TBS P11/0421
Beslissing d.d. 3 mei 2012
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in de [kliniek], locatie [plaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Arnhem van 25 augustus 2011, waarbij de hervatting van de verpleging van overheidswege is gelast.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het vonnis van de rechtbank Arnhem van 19 juni 1990, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd;
- de beslissing van dit hof van 7 februari 2011, waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd;
- de brief van 8 juli 2011 van drs. [naam], hoofdbehandelaar Long-Care van de [kliniek], met daarbij gevoegd de maandelijkse aantekeningen over de maanden maart, april, mei en juni 2011, de terbeschikkinggestelde betreffend;
- het afloopbericht Reclasseringstoezicht van 11 juli 2011 van Reclassering Nederland, regio’s-Hertogenbosch, locatie Eindhoven, opgemaakt door [naam reclasseringswerker];
- de vordering van de officier van justitie van 13 juli 2011 strekkende tot hervatting van de verpleging van overheidswege;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing, waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 29 augustus 2011;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting van het hof van 12 december 2011;
- de tussenbeslissing van het hof van 23 december 2011;
- het reclasseringsadvies van 20 februari 2012 van Reclassering Nederland, opgemaakt door [naam reclasseringswerker], reclasseringswerker;
- het reclasseringsadvies van 5 april 2012 van Reclassering Nederland, opgemaakt door [naam reclasseringswerker], reclasseringswerker;
- het e-mailbericht van 16 april 2012 van [naam senior coördinator IFZ], senior coördinator IFZ, gericht aan de griffie van het hof, inhoudende de bevestiging van het plaatsingsbesluit voor de [kliniek], locatie [plaats].
Het hof heeft ter zitting van 19 april 2012 gehoord de raadsman van de terbeschikkinggestelde mr N.A. Heidanus, advocaat te Groningen, en de advocaat-generaal, mr M.J.M van der Mark. Voorts zijn ter zitting gehoord de deskundigen mevrouw [naam reclasseringswerker], reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, en mevrouw drs. [naam psycholoog en behandelcoördinator], psycholoog en behandelcoördinator bij de [kliniek], locatie [plaats]. De terbeschikkinggestelde is niet ter zitting verschenen doordat er voor hem geen vervoer was geregeld. De raadsman heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde het jammer vindt dat hij niet aanwezig kan zijn, maar dat hij – nu hij ter zitting van het hof van 12 december 2011 wel aanwezig was- ermee instemt dat de zitting buiten zijn aanwezigheid plaatsvindt.
Het standpunt van de reclassering
Uit voormeld reclasseringsadvies van 5 april 2012 blijkt onder meer het volgende
- zakelijke weergegeven -:
Gedurende de tbs-maatregel zijn er diverse pogingen gedaan om betrokkene te resocialiseren. Betrokkene had een aantal keer woonverlof, tweemaal was sprake van proefverlof. Vanwege het mislukken van deze resocialisatiepogingen verbleef betrokkene vanaf 27 juni 2006 in de longstay-voorziening van de [kliniek]. Na de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is betrokkene op 28 maart 2011 overgeplaatst naar de longcare-voorziening van [kliniek]. Ook die resocialisatiepoging is mislukt en betrokkene verblijft inmiddels weer in de longstay-voorziening van de [kliniek], waar hem de benodigde zorg en controle kan worden geboden.
Het recidiverisico wordt in de huidige structuur ingeschat als laag gemiddeld. Mocht de structuur, begeleiding en controle wegvallen, dan is sprake van een hoog gemiddeld recidiverisico. De verwachting is dat betrokkene dan snel terug zal vallen in druggebruik en zijn medicatiegebruik zal staken.
Mogelijkheden voor het continueren van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging worden door de reclassering wel gezien, met dien verstande dat er dan wel sprake moet zijn van een zeer geleidelijk resocialisatietraject.
De reclassering adviseert om betrokkene in aanmerking te laten komen voor voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met forensisch psychiatrisch toezicht, met daarbij onder meer de voorwaarde dat betrokkene bij de [kliniek], afdeling [afdeling], in [plaats] dient verblijven en niet van woonomgeving verandert zonder voorafgaande toestemming van de reclassering. Betrokkene heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de voorwaarden.
Ter zitting van het hof van 19 april 2012 heeft mevrouw [naam reclasseringswerker] reclasseringswerker, onder meer het volgende verklaard - zakelijk weergegeven -:
De reclassering handhaaft het advies tot voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging, met dien verstande dat de woonplaats van de terbeschikkinggestelde wordt gewijzigd in de [kliniek], locatie [plaats]. Daar kan men hem meer persoonlijke aandacht bieden dan bij bijvoorbeeld [kliniek]. De terbeschikkinggestelde is positief gestemd over het slagen van het traject, maar het verleden laat zien dat het niet altijd goed is gegaan. Afhankelijk van de vraag hoe de terbeschikkinggestelde zich aan de afspraken en voorwaarden zal houden, zal in overleg met de [kliniek] een plan voor verlofopbouw worden opgesteld.
Het standpunt van de kliniek
Ter zitting van het hof van 19 april 2012 heeft drs. [naam psycholoog en
Behandelcoördinator], psycholoog en behandelcoördinator bij de Pompestichting,
locatie [plaats], onder meer het volgende verklaard - zakelijk weergegeven -:
De voorgestelde constructie van voorwaardelijke beëindiging met verpleging van overheidswege, onder de voorwaarde van verblijf in de kliniek en de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde de kliniek niet mag verlaten zonder toestemming van de reclassering, is uniek en noodzakelijk om de in deze zaak ontstane impasse te doorbreken. De kliniek zal nauw gaan samenwerken met de reclassering. De verlofprocedure verloopt dan niet meer via het ministerie, maar via de reclassering in overleg met de instelling. De bedoeling is dat de terbeschikkinggestelde op korte termijn zal starten met begeleid verlof. De kliniek is zich ervan bewust dat de terbeschikkinggestelde in de voorgestelde constructie in een uitzonderingspositie komt te verkeren. De kliniek zal daarom goede afspraken met hem maken en nauwgezette controles uitvoeren op de naleving van de voorwaarden.
Het standpunt van de raadsman van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft verzocht de vordering van de officier tot hervatting van de dwangverpleging af te wijzen. [kliniek], waar de terbeschikkinggestelde eerder in het kader van de voorwaardelijke beëindiging verbleef, kon uiterst moeizaam uit de voeten met de constructie van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Er zijn weliswaar voorwaarden overtreden, maar er is geen sprake geweest van recidive. De terbeschikkinggestelde heeft in strijd met de aanwijzingen relaties met twee vrouwen gehad. De terbeschikkinggestelde wenst voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en stemt in met de daaraan te verbinden voorwaarden. De reclassering kan samen met de kliniek, waar de terbeschikkinggestelde nu verblijft, de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde voortvarend opstarten.
Het standpunt van de advocaat-generaal
Onder verwijzing naar het dossier en de ter zitting van het hof door de deskundigen afgelegde verklaringen heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. De terbeschikkinggestelde wordt een laatste kans tot resocialisatie geboden
door voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
onder meer onder de voorwaarde van verblijf in de kliniek.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het tot een andere beslissing komt.
Oplegging maatregel
De terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd bij vonnis van de rechtbank Arnhem van 19 juni 1990 opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten poging tot doodslag.
Na een langdurig verblijf en behandeling van terbeschikkinggestelde in klinieken, waarbij meerdere resocialisatiepogingen zijn mislukt, heeft het hof ter gelegenheid van de verlengingsprocedure in 2010/2011 na uitvoerig onderzoek en rapportages door de verschillende betrokken instanties bij beslissing van 7 februari 2011, als laatste poging om de terbeschikkinggestelde te laten resocialiseren, de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. Het hof heeft daarbij de volgende twee voorwaarden gesteld:
- Betrokkene zal zich niet schuldig maken aan enig strafbaar feit;
- Betrokkene stelt zich onder toezicht van Reclassering Nederland, regio Arnhem-Nijmegen, en gedraagt zich naar de (indien nodig of gewenst schriftelijk door de reclassering vastgelegde) aan hem door of namens deze instelling te geven aanwijzingen. Van deze aanwijzingen maakt in ieder geval deel uit dat betrokkene elke verandering in zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een nieuwe relatie, tijdig meldt aan de reclassering en op dat gebied vooraf overleg pleegt en dat betrokkene geen alcohol en/of drugs gebruikt.
Overtreding voorwaarde
In het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is de terbeschikkinggestelde vanuit de longstay-afdeling van [kliniek] overgeplaatst naar de longcare-afdeling van [kliniek]. Gesteld noch gebleken is dat de terbeschikkinggestelde zich nadien schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit. Vast staat evenwel ook dat de terbeschikkinggestelde zich daar niet heeft gedragen overeenkomstig de door de reclassering gegeven aanwijzingen, nu hij relaties is aangegaan met twee vrouwen binnen [kliniek]. Verder heeft hij geblowd, heeft hij zich niet goed laten begeleiden en kwam hij afspraken niet goed na. Daarmee heeft de terbeschikkinggestelde in ieder geval één van de door het hof gestelde voorwaarden overtreden.
Voortzetting voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
Op grond van artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht kan de rechter, op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat een terbeschikkinggestelde alsnog of opnieuw van overheidswege zal worden verpleegd in geval van niet-naleving van een gestelde voorwaarde. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in deze zaak moet worden gecontinueerd. Daartoe overweegt het hof als volgt.
Uit de diverse rapportages en de verklaringen van de deskundigen (ook de ter zitting van het hof op 19 april 2012 afgelegde verklaringen), leidt het hof af dat het aanwezige delictgevaar in voldoende mate kan worden beperkt door minder ingrijpende maatregelen dan door hervatting van de verpleging van overheidswege. De behandeling en begeleiding van de terbeschikkinggestelde kunnen worden voortgezet in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, zij het thans onder wijziging van de daaraan verbonden voorwaarden waarmee de terbeschikkinggestelde heeft ingestemd.
Een van die voorwaarden betreft het locatiegebod, inhoudende dat de terbeschikkinggestelde op de afdeling [afdeling] van [kliniek] te [plaats] moet verblijven en niet van woonomgeving mag veranderen zonder voorafgaande toestemming van de reclassering. Ook mag de terbeschikkinggestelde de [afdeling] te [plaats] alleen met toestemming van de reclassering verlaten. De instemming van de terbeschikkinggestelde en de bijzondere omstandigheden van dit geval maken dat naar het oordeel van het hof geen sprake is van schending van het grondrecht als bedoeld in artikel 15 van de Grondwet.
Het hof zal de vordering van de officier van justitie daarom afwijzen en bepalen dat de terbeschikkingstelling met gewijzigde voorwaarden dient te worden voortgezet.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Arnhem van 25 augustus 2011 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde].
Wijst af de vordering van de officier van justitie.
Bepaalt dat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt voortgezet onder na te noemen voorwaarden:
- Betrokkene zal zich niet schuldig maken aan enig strafbaar feit;
- Voorts stelt betrokkene zich onder toezicht van Reclassering Nederland, toezichtunit Eindhoven, en gedraagt hij zich naar de (indien nodig of gewenst schriftelijk door de reclassering vastgelegde) aan hem door of namens deze instelling te geven aanwijzingen. In ieder geval maakt deel uit van de aanwijzingen:
1. Betrokkene zal verblijven op de afdeling [afdeling] van [kliniek] te [plaats] zolang de reclassering dat nodig acht en zal zonder voorafgaand overleg met en toestemming van de reclassering niet van verblijfplaats veranderen.
2. Betrokkene verlaat de [afdeling] te [kliniek] alleen met toestemming van de reclassering.
3. Betrokkene zal elke verandering in zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een nieuwe relatie, tijdig melden aan de reclassering en op dat gebied vooraf overleg plegen.
4. Betrokkene zal meewerken aan behandeling in groepsverband en/of individuele behandeling bij [kliniek], dan wel bij een door de reclassering aan te wijzen ambulant forensische behandelinstelling.
5. Betrokkene neemt zijn voorgeschreven medicatie (psychofarmaca) in.
6. Betrokkene gebruikt geen alcohol en/of drugs. Betrokkene accepteert/neemt deel aan alcoholtesten/urinecontroles. De afgenomen testen en controles kunnen opgevraagd worden door de reclassering.
7. Betrokkene zal, indien dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht, meewerken aan een in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht tijdelijke terugplaatsing naar [klinirk] dan wel een vergelijkbare instelling. Deze time-outplaatsing duurt zolang als door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt gevonden om betrokkene op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out. Tijdens de time-out zullen partijen in overleg beslissen op welke wijze voortzetting van het traject al of niet mogelijk en haalbaar is.
Het hof draagt aan de reclassering op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de
voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr E. van der Herberg en mr A.J. Smit als raadsheren,
en drs. T. van Iersel en drs. R. Vecht-van den Bergh als raden,
in tegenwoordigheid van mr I.H.A. Bijl als griffier,
en op 3 mei 2012 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.