ECLI:NL:GHARN:2012:BV8678

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.072.208/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over beëindiging huurovereenkomst en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Budget PC V.O.F. tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, inzake de beëindiging van een huurovereenkomst en de vordering tot schadevergoeding. Budget PC heeft de huurovereenkomst van een loods opgezegd, maar stelt dat er een eerdere beëindiging was overeengekomen met de verhuurster, [geïntimeerde]. Het hof oordeelt dat Budget PC niet voldoende bewijs heeft geleverd voor deze stelling. De huurovereenkomst eindigde op de datum die in de opzegging was vermeld, en niet eerder. Het hof bevestigt dat Budget PC de huurachterstand erkent voor een deel van de periode, maar de vordering van [geïntimeerde] voor de huurachterstand en bijkomende kosten wordt toegewezen. Budget PC's vordering in reconventie, die betrekking heeft op schadevergoeding voor achtergelaten goederen, wordt afgewezen. Het hof concludeert dat Budget PC niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verhuurster aansprakelijk is voor de schade die zij stelt te hebben geleden door het niet kunnen ophalen van de achtergelaten goederen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Budget PC in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Arrest d.d. 13 maart 2012
Zaaknummer 200.072.208/01
(Zaaknr. kanton Lelystad: 486052 CV 10-1505)
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. Budget PC V.O.F. ,
gevestigd te Lelystad,
en haar vennoten
2. [appellant sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [appellant sub 3],
wonende te [woonplaats],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: Budget PC, terwijl appellanten sub 2 en 3 afzonderlijk [appellant sub 2] en [appellant sub 3] zullen worden genoemd,
advocaat: mr. K.A.M. Rademakers-Ramaekers, kantoorhoudende te Lelystad,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. R.M. Berendsen, kantoorhoudende te Amsterdam.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 10 februari 2010 en 26 mei 2010 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad, hierna: de kantonrechter.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 11 augustus 2010 is door Budget PC hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis van 26 mei 2010 met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 7 september 2010.
De conclusie van de appeldagvaarding luidt:
(…) bij arrest het vonnis van 26 mei 2010 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad, (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende bij arrest, zo nodig onder verbetering van de gronden de vordering van geïntimeerde in conventie af te wijzen en zo nodig onder verbetering van de gronden de eis in reconventie van appellanten alsnog toe te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties, een en ander, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
Budget PC heeft bij memorie van grieven producties in het geding gebracht en haar eis gewijzigd. De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"Budget PC heeft in eerste aanleg een reconventionele vordering ingediend welke wellicht niet helemaal juist/duidelijk is geformuleerd. Budget PC vordert dat met de mogelijke achterstallige huur de waarde van de door haar achtergelaten vloeren/wanden wordt verrekend. Verder betreft de vordering primair een bedrag van € 5.000,- inclusief de borg van € 1.400,-. Mocht de borg worden verrekend, dan resteert subsidiair een vordering van € 3.600,-, meer subsidiair een vordering van € 1.050,- en tot slot het verzoek om de goederen alsnog bij [geïntimeerde] op te halen indien Uw gerechtshof oordeelt dat de goederen geen waarde vertegenwoordigen.
Budget PC concludeert tot vernietiging van het vonnis van 26 mei 2010 van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, Sector kanton, Locatie Lelystad, onder zaaknummer 486052 CV 10- 1505 tussen partijen gewezen en zij verzoekt Uw gerechtshof, opnieuw rechtdoende bij arrest voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van [geïntimeerde] in conventie eerste aanleg af te wijzen dan wel bij toewijzing te bepalen dat de huurovereenkomst tussen [geïntimeerde] en Budget PC per 1 juli 2009 is geëindigd met die gevolgen van dien en vervolgens de vordering van Budget PC in reconventie eerste aanleg met inachtneming van hetgeen zojuist hiervoor is vermeld toe te wijzen;
met veroordelingen van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties."
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:
"dat het Hof zal oordelen dat de grieven van Budget PC ongegrond en onbewezen zijn en om die reden haar vorderingen zal afwijzen, een en ander met veroordeling van Budget PC (hoofdelijk!) in de kosten in het hoger beroep en wel bij arrest dat uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard."
Budget PC heeft daarop een akte genomen en [geïntimeerde] heeft vervolgens een antwoordakte genomen.
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Budget PC heeft acht grieven opgeworpen. Tevens is sprake van een verholen grief.
De beoordeling
De door Budget PC genomen akte
1. [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat de door Budget PC genomen akte buiten de procedure dient te blijven, dus als niet ingediend moet worden beschouwd, nu zij inhoudelijk niet in overeenstemming is met artikel 1.2 onder g van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven.
2. Het hof passeert dit verweer en zal derhalve op de akte van Budget PC en daarmee ook op de antwoordakte van [geïntimeerde] acht slaan. De procesgang is namelijk niet verstoord door het feit dat Budget PC na de memorie van antwoord van [geïntimeerde] nog een akte heeft genomen. Bovendien heeft [geïntimeerde] - gelet op de inhoud van haar antwoordakte - behoorlijk op de akte van Budget PC kunnen reageren.
Ten aanzien van de feiten
3. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 1 (1.1. tot en met 1.8.) van het beroepen vonnis is, behoudens na te melden uitzondering, geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep in zoverre van die feiten zal worden uitgegaan. Er is sprake van een verholen grief nu Budget PC in haar toelichting op grief 1 heeft aangevoerd dat zij, anders dan door de kantonrechter is overwogen, niet op eigen initiatief het gehuurde heeft ontruimd. Rekening houdende met deze verholen grief komen de feiten die als niet dan wel onvoldoende betwist tussen partijen vaststaan, op het volgende neer.
3.1. Budget PC huurde van [geïntimeerde] de bedrijfsruimte (een loods) aan de [adres] te [plaats] tegen een huurprijs van laatstelijk € 499,93 per maand. De huur diende telkens voor de eerste dag van de desbetreffende maand te zijn voldaan. In de huurovereenkomst is bepaald dat de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Kantoorruimte (algemene bepalingen) daarop van toepassing zijn. Budget PC heeft een waarborgsom betaald van € 1.400,00.
3.2. Artikel 10.1.4. van de algemene bepalingen luidt - voor zover hier van belang- als volgt:
"(…) Huurder is verplicht alle zaken die door hem in, aan of op het gehuurde zijn aangebracht of door hem van de voorgaande huurder of gebruiker zijn overgenomen op eigen kosten te verwijderen. Voor niet verwijderde zaken is verhuurder geen vergoeding verschuldigd. De niet verwijderde zaken kunnen op kosten van huurder worden verwijderd. (...)"
Artikel 10.3 van de algemene voorwaarden luidt:
"Alle zaken waarvan huurder kennelijk afstand heeft gedaan door deze in het gehuurde achter te laten bij het daadwerkelijk verlaten van het gehuurde, kunnen door verhuurder, naar verhuurders inzicht, zonder enige aansprakelijkheid zijnerzijds op kosten van huurder worden verwijderd. Verhuurder heeft het recht om deze zaken naar eigen goeddunken terstond op kosten van huurder te laten vernietigen dan wel zich deze zaken toe te eigenen en indien gewenst, te verkopen en de opbrengst daarvan te behouden, dit alles tenzij de verhuurder ermee bekend is dat de opvolgende huurder de zaken heeft overgenomen. (...)"
3.3. Budget PC is een postorderbedrijf dat via internet computers c.a. verkoopt.
3.4. Bij brief van 10 januari 2009 heeft Budget PC de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 februari 2010. [geïntimeerde] heeft de opzegging geaccepteerd.
3.5. Budget PC heeft aan de haar voorgaande huurder, Aquafit, € 1.500,00 vermeerderd met BTW betaald voor de "overname van vloeren, verlichting, vloerbedekking etc." in de loods.
Bij factuur van 14 augustus 2005 heeft EBOD beveiligingen aan Budget PC
€ 595,00 inclusief BTW in rekening gebracht ter zake "de 4e termijn inbraaksysteem elektronisch".
3.6. Budget PC heeft sinds maart 2009 geen huur meer betaald. Budget PC heeft [geïntimeerde] verzocht om, indien een nieuwe huurder zou worden gevonden, de huurovereenkomst eerder dan per 1 februari 2010 te mogen beëindigen .
3.7. Begin mei 2009 heeft [geïntimeerde] door tussenkomst van haar zoon [de zoon] de loods samen met een aspirant-huurder, de heer [X] (hierna: [X]), bezocht. De loods werd ten tijde van de bezichtiging niet meer door Budget PC gebruikt, maar was door haar met medeweten van [geïntimeerde] in gebruik gegeven aan een onderneming die in de betreffende loods eveneens een ruimte van [geïntimeerde] huurde.
3.8. Bij het hiervoor onder 1.7. vermelde bezoek aan de loods is afgesproken dat Budget PC de loods zou ontruimen om deze leeg aan [X] ter beschikking te kunnen stellen. Budget PC heeft het gehuurde daadwerkelijk ontruimd. De sleutels zijn op 28 juli 2009 aan [geïntimeerde] overhandigd. Afgesproken is dat Budget PC in de gelegenheid zou worden gesteld die zaken die zij in het gehuurde had achtergelaten, alsnog te verwijderen indien de nieuwe huurder deze niet wilde overnemen.
3.9. [X] heeft eind juni 2009 besloten de loods niet te huren. [geïntimeerde] heeft Budget PC laten weten dat de aspirant-huurder was afgehaakt en dat geen nieuwe huurovereenkomst tot stand was gekomen. Budget PC heeft haar nieuwe adres niet aan [geïntimeerde] doorgegeven. Het adres van haar website en haar fax- en telefoonnummers zijn niet veranderd.
3.10. Bij aangetekende brief d.d. 6 augustus 2009 hebben [appellant sub 2] en [appellant sub 3] onder meer het volgende aan [geïntimeerde] geschreven:
"Bij deze bevestigen wij het volgende
(...)
De ter overname nieuwe huurder in het pand achtergelaten goederen zijn:
- Alarm centrale (waarde 3000 Euro)
- Warm water boiler (waarde 150 Euro)
- handdoeken automaat (waarde 50 Euro)
- TL-lampen (waarden 200 Euro)
- 3 spots lampen (waarde 50 Euro)
- Diverse kachels (waarde 250 Euro)
(...)
De afspraak is dat wij in de gelegenheid worden gesteld om de goederen die niet door een nieuwe huurder worden overgenomen te komen verwijderen.
(...)"
3.11. De loods is met ingang van 1 januari 2010 weer verhuurd. In verband met de vakantie van het kantoor van [geïntimeerde], dat tot en met 2 januari gesloten was, heeft [geïntimeerde] op 16 december 2009 de sleutels van de loods aan de nieuwe huurder ter beschikking gesteld zonder daarvoor tot 1 januari 2010 een vergoeding te verlangen.
3.12. [geïntimeerde] heeft de door Budget PC achtergelaten zaken ter overname aan de nieuwe huurder aangeboden. De nieuwe huurder wilde de zaken niet overnemen, maar had er geen bezwaar tegen dat ze in de loods bleven. [geïntimeerde] heeft de zaken ter beschikking gesteld aan de nieuwe huurder en is met deze overeengekomen dat hij de zaken bij het einde van de huurovereenkomst moet verwijderen.
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4. [geïntimeerde] heeft ter zake van huurachterstand over de maanden maart 2009 tot en met december 2009, rente en vergoeding voor gemaakte buitengerechtelijke kosten betaling van het bedrag van € 4.882,81gevorderd te vermeerderen met de overeengekomen rente van 2% per maand over het bedrag van € 4.796,99.
4.1. Budget PC heeft in conventie de huurachterstand over de periode maart tot en met juni 2009 erkend en de vordering voor het overige weersproken. In reconventie heeft zij betaling van het bedrag van € 5.100,00 gevorderd, te weten een bedrag van € 3.700,00 als vergoeding voor de zaken die zij in het gehuurde heeft achtergelaten en een bedrag van € 1.400,00 ter zake van de waarborgsom.
4.2. [geïntimeerde] heeft de vordering in reconventie betwist.
4.3. Nadat partijen ter gelegenheid van een persoonlijke verschijning van partijen nadere inlichtingen hadden verstrekt, heeft de kantonrechter in conventie de vordering tot het bedrag van € 3.349,34 vermeerderd met de contractuele rente van 2% over de huurtermijnen van 1 maart 2009 tot en met 1 december 2009 vanaf de dag der verschuldigdheid van iedere termijn toegewezen en de vordering in reconventie afgewezen. Budget PC is zowel in conventie als in reconventie in de kosten van de procedure veroordeeld.
De wijziging van de eis
5. Budget PC heeft bij memorie van grieven het petitum van haar reconventionele vordering gewijzigd zoals hiervoor vermeld. Tegen deze wijziging van de eis heeft [geïntimeerde] zich niet verzet, zodat het hof de gewijzigde vordering van Budget PC heeft te beoordelen.
De behandeling van de grieven
6. Budget PC is in grief 1 opgekomen tegen de overweging van de kantonrechter dat de huurovereenkomst tussen partijen op 16 december 2009 is geëindigd.
Budget PC heeft ter onderbouwing van haar grief aangevoerd dat zij het pand niet op eigen initiatief heeft ontruimd. Zij heeft gedaan wat van haar werd verlangd. Het is niet aan haar te wijten dat er vervolgens geen huurovereenkomst tussen [geïntimeerde] en [X] tot stand is gekomen.
7. Vast staat dat de huurovereenkomst op 1 februari 2010 zou eindigen als gevolg van de opzegging van de overeenkomst door Budget PC. Een eerdere beëindiging van de huurovereenkomst is alleen dan mogelijk indien partijen dit overeenkomen. [geïntimeerde] heeft gemotiveerd betwist dat partijen een beëindiging van de huurovereenkomst per 1 juli 2009 zijn overeengekomen, zoals door Budget PC is gesteld. Budget PC heeft ter onderbouwing van haar stellingen een aantal verklaringen overgelegd. Uit deze verklaringen kan echter niet worden afgeleid dat partijen een beëindiging van de huurovereenkomst per 1 juli 2009 zijn overeengekomen. Ook het gegeven dat Budget PC geen huurnota's heeft ontvangen, is, indien al juist, van onvoldoende gewicht om (mede) daaruit af te leiden dat partijen nader zijn overeengekomen als door Budget PC gesteld. Uit de stellingen van partijen en de overgelegde bescheiden kan evenmin worden afgeleid dat Budget PC er op grond van de houding en gedragingen van [geïntimeerde] redelijkerwijs van heeft mogen uitgaan dat [geïntimeerde] met een beëindiging van de huurovereenkomst per 1 juli 2009 instemde.
8. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, rust op Budget PC de bewijslast van haar stelling dat de huurovereenkomst per 1 juli 2009 is beëindigd. Budget PC heeft echter geen bewijsaanbod gedaan en het hof acht geen termen aanwezig Budget PC ambtshalve bewijs van deze stelling op te dragen. Dit betekent dat ervan moet worden uitgegaan dat de huurovereenkomst na 1 juli 2009 is blijven voortbestaan.
9. Het hof overweegt volledigheidshalve nog dat Budget PC ermee bekend was dat geen huurovereenkomst met [X] tot stand was gekomen en dat zij desondanks de sleutels aan de zoon van [geïntimeerde] heeft overhandigd. Daarmee heeft zij na 28 juli 2009 vrijwillig ervan afgezien het gehuurde te gebruiken. Mitsdien kan niet worden gezegd dat [geïntimeerde] na 28 juli 2009 niet is blijven voldoen aan de op haar op grond van de huurovereenkomst rustende verplichting het gehuurde ter beschikking van Budget PC te stellen.
Grief 1 faalt derhalve.
10. Budget PC is in grief 2 opgekomen tegen de overweging van de kantonrechter dat het beroep op verrekening van de huurschuld met de door Budget PC gestelde waarde van de door haar in het gehuurde achtergelaten vloeren en wanden moet worden verworpen. Budget PC heeft aangevoerd dat de vloeren een waarde hebben van € 3.500,00. Budget PC heeft een vloer achtergelaten die de volgende huurder zo in gebruik kon nemen en waardoor [geïntimeerde] de huurprijs kon verhogen. Afgesproken was dat Budget PC een seintje zou krijgen wanneer het pand weer verhuurd was zodat zij met de nieuwe huurder over een overname van de vloeren en wanden in conclaaf kon, aldus Budget PC.
11. [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat de vloeren geen dan wel een negatieve waarde vertegenwoordigen. De nieuwe huurder wilde voor de achtergelaten zaken geen vergoeding betalen, aldus [geïntimeerde].
12. Vast staat Budget PC vloeren en wanden in het gehuurde heeft achtergelaten en dat [geïntimeerde] heeft nagelaten Budget PC in te lichten over het feit dat de opvolgend huurder de achtergelaten zaken niet wilde overnemen. Er is niet gesteld of gebleken dat partijen zijn overeenkomen dat [geïntimeerde] aan Budget PC een vergoeding voor de vloeren en wanden zou betalen, indien de nieuwe huurder deze niet zou willen overnemen. Daargelaten dat niet is gesteld of gebleken dat Budget PC de vloeren en wanden had kunnen verwijderen zonder aan het gehuurde schade toe te brengen, is [geïntimeerde] op grond van artikel 10.1.4. van de algemene bepalingen (r.o. 1.2.) daarvoor aan Budget PC geen vergoeding verschuldigd. Het niet informeren van Budget PC heeft dus niet tot gevolg dat [geïntimeerde] reeds op die grond een vergoeding voor vloeren en wanden verschuldigd is geworden.
13. Maar ook als ervan moet worden uitgegaan dat de vloeren en wanden een zekere waarde vertegenwoordigen, dan nog heeft Budget PC niet aannemelijk gemaakt dat [geïntimeerde] ongerechtvaardigd is verrijkt als gevolg van het feit dat Budget PC vloeren en wanden in het gehuurde heeft achtergelaten (art. 7:216 lid 3 BW).
14. Het door Budget PC gedane beroep op verrekening faalt derhalve en daarmee treft grief 2 geen doel.
15. Budget PC heeft grief 3 voorwaardelijk ingesteld namelijk voor het geval grief 1 zou slagen en grief 2 zou falen. Nu de voorwaarde waaronder deze grief is ingesteld, niet in vervulling is gegaan, behoeft deze grief geen behandeling.
16. Budget PC is in grief 4 opgekomen tegen de toewijzing van een boeterente van 2% per maand. Budget PC is van mening dat de gevorderde boeterente had moeten worden afgewezen nu de kantonrechter terecht heeft overwogen dat 'art. 18.2 van de algemene bepalingen voor de betaling van de boeterente geen vervaldag bepaalt en gesteld noch gebleken is dat Budget PC tot betaling van de rentetermijnen is gesommeerd en in gebreke gesteld', aldus Budget PC.
17. Het hof overweegt dat deze grief berust op een verkeerde lezing van r.o. 10 van het beroepen vonnis. Er is niet opgekomen tegen de overweging van de kantonrechter dat vast staat dat Budget PC op grond van de overeenkomst een boeterente van 2% over het openstaande bedrag verschuldigd is. De kantonrechter heeft de door [geïntimeerde] gevorderde boeterente dan ook toegewezen over de huurtermijnen vanaf 1 maart 2009 tot en met 1 december 2009 vanaf de vervaldag van de desbetreffende huurtermijn tot de dag der algehele voldoening.
De kantonrechter heeft op goede gronden het meerdere dat door [geïntimeerde] aan boeterente was gevorderd, afgewezen door te overwegen dat bij gebreke van enige specificatie niet duidelijk is hoe [geïntimeerde] aan een samengestelde hoofdsom van € 4.796,99 is gekomen. Het hof sluit zich voorts aan bij de overweging dat art. 18.2 van de algemene bepalingen voor de betaling van de boeterente geen vervaldag bepaalt en dat Budget PC voor de betaling van de boeterente had moeten worden gesommeerd en in gebreke gesteld alvorens Budget PC over de boeterente de vertragingsrente verschuldigd zou worden.
Grief 4 treft derhalve geen doel.
18. Budget PC is in grief 5 opgekomen tegen haar veroordeling in de proceskosten in het geding in conventie. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat deze grief faalt.
19. Budget PC is in grief 6 opgekomen tegen de afwijzing van haar vordering tot schadevergoeding door [geïntimeerde]. Budget PC heeft deze grief ingesteld onder de voorwaarde dat grief 2 faalt en de waarborgsom van Budget PC met de achterstallige huur wordt verrekend. In dat geval heeft Budget PC alleen nog de waarde van de ter overname achtergebleven goederen van [geïntimeerde] te vorderen. Deze goederen kunnen ook buiten het pand worden hergebruikt. Indien het hof van oordeel is dat de goederen geen geldswaarde vertegenwoordigen, dan zou zij alsnog op het voorstel van [geïntimeerde] om de goederen op te komen halen willen ingaan, aldus Budget PC.
20. [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat het aanbod is gedaan toen de vorige huurder de huurovereenkomst had opgezegd. De ruimte is echter opnieuw verhuurd en dientengevolge is het ophalen van de achtergelaten goederen niet meer mogelijk. De kosten van het verwijderen van de achtergelaten goederen zijn hoger dan de waarde van deze goederen, aldus [geïntimeerde].
21. Nu de voorwaarden waaronder deze grief is ingesteld, in vervulling zijn gegaan, moet deze grief worden behandeld. Indien ervan moet worden uitgegaan dat [geïntimeerde] door Budget PC niet over de komst van een nieuwe huurder in te lichten een rechtens op haar rustende verbintenis niet is nagekomen, en er tevens van moet worden uitgegaan dat nakoming van deze verplichting definitief niet meer mogelijk is met als gevolg dat [geïntimeerde] in verzuim verkeert, dan nog kan de vordering tot schadevergoeding van Budget PC niet worden toegewezen. Als niet betwist staat immers vast dat de nieuwe huurder de achtergelaten zaken niet wilde overnemen. Budget PC zou deze zaken derhalve uit het gehuurde hebben moeten verwijderen. Ervan uitgaande dat [geïntimeerde] daarmee zou hebben ingestemd, heeft Budget PC echter niet gesteld en/of aannemelijk gemaakt dat en tot welk bedrag zij schade heeft geleden omdat zij de achtergelaten roerende zaken niet heeft kunnen verwijderen. Uit de aard van de door Budget PC in het gehuurde achtergelaten zaken kan namelijk niet worden afgeleid dat zij ook buiten het gehuurde een relevante geldswaarde hebben.
22. Dit betekent dat grief 6 faalt en dat ook de door Budget PC gevorderde schadevergoeding als ongegrond moet worden afgewezen.
23. Budget PC heeft bij memorie van grieven naast genoemde vordering tot schadevergoeding tevens verzocht om de goederen alsnog bij [geïntimeerde] te mogen ophalen indien het hof oordeelt dat de goederen geen waarde vertegenwoordigen. Het is het hof niet duidelijk of Budget PC met dit verzoek heeft beoogd dat het hof [geïntimeerde] zal veroordelen tot afgifte van de door Budget PC in het gehuurde achtergelaten zaken. Indien dit de strekking van het verzoek van Budget PC is, moet de vordering worden afgewezen op grond van art. 10.1.4 van de algemene bepalingen. Indien dit niet de strekking van het verzoek is, wordt overwogen dat het niet aan het hof is te bepalen wat partijen in onderling overleg moeten regelen.
Deze vordering moet dus als ongegrond worden afgewezen.
24. Budget PC heeft in grief 7 aan de orde gesteld dat de kantonrechter ten onrechte niet heeft besproken of [geïntimeerde] tegenover Budget PC aansprakelijk is voor de door haar gevorderde schade en hetgeen partijen overigens nog ter zake hebben aangevoerd. In hoger beroep dient dit alsnog te gebeuren, aldus
Budget PC.
25. Het hof is van oordeel dat geen feiten en/of omstandigheden zijn gesteld en/of gebleken die de kantonrechter ertoe noopten de rechtsgronden ambtshalve aan te vullen (art. 25 Rv). Ook in hoger beroep heeft Budget PC geen feiten en/of omstandigheden gesteld die ertoe leiden dat [geïntimeerde] gehouden is de door Budget PC gestelde schade te vergoeden. Het hof verwijst daartoe naar hetgeen hiervoor dienaangaande is overwogen.
Grief 7 faalt derhalve.
26. Budget PC is in grief 8 opgekomen tegen haar proceskostenveroordeling in het geding in reconventie.
27. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt, dat deze grief faalt.
De slotsom.
28. Het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd met veroordeling van Budget PC als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep. Het geliquideerd salaris van de advocaat zal worden gesteld op 1,5 punten naar tariefgroep I.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
veroordeelt Budget PC in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op € 263,00 aan verschotten en € 948,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest ten aanzien van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. R.A. Zuidema, M.C.D. Boon-Niks en A.M. Koene en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 13 maart 2012 in bijzijn van de griffier.