ECLI:NL:GHARN:2011:BT7071

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-003952-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens gebrek aan bewijs in zaak tegen verdachte voor het voeren van de titel accountant zonder registratie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Wageningen. De verdachte werd vervolgd voor het onterecht voeren van de titel 'accountant' zonder dat hij geregistreerd was in het daarvoor vereiste register, zoals vastgelegd in de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten. De tenlastelegging stelde dat de verdachte zich in de periode van 1 maart 2007 tot en met 1 maart 2009 in Wageningen had gepresenteerd als accountant, terwijl hij niet ingeschreven was in het register. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis van de kantonrechter, dat de verdachte had vrijgesproken.

Tijdens de zittingen van het hof op 3 juni 2010 en 18 januari 2011 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. Het hof oordeelde dat de zinsnede "dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk moet worden gewekt" niet in de tenlastelegging was opgenomen. Dit gebrek in de tenlastelegging leidde tot de conclusie dat het tenlastegelegde feit niet bewezen kon worden. Het hof vernietigde daarom het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige tenlastelegging en de noodzaak dat alle elementen van een strafbaar feit duidelijk en ondubbelzinnig in de aanklacht zijn opgenomen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet geschaad was in zijn verdediging door eventuele taal- of schrijffouten in de tenlastelegging, maar dat het ontbreken van cruciale zinsneden leidde tot vrijspraak. De beslissing van het hof werd genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de griffier, en is op 1 februari 2011 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-003952-09
Uitspraak d.d.: 1 februari 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter Sec. kt Wageningen van 1 oktober 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode en woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 3 juni 2010 en 18 januari 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 maart 2007 tot en met 01 maart 2009 te Wageningen, in ieder geval in Nederland, terwijl hij niet was ingeschreven in het register bedoeld in artikel 36 en/of register bedoeld in artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants, (telkens) anders dan in besloten kring de benaming accountant zonder nadere toevoeging, dan wel in enige samenstelling of afkorting, anders dan die van registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent, heeft gevoerd, dan wel zich (telkens) zodanig heeft gedragen, dat hij tot het voeren van die benaming gerechtigd was, immers heeft hij, verdachte alstoen aldaar (telkens) het woord accountancy gebruikt in zijn bedrijfsnaam, welke bedrijfsnaam telkens terugkeert op het briefpapier en/of visitekaartje en/of op de website en/of de telefoongids, terwijl verdachte niet was ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 36 en/of artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants; art 41 lid 1 Wet op de Accountants-Administratieconsulenten
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Verdachte wordt -kort gezegd- vervolgd wegens overtreding van artikel 41 lid 1 Wet op de Accountants-Administratieconsulenten. Deze bepaling luidt als volgt:
“Het is degene, die niet is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 36 of in het register bedoeld in artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants verboden om anders dan in besloten kring de benaming accountant zonder nadere toevoeging dan wel in enige samenstelling of afkorting, anders dan die van registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent te voeren, dan wel zich zodanig te gedragen, dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk moet worden gewekt, dat hij tot het voeren van die benaming gerechtigd is.”
De zinsnede “dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk moet worden gewekt” is echter niet in de tenlastelegging opgenomen. Verdachte presenteert zich niet als een registeraccountant maar voert de naam [naam]a. Gelet op het ontbreken van voornoemde zinsnede kan het tenlastegelegde feit niet bewezen worden verklaard, zodat verdachte van het tenlastegelegde behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr R. de Groot en mr J.F.L. Roording, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr A.B. de Wit, griffier,
en op 1 februari 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr J.F.L. Roording is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.