ECLI:NL:GHARN:2011:BT2895
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S. Zwerwer
- O. Anjewierden
- J. Dolfing
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte ter zake van schending van de inlichtingenplicht van de WWB
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk niet tijdig verstrekken van benodigde gegevens in strijd met artikel 17 van de Wet werk en bijstand (WWB), wat mogelijk tot bevoordeling van zichzelf of een ander kon leiden. De tenlastelegging betrof de periode van 2 mei 2002 tot en met 30 april 2005, waarin de verdachte zou hebben nagelaten om de gemeente tijdig op de hoogte te stellen van een gezamenlijke huishouding met een andere persoon.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2011 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij de advocaat-generaal een werkstraf van 90 uren had gevorderd, subsidiair 45 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte een gezamenlijke huishouding voerde met de genoemde persoon of dat deze persoon zijn hoofdverblijf had op het adres van de verdachte. De verdachte had consistent verklaard over de aanwezigheid van deze persoon in verband met de kinderen, en het hof vond meerdere aanknopingspunten in het dossier die deze verklaring ondersteunden.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.