ECLI:NL:GHARN:2011:BU6745

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
P11/0285
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • E. van der Herberg
  • E.G. Smedema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar na beoordeling van psychologische adviezen en recidiverisico

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 november 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren te [plaats] op [geboortedatum], die verblijft in [kliniek]. De zaak betreft een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Groningen van 22 juni 2011, waarin de terbeschikkingstelling met twee jaar werd verlengd. Het hof heeft de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, na beoordeling van verschillende rapportages en adviezen van gedragsdeskundigen en psychiaters. Het hof heeft vastgesteld dat het advies van de kliniek niet was ondertekend door een psychiater, wat in strijd is met de geldende regelgeving. Echter, het hof oordeelt dat dit gebrek voldoende is gecompenseerd door recente, ondertekende adviezen van twee gedragsdeskundigen, waaronder een psychiater. Het recidiverisico wordt op de korte en middellange termijn als laag ingeschat, maar het hof acht het noodzakelijk dat de terbeschikkinggestelde gedurende het resocialisatietraject wordt gevolgd en ondersteund. De terbeschikkinggestelde is gemotiveerd om te werken aan zijn resocialisatie, en het hof benadrukt het belang van het evalueren van zijn voortgang binnen een jaar. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, gezien de nog aanwezige delictgevaar.

Uitspraak

TBS P11/0285
Beslissing d.d. 14 november 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [kliniek], locatie [plaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Groningen van 22 juni 2011, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing, waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde d.d. 27 juni 2011;
- de pro justitia rapportage van [psychiater], psychiater, van 14 maart 2011;
- de pro justitia rapportage van [GZ-psycholoog], GZ-psycholoog, van 5 april 2011;
- het advies van [kliniek] van 1 april 2011, met daarbij gevoegd de wettelijke aantekeningen over de periode 2 juni 2009 tot 25 februari 2011.
- de aanvullende informatie van [kliniek] van 19 oktober 2011, met daarbij gevoegd de wettelijke aantekeningen over de periode van 26 februari 2011 tot 23 september 2011;
- de brief van mr H.P. Eckert van 30 oktober 2011, gericht aan het hof.
Het hof heeft ter zitting van 31 oktober 2011 gehoord de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsman mr H.P. Eckert, advocaat te Groningen, en de advocaat-generaal, mr A.A. Schut
Overwegingen
Het standpunt van de kliniek
Uit het verlengingsadvies van [kliniek] van 1 april 2011 blijkt onder meer het volgende - zakelijk weergegeven -:
Betrokkene is een gemiddeld intelligente man. Zijn verleden wordt gekenmerkt door weinig stabiliteit, veel verhuizingen, diverse life events en pedagogische en affectieve verwaarlozing. Op basis van eerdere rapportages, onderzoek en ontwikkelings-anamnestische gegevens kan sprake zijn van ADHD, die momenteel in remissie is. De persoonlijkheidsontwikkeling is gestagneerd en er kan worden gesproken van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale en borderline kenmerken.
Het recidivegevaar zou nu zonder tbs-kader hoog zijn. Er is sprake van beperkingen in het zicht op de eigen, onderliggende emotionele dynamiek op grond van betrokkenes persoonlijkheidsproblematiek en beperkte integratieve vermogens. Betrokkene lijkt nu nog gebaat bij externe controle en coaching bij het zicht krijgen en houden op de risico’s van zijn gedrag bij de weging van uitageren versus (rationele) controle. Daarom ligt het accent op copingmechanismen om terugval in delictgedrag tegen te gaan. De prognose is dat het huidige risicomanagement nog twee jaar noodzakelijk is. Geadviseerd wordt de termijn van terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De nadere informatie van [kliniek] van 19 oktober 2011 vermeldt onder meer het volgende - zakelijk weergegeven -:
Betrokkene beschikt sinds 25 augustus 2011 over een begeleid verlofmachtiging en is op 10 oktober 2011 gestart met de eerste van vijf geplande beveiligde verloven. De komende periode zal gericht zijn op het verder uitbouwen van de werkrelatie, de delict- en middelenanalyse en het uitbreiden van de reeds bestaande vaardigheden op verschillende gebieden. Afhankelijk van zijn inzet, motivatie en groei van probleeminzicht, coping en reflectie, lijkt op dit moment dat de prognose zoals gesteld in het recente verlengingsadvies nog van kracht is. Zijn huidige copingvaardigheden, persoonlijkheidsproblematiek en instabiliteit op meerdere levensterreinen wijzen op een nog hoge kans op wederom verval in fysiek geweld. Het advies zoals verwoord in het verlengingsadvies blijft gehandhaafd.
De pro justitia rapportages
Uit de rapportage van psychiater [psychiater] van 14 maart 2011 blijkt onder meer het volgende - zakelijk weergegeven -:
Om over niet al te lange tijd de vorderingen met het voorgenomen resocialisatietraject te kunnen evalueren, wordt geadviseerd de maatregel van terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Hiervan kan voor betrokkene ook een motiverend effect uitgaan.
Het recidiverisico wordt op de korte en middellange termijn als laag ingeschat. Het is wenselijk om in de praktijk van het resocialisatieproces te kunnen zien of betrokkene daadwerkelijk risicovolle situaties en emoties kan herkennen en hanteren, opdat na de termijn van een jaar beoordeeld kan worden of de tbs met bevel tot verpleging alsnog met een jaar verlengd moet worden, of dat deze gewijzigd kan worden in een (al dan niet voorwaardelijke) beëindiging.
GZ-psycholoog [GZ-psycholoog] schrijft in haar rapport van 5 april 2011 onder meer het volgende - zakelijk weergegeven -:
Betrokkene start met een resocialisatietraject, waarvoor hij zeer gemotiveerd is. Geadviseerd wordt het verloop hiervan binnen een adequate termijn te evalueren, waarbij geadviseerd wordt het bevel tot dwangverpleging met een jaar te verlengen.
Op de korte termijn wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Van belang is dat betrokkene gevolgd wordt tijdens het resocialisatieproces en dat hij erbij ondersteund wordt risicovolle emoties, situaties en gebeurtenissen te herkennen en hiermee adequaat om te gaan.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De zesjaars-rapportages zijn wat positiever dan het advies van de kliniek. Gelet hierop is geconcludeerd de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met slechts een jaar. Gedurende die periode kan worden bezien of het nieuwe behandelplan al dan niet mogelijkheden biedt voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Onder verwijzing naar het schrijven van de raadsman van 30 oktober 2011 is aangevoerd dat de relatie tussen de terbeschikkinggestelde en de kliniek de laatste tijd een positieve wending heeft genomen. Er wordt een nieuw behandelplan opgesteld. Het begeleid verlof verloopt probleemloos. De terbeschikkinggestelde beschikt over een ondersteunend netwerk, dat wellicht nog enige uitbreiding behoeft. De belangrijkste argumenten van de kliniek om te verlengen met twee jaar zijn achterhaald. De rechtbank is te snel voorbij gegaan aan de visie van de zesjaarsrapporteurs. Primair is aanhouding gevraagd teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging te laten onderzoeken. Subsidiair is gevraagd de verlengingstermijn te beperken tot een jaar.
Het oordeel van het hof
Ambtshalve overweegt het hof het volgende. Artikel 509o, tweede lid, onder 1 van het Wetboek van Strafvordering vereist dat bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling een recent opgemaakt, met redenen omkleed en ondertekend advies afkomstig van het hoofd van de inrichting, wordt overgelegd. Het hof stelt vast dat het advies in de onderhavige zaak is ondertekend door het hoofd behandeling en de locatiedirecteur, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting. Het advies is echter, in afwijking van artikel 46, lid 3 Reglement verpleging terbeschikkinggestelden, niet ondertekend door een psychiater, aangezien - zo schrijft de kliniek - de terbeschikkinggestelde structureel ieder contact met een psychiater afhoudt, mede vanuit zijn psychiatrische problematiek. Indien de psychiater zou tekenen zonder persoonlijke beoordeling, handelt deze in strijd met de beroeps- en tuchtrechtelijke normen.
Nu het openbaar ministerie een verlenging vordert waardoor de totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van zes jaar te boven gaat, zijn bij de vordering tevens recent opgemaakte, met redenen omklede, gedagtekende én ondertekende adviezen van twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines - onder wie een psychiater - gevoegd. Aldus wordt het feit dat het advies van de kliniek niet is ondertekend door een psychiater naar het oordeel van het hof voldoende gecompenseerd.
Het verzoek tot aanhouding teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken wordt afgewezen, omdat het hof het hiervoor te vroeg vindt. De begeleide verloven zijn recent gestart. Het traject dat is ingezet dient te worden voortgezet.
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het tot een andere beslissing komt.
Bij vonnis van de rechtbank Groningen van 16 december 2004 is de terbeschikkinggestelde veroordeeld tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden vanwege het medeplegen van poging tot zware mishandeling, afpersing, terwijl het feit wordt begaan door twee of meer verenigde personen en het medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Dat zijn misdrijven die blijkens de bewezenverklaring gericht waren tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Bij beslissing van de rechtbank Groningen van 3 mei 2006 zijn de voorwaarden van de terbeschikkingstelling aangescherpt, waarna de rechtbank Groningen op 25 april 2007 alsnog de verpleging van overheidswege heeft bevolen. Het hof heeft op 1 september 2008 –met vernietiging van die beslissing – bevolen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Ten tijde van het begaan van de indexdelicten was bij de terbeschikkinggestelde sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale en borderline trekken. Deze stoornis is thans nog aanwezig. Indien de maatregel van terbeschikkingstelling nu zou worden beëindigd, wordt de kans op recidive hoog geschat.
Het hof is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gelet op het thans nog aanwezige delictgevaar en het gegeven dat de terbeschikkinggestelde nog gedurende langere tijd structuur, zorg en begeleiding nodig heeft.
De zesjaarsrapporteurs adviseren gemotiveerd tot een verlenging met een jaar teneinde het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde nauwlettend te volgen. Het begeleid verlof is recent gestart. Gelet daarop en de eerdere uitlatingen van de kliniek om toe te werken naar overplaatsing naar [kliniek] in [plaats] beperkt het hof - anders dan de rechtbank - de verlengingstermijn tot een jaar.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Groningen van 22 juni 2011 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde].
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr E. van der Herberg en mr E.G. Smedema als raadsheren,
en drs. R. Vecht-van den Bergh en drs. E. Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr I.H.A. Bijl als griffier,
en op 14 november 2011 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.