ECLI:NL:GHARN:2011:BU5592
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onder curatelestelling van een meerderjarige met geestelijke stoornis
In deze eindbeschikking van het Gerechtshof Arnhem, gedateerd 10 november 2011, wordt de ondercuratelestelling van [betrokkene] behandeld. De zaak betreft een hoger beroep van [verzoekster] tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 30 december 2010 het verzoek tot ondercuratelestelling van [betrokkene] had afgewezen. De rechtbank had in plaats daarvan een bewind en mentorschap ingesteld voor [betrokkene].
Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 september 2011 werd de vraag aan de orde gesteld of de vader en broer van [betrokkene] als belanghebbenden in deze procedure moesten worden aangemerkt. [verzoekster] stelde dat er al zeven jaar geen contact was tussen [betrokkene] en zijn vader en broer, en dat hun betrokkenheid niet in het belang van [betrokkene] zou zijn. Het hof oordeelde dat, gezien de langdurige afwezigheid van contact en de bijzondere omstandigheden, de vader en broer niet als belanghebbenden moesten worden aangemerkt.
Het hof concludeerde dat [betrokkene], geboren op 7 februari 1993, lijdt aan een geestelijke stoornis die hem belemmert in het waarnemen van zijn belangen. Dit werd onderbouwd door medische stukken die aantoonden dat [betrokkene] autisme (PDD-NOS) heeft en dat hij veel structuur en begeleiding nodig heeft in zijn dagelijks leven. Het hof oordeelde dat er voldoende grond was om [betrokkene] onder curatele te stellen, en benoemde [verzoekster] tot curator. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd, en de uitspraak werd bekendgemaakt in de dagbladen 'De Stentor' en 'Trouw'.