ECLI:NL:GHARN:2011:BR6741

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
5 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P11/0180
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. van der Herberg
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • J.H.M. Zwinkels
  • J. Schudel
  • E. Harmsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep terbeschikkingstelling en verlenging van de maatregel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage van 11 januari 2011, die een last tot hervatting van de verpleging van overheidswege oplegde aan de terbeschikkinggestelde. De laatste verlenging van de terbeschikkingstelling door het hof vond plaats op 4 oktober 2010, op basis van een verlengingsadvies van de kliniek van 20 augustus 2009. Dit advies was echter ondertekend door een psychiater die niet meer geregistreerd stond in het BIG-register. Ondanks dit gebrek, oordeelt het hof dat de verlengingsbeslissing onherroepelijk is en dat er geen rechtsgevolgen aan dit gebrek verbonden kunnen worden. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet gehouden aan de voorwaarden van de terbeschikkingstelling en er is een aanzienlijke kans op recidivegevaar, wat leidt tot de conclusie dat hervatting van de verpleging van overheidswege noodzakelijk is.

De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman betogen dat de eerdere verlenging niet rechtmatig was vanwege de verlopen registratie van de psychiater. Het hof oordeelt echter dat de rechtbank terecht heeft besloten de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. De onherroepelijkheid van de eerdere verlengingsbeslissing betekent dat deze niet meer ter discussie kan worden gesteld in het kader van de huidige procedure. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en wijst de verzoeken van de terbeschikkinggestelde af, waaronder het verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een spoedige behandeling van het beroep, maar dat de beslissing voldoende bevrediging biedt voor het geschonden rechtsgevoel.

Uitspraak

TBS P11/0180
Beslissing d.d. 5 september 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in PI [PI].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage van 11 januari 2011, houdende een last tot hervatting van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde d.d. 12 januari 2011;
- een faxbericht van Reclassering Nederland van 15 augustus 2011, met bijlagen.
Het hof heeft ter zitting van 22 augustus 2011 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr A.H. Westendorp, advocaat te ’s-Gravenhage, en de advocaat-generaal, mr I. Klopper-Gerretsen.
Overwegingen:
Het standpunt van het openbaar ministerie
Bij de naar het hof begrijpt laatste verlenging door het gerechthof op 4 oktober 2010 is het verlengingsadvies van de kliniek van 14 augustus 2009 door een psychiater ondertekend die niet meer als zodanig stond ingeschreven in het BIG-register. Er is derhalve sprake geweest van een gebrek. Blijkens de jurisprudentie heeft een gebrek in een eerdere verlengingsbeslissing, die onherroepelijk is geworden, in beginsel geen rechtsgevolgen voor een latere verlengingsprocedure. Er dienen derhalve thans geen consequenties aan voornoemd gebrek te worden verbonden.
De terbeschikkinggestelde heeft enkele voorwaarden overtreden. Hij wil niet meer met de reclassering samenwerken. Er is sprake van een aanzienlijke kans op recidivegevaar. Derhalve wordt geen andere mogelijkheid gezien dan de hervatting van de verpleging van overheidswege.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Door de verlopen registratie van de psychiater is een eerdere verlenging van de terbeschikkingstelling niet op rechtmatige gronden geschied. Deze substantiële nietigheid leidt er toe dat thans geen sprake meer is van een rechtmatige terbeschikkingstelling, die kan worden verlengd. Primair dient derhalve de vordering van de officier van justitie te worden afgewezen met onmiddellijke invrijheidstelling van de terbeschikkinggestelde.
Een hervatting van de verpleging van overheidswege zal mogelijk betekenen dat de terbeschikkinggestelde niet meer uit de TBS zal geraken. Nu uit de risicotaxatie een laag tot matig recidiverisico naar voren komt, de terbeschikkinggestelde gedurende lange tijd geen psychotische verschijnselen heeft vertoond en geen strafbare feiten heeft gepleegd wordt subsidiair verzocht de terbeschikkinggestelde alsnog in het kader van een time-out te laten plaatsen in de [kliniek], waartoe de voorwaarden waaronder de verpleging van overheidswege is beëindigd de mogelijkheid bieden, en de zaak verder aan te houden voor onderzoek naar de mogelijkheden van een voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank terecht en op goede gronden heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaar. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
In aanvulling hierop overweegt het hof nog het volgende.
Het hof is van oordeel dat van een spoedige behandeling van het beroep in de zin van artikel 5, vierde lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden geen sprake is geweest, omdat het beroep meer dan zeven maanden na het instellen van het beroep is behandeld. In de voorliggende zaak oordeelt het hof dat de beslissing om een verdragsrechtelijke schending aan te nemen in zichzelf voldoende bevrediging van het geschonden rechtsgevoel inhoudt.
Op 4 oktober 2010 werd de terbeschikkingstelling laatstelijk door het hof verlengd en wel met twee jaren. Aan deze verlenging lag mede ten grondslag een verlengingsadvies van de [kliniek] van 20 augustus 2009. Gebleken is dat voornoemd advies is ondertekend door een psychiater die niet meer als zodanig stond ingeschreven in het BIG-register.
De verlengingsbeslissing van het hof van 4 oktober 2010 is evenwel onherroepelijk, zodat moet worden uitgegaan van een rechtmatige verlenging van de maatregel. Deze beslissing kan in het kader van de onderhavige procedure (wel of niet hervatten van de verpleging van overheidswege) niet meer aan de orde zijn. Aan eventuele onvolkomenheden kunnen – gelet op de onherroepelijkheid van voornoemde verlengingsbeslissing en het gesloten stelsel van rechtsmiddelen – thans geen rechtens relevante gevolgen meer worden verbonden. Een uitzondering die noopt tot een doorbreking van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen, doet zich in dit geval niet voor.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Wijst af het verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling.
Bevestigt met aanvulling van gronden de beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage van 11 januari 2011 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde]
Aldus gedaan door
mr E. van der Herberg als voorzitter,
mr Y.A.J.M. van Kuijck en mr J.H.M. Zwinkels als raadsheren,
en prof. dr. J. Schudel en drs. E. Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr G.J.B. van Weegen als griffier,
en op 5 september 2011 in het openbaar uitgesproken.
De raden en mr Zwinkels zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.