ECLI:NL:GHARN:2011:BT5851
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- R.A. Zuidema
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Ontslagname na beschuldigingen van bedrijfsdiefstal en bewijslevering in kort geding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin hij zijn ontslag op staande voet aanvecht. [appellant] was in dienst bij Hebo Verhuur B.V. en heeft op 22 september 2010 zijn ontslag ingediend na beschuldigingen van diefstal. In het gesprek waarin hij zijn ontslag indiende, heeft hij erkend goederen te hebben ontvreemd. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, en dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden bij de ontslagname.
In hoger beroep heeft [appellant] vier grieven ingediend en verzocht om doorbetaling van zijn loon en wedertewerkstelling. Het hof heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang was bij de vordering tot wedertewerkstelling, aangezien [appellant] inmiddels bij een andere werkgever in dienst was getreden. Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat de ontslagname door [appellant] onder invloed van een wilsgebrek niet voldoende was aangetoond. De bewijslast lag bij [appellant], maar hij heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stellingen over dwang en misbruik van omstandigheden.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot wedertewerkstelling en heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Tevens is [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De zaak illustreert de complexiteit van ontslagzaken en de noodzaak van voldoende bewijs bij het aanvechten van ontslag.