ECLI:NL:GHARN:2011:BT7526
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- R.A. Zuidema
- M.E.L. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Incident tot verzet tegen eiswijziging in hoger beroep met betrekking tot loonvorderingen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 11 oktober 2011, gaat het om een incident tot verzet tegen een eiswijziging in hoger beroep. De appellant, wonende te Emmen, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter Zwolle-Lelystad, waarin zijn vorderingen tot betaling van loon en vakantiegeld door de geïntimeerde, een besloten vennootschap, waren afgewezen. De appellant vorderde in eerste aanleg een totaalbedrag van € 10.419,03 aan loon, inclusief wettelijke verhogingen en rente, maar de kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen en de appellant in de proceskosten verwezen.
In hoger beroep heeft de appellant zijn vordering gewijzigd en nieuwe vorderingen ingesteld, wat door de geïntimeerde werd bestreden. De geïntimeerde voerde aan dat de eiswijziging in strijd was met de goede procesorde, omdat deze niet alleen de grondslag en omvang van de vorderingen wijzigde, maar ook nieuwe vorderingen op nieuwe rechtsgronden introduceerde. Het hof heeft echter geoordeeld dat de gewijzigde eis niet leidde tot onredelijke vertraging of bemoeilijking van de verdediging van de geïntimeerde.
Het hof heeft het bezwaar van de geïntimeerde tegen de eiswijziging afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor verdere procedure. De beslissing over de kosten van het incident is gereserveerd voor de einduitspraak. Het hof benadrukt dat de herstelfunctie van het hoger beroep in acht moet worden genomen en dat de appellant het recht heeft om zijn eis te wijzigen, mits dit binnen de gestelde termijnen gebeurt. De zaak zal verder worden behandeld in de hoofdprocedure, waarbij het hof recht zal doen op de gewijzigde eis van de appellant.