ECLI:NL:GHARN:2011:BS1184
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E. van der Herberg
- J.H.M. Zwinkels
- W. van Kordelaar
- B.C.M. Raes
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 augustus 2011 uitspraak gedaan over het hoger beroep van betrokkene, die op 29 juli 2010 beroep had ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had op 20 juli 2010 besloten dat de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders zou worden voortgezet. Echter, het dossier werd pas op 14 juli 2011, na een rappel van de raadsman, naar het hof gestuurd, wat resulteerde in een behandeling van het beroep meer dan twaalf maanden na de indiening. Het hof oordeelde dat deze aanzienlijke termijnoverschrijding de betekenis van het beroep vrijwel had doen vervallen en dat hieraan consequenties verbonden dienden te worden.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen recidivegevaar meer is, aangezien betrokkene sinds zijn onttrekking in februari 2011 geen strafbare feiten heeft gepleegd en geen alcohol of drugs meer gebruikt. De advocaat-generaal concludeerde tot beëindiging van de maatregel, en de raadsvrouw van betrokkene verzocht om onmiddellijke beëindiging. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders met onmiddellijke ingang beëindigd, mede ter compensatie van de termijnoverschrijding.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een tijdige behandeling van hoger beroep en de eisen die voortvloeien uit zowel het Wetboek van Strafvordering als het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Het hof heeft geoordeeld dat de voortzetting van de maatregel niet meer gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden van de zaak en het ontbreken van een recidivegevaar.