ECLI:NL:GHARN:2012:BW5870
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- G. Mintjes
- R. van den Heuvel
- M.L.H.E. Roessingh-Bakels
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 12 SV tegen beslissing niet strafrechtelijk vervolgen politieambtenaren ivm schietincident met dodelijke afloop
Op 31 oktober 2011 diende klaagster een klaagschrift in tegen de beslissing van de officier van justitie te Utrecht om geen strafvervolging in te stellen tegen twee politieambtenaren, beklaagden, die betrokken waren bij een schietincident op 20 augustus 2010. Tijdens dit incident werd haar zoon, [slachtoffer], dodelijk verwond. Het Gerechtshof Arnhem heeft kennisgenomen van het ambtsbericht van de hoofdofficier van justitie en het schriftelijk verslag van de advocaat-generaal, die concludeerden dat de klacht ongegrond was. Het hof heeft de feiten van het schietincident in drie momenten opgesplitst en beoordeeld of de politieambtenaren gerechtvaardigd handelden.
Het hof oordeelde dat beklaagde [beklaagde 1] zich mocht verdedigen tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding door [slachtoffer], die met een mes op hem afkwam. De afstand tussen hen was zeer kort, en beklaagde [beklaagde 1] had geen andere effectieve middelen tot zijn beschikking. Het hof concludeerde dat zijn handelen binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit viel.
Ten aanzien van beklaagde [beklaagde 2] oordeelde het hof dat zijn schoten op het bovenlichaam van [slachtoffer] ook gerechtvaardigd waren, gezien het voortdurende gevaar dat van [slachtoffer] uitging. Het hof stelde vast dat de politieambtenaren alle mogelijke maatregelen hadden genomen om de situatie te de-escaleren, maar dat deze niet effectief waren. Uiteindelijk werd de klacht van klaagster ongegrond verklaard, en het hof wees het beklag af. Deze beslissing werd genomen met begrip voor de verdrietige situatie van klaagster, maar het hof kon niet anders oordelen dan dat het openbaar ministerie terecht had besloten tot seponeren van de zaak.