behartigde, schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde bedreigd met de dood. Dit feit dient te worden aangemerkt als een ernstige bedreiging van de lichamelijke integriteit van die bewindvoerder.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 31 mei 2011 blijkt dat verdachte eenmaal eerder (in 2001) ter zake van het plegen van een soortgelijke bedreiging is veroordeeld. Voorts blijkt uit dat uittreksel dat verdachte na het plegen van het hiervoor bewezen verklaarde feit niet wederom met justitie en politie in aanraking is gekomen.
Op grond van het vorenstaande, in samenhang beschouwd, acht het hof de oplegging van de door de advocaat-generaal gevorderd deels voorwaardelijke werkstraf, welke eveneens door de politierechter was opgelegd, passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de werkstraf, groot 15 (vijftien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 7 (zeven) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. Zwerwer, senior raadsheer, voorzitter,
mr. Sekeris en mr. Meijer-Campfens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van Boersma, griffier,
en op 22 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.