De feiten
2. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.17) van het vonnis van 3 november 2010 is door geen der partijen opgekomen terwijl ook overigens niet van bezwaren daartegen is gebleken, zodat ook het hof van deze feiten zal uitgaan. Deze feiten (aangevuld met hetgeen overigens mede op grond van de niet betwiste inhoud van de overgelegde producties, als onweersproken vaststaat) komen, voor zover in hoger beroep van belang, op het volgende neer:
2.1 [appellanten] heeft in 1996 het appartementsrecht [adres] (hierna: het appartement), dat deel uitmaakt van het appartementencomplex Résidence BeauRegard (hierna: het appartementencomplex) gekocht. Het appartement is in 1998 opgeleverd en wordt sedertdien door [appellanten] bewoond. [appellanten] is als eigenaar van het appartement lid van de Vereniging van Eigenaren van dit appartementencomplex (hierna: de VVE).
2.2 In het ‘Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten’ van januari 1992 (hierna: het modelreglement) is onder meer het volgende bepaald:
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken
Artikel 9
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
a. de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privé gedeelten [...];
b. de technische installaties met de daarbij behorende leidingen, met name voor de centrale verwarming [...] en voor luchtbehandeling, de vuilafvoer, de leidingen voor de afvoer van hemelwater en de riolering, de leidingen voor gas en water [...], alles voor zover die installaties niet uitsluitend ten dienste van één privé gedeelte strekken. [...]
Artikel 15
De vereniging voert het beheer en draagt zorg voor het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken en rechten.
2.3 In het Huishoudelijk Reglement van het appartementencomplex is onder meer te lezen:
ARTIKEL 21
Bij beschadiging van de gemeenschappelijke zaken, waarbij niet van schuld en/of nalatigheid van een eigenaar sprake is, wordt het herstel betaald uit de gemeenschappelijke kas en kan niet op één of meer eigenaars worden verhaald.
2.4 De VVE heeft bij ABN AMRO een gebouwenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten met polisnummers 6.752.252.1 en 7.179.602.6.
2.5 In het Speciale Voorwaarden Pakket 1997 Woonhuisverzekering 1-01, behorende bij voormelde gebouwenverzekering met polisnummer 6.752.252.1 is bepaald:
2.A Omvang van de dekking
De verzekering dekt de schade aan het woonhuis ontstaan door:
2.A.7 Water of stoom
Onvoorzien gestroomd en/of overgelopen uit
- de binnen en buiten het woonhuis gelegen waterleiding;
- de daarop aangesloten aan- en afvoerleidingen, toestellen en sanitair;
- de centrale verwarming- airconditioning- of sprinklerinstallatie
- putten of riolen;
- aquaria of uit met water gevulde zit- en slaapkamermeubelen als gevolg van een plotseling optredend defect.
De kosten van opsporing en het herstel van het defect van de binnen het woonhuis gelegen leidingen, en het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan het woonhuis zijn eveneens verzekerd. Dit onder de voorwaarde dat door het onvoorzien gestroomde en/of overgelopen water of stoom schade is ontstaan aan het woonhuis en het defect geen gevolg is van slijtage.[...]
2.6 In de op de gebouwenverzekering van toepassing zijnde Gemeenschappelijke voorwaarden pakketverzekering is onder 3 K bepaald:
Verlies van aanspraak na afwijzing schadevergoeding
alle aanspraken van de verzekeringnemer en/of verzekerden, die niet binnen twee jaar, nadat ABN AMRO Verzekeringen een afwijzend besluit schriftelijk aan belanghebbenden heeft medegedeeld, door de verzekeringnemer en/of de verzekerden in rechte aanhangig zijn gemaakt zijn vervallen(…)
2.7 Op polisblad 1 van de ‘Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen’ ten name van de VVE met polisnummer 7.179.602.6 (voortzetting van 7.214.436.3) is vermeld:
AANSPRAKELIJKHEID APPARTEMENTSEIGENAREN
Meeverzekerd is de aansprakelijkheid van de leden van verzekeringnemer voor schade door het gebruiken van het door hen bewoonde appartement, echter met uitsluiting van schade aan het gemeenschappelijk eigendom zelf. Deze aansprakelijkheid is alleen verzekerd indien een andere verzekering daarvoor geen dekking biedt.
2.8 In de ‘Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering AVB-2002’ is bepaald:
Artikel 2
Omschrijving van de dekking
2.1 Dekking
2.1.1 Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade die zij aan derden toebrengen.
2.9 In november 2001 heeft [appellanten] bij de VVE geklaagd over lekkage in zijn appartement. De VVE heeft de lekkage gemeld bij de aannemer van het appartement, Slokker Bouwgroep BV. Slokker heeft na inspectie van de schade op 12 november 2001 geconcludeerd dat de lekkage werd veroorzaakt door gescheurde kitvoegen rond de douchebak in het appartement van [X] met appartementnummer 23, dat is gelegen boven het appartement van [appellanten]. Slokker heeft daaraan herstelwerkzaamheden verricht.
2.10 In opdracht van ABN AMRO is door expertisebureau Lengkeek, Laarmans & De
Hosson op 14 november 2001 onderzoek gedaan naar de lekkage in het appartement van [X]. In de rapportage is te lezen:
MAATREGELEN
Slokker Bouwgroep heeft op 13 november de kitvoegen hersteld onder coulance.
BEVINDINGEN
Wij hebben de beschadigde kitvoegen niet meer kunnen waarnemen omdat herstel reeds was uitgevoerd. Over dit gebrek kan echter geen misverstand bestaan.
OORZAAK
De schade is veroorzaakt door lekkage van kitvoegen in de douche van appartement nummer 23
OMVANG VAN DE SCHADE
[...]
In het complex is sprake van zogenaamde zwevende dekvloeren, gelegen op een isolatie van steenwol. Het is niet onwaarschijnlijk dat de constructie in de loop der tijden een grote hoeveelheid water heeft opgenomen. Dit water zal langzaam uit de constructie moeten verdwijnen door uitdamping.
2.11 Naar aanleiding van dit rapport heeft ABN AMRO bij brief van 28 november 2001 dekking onder de gebouwenverzekering afgewezen.
2.12 In een e-mailbericht van 5 februari 2002 schreef [de heer A.], de toenmalig voorzitter van de VVE, aan aannemer Slokker:
Het blijft niet bij vochtplekken aan het woonkamerplafond van [appellanten], maar de lekkage verspreidt zich langzamerhand ook naar de hal en de slaapkamer en uit de ventilatie opening boven de douche van de badkamer druppelt het lekwater. Onder de dekvloer van de [X] (no.23) moet wel een "zwembad" staan en dat al heel lang, want hoe lang duurt het niet voordat water door een ca 25 cm dikke betonvloer is heengesijpeld?, waarbij deze vloer toch op veel plaatsen poreus moet zijn.
Persoonlijk kan ik mij niet voorstellen dat deze lekkage alléén maar door een ondichte kitrand van de douchebak wordt veroorzaakt. De diagnose zou wel eens te voorbarig kunnen zijn gesteld.[…] Oorzaak en gevolg….de gevolgen doen een ernstiger oorzaak vermoeden.[…]
2.13 In opdracht van [appellanten] heeft het Zuid-Nederland Expertisebureau (ZNEB) nader onderzoek naar de oorzaak van de lekkage verricht. Door ZNEB is [naam bedrijf] lekdetectie en Thermografie ingeschakeld, die op 31 mei 2002 en op 31 juli 2002 onderzoek heeft verricht door middel van metingen, endoscopie en afpersing van gas. Daarbij is geen lekkage aan de waterleidingen onder het bad vastgesteld, maar wel is vastgesteld:
dat horizontale afvoer welke van toilet naar standleiding loopt lekkage geeft.[…] dat lekwater achter de profielen van de douchedeuren onder de douchebak terecht komt.
Gedurende het onderzoek d.d. 30 mei 2002 is er drukverlies waargenomen op het warmwaterleiding circuit. Dit is tot op heden niet achterhaald wat hier de oorzaak van was. Advies om warmwaterleidingen af te persen […] om zo nogmaals te controleren of hier verlies op zit.
2.14 De VVE heeft ABN AMRO bij brief van 12 augustus 2002 afschriften van de rapporten van [bedrijf Lekdetectie en Thermografie] gezonden en heeft haar ondermeer bericht:
Dit zou de aansprakelijkheidstelling verleggen van [X] naar de VVE […] Het bovenstaande noopt ons er toe U, als opstalverzekeraar van de VVE, weer bij de afhandeling van deze affaire te betrekken.[…]
2.15 ZNEB heeft op 28 augustus 2002 in opdracht van [appellanten] aanvullend onderzoek gedaan, waarbij is vastgesteld dat de afvoerleidingen van het toilet van het appartement van [X] geen lekkage vertoonden.
2.16 Op 9 september 2002 werd door Loodsluis BV het afpersen van installaties uitgevoerd. Hierbij zijn geen lekkages vastgesteld.
2.17 Lengkeek, Laarman & De Hosson heeft in opdracht van ABN AMRO nader onderzoek verricht naar de oorzaak van de voortdurende lekkage. In haar rapport van 2 oktober 2002 valt onder meer te lezen:
zodat thans nog twee mogelijke oorzaken aan de orde kunnen zijn, te weten:
• de consequenties van langdurige lekkage via de in het ongerede geraakte kitvoegen van de douchebak.
• lekkage van de twee afvoeren van een dubbele wastafel die in de betonvloer zijn ingestort.
2.18 In augustus 2003 heeft [appellanten] opnieuw opdracht gegeven voor nader onderzoek aan ZNEB, die ditmaal de hulp van [bedrijf in Meettechniek] heeft ingeroepen. ZNEB rapporteert op 11 september 2003 over de onderzoeksresultaten in het appartement van [X]:
Op 5 september jl. ontvingen wij de meetresultaten van de firma [bedrijf in Meettechniek] [...] De inspectie in de afvoeren van de dubbele wastafel bleek geen gebreken te hebben aangetoond. […]
De thermografische inspectie van de warmwaterleidingen alsmede van de afvoeren vertoonde geen thermische afwijking die op lekkage duidt.
Wel is door [bedrijf in Meettechniek] geconstateerd [...] dat de douchebak instabiel is en deze doorzakt, waardoor lekkages kunnen ontstaan.
2.19 Op 6 mei 2004 heeft [bedrijf in Meettechniek] opnieuw een drukverliestest uitgevoerd op de koud- en warmwaterleidingen in het appartement van [X], waarbij geen drukverlies/lekkage is geconstateerd. [bedrijf in Meettechniek] wijst er in haar rapportage op dat de douchebak in het appartement van [X] gestabiliseerd dient te worden en dat haar eerdere advies op dit punt niet is opgevolgd.
2.20 Nadat ZNEB voorts in opdracht van [appellanten] onderzoek heeft gedaan naar een mogelijke oorzaak van de vochtproblemen in de spouwmuur, schrijft zij op 7 april 2005 ([appellanten] is aangeduid als partij I en [X] als partij II):
Aan de hand van het in de slaapkamer van partij I geconstateerde is er geen aanwijzing gevonden van een vochtprobleem veroorzaakt door hemelwater vanuit de spouwconstructie. Dientengevolge zuilen de gemeten vochtwaarden in het appartement van partij II alleen te maken kunnen hebben met de in onze eerdere rapportage genoemde lekkage van onder de douchebak in de badkamer van partij II. Deze lekkage moet in de loop der jaren, zoals reeds door ons eerder werd vastgesteld, het isolatiemateriaal in de zwevende dekvloer hebben verzadigd.
2.21 Bij brief van 15 november 2006 heeft ABN AMRO inzake polisnummer 72144363, schade van 1-11-2002, aan de VVE geschreven:
[…] Helaas heeft de behandeling een te lange termijn in beslag genomen. Hiervoor bieden wij u onze excuses aan. Men is tot de conclusie gekomen dat in deze zaak de schade aan de privé eigendommen van de heer [appellanten] wel onder de dekking van de polis valt. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld behang en vloerbedekking van de heer [appellanten], het zogenaamde huurdersbelang. […] De letselschade valt ook binnen het bereik van de polisdekking. De schade aan de gemeenschappelijke eigendommen valt niet onder de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering. Dat er dekking op de polis bestaat betekent dat wij de schade alsnog in behandeling nemen. Bij de behandeling zullen de aansprakelijkheid en het causaal verband tussen de geclaimde schade en het voorval beoordeeld moeten worden.[…]
2.22 Eind januari 2007 is er een waterleiding gesprongen onder de vloer van het appartement van [X], waardoor er water in de meterkast van [appellanten] stroomde. Deze lekkage is verholpen door het aanleggen van een bypass in de waterleiding.
2.23 In mei 2007 is een vaststellingsovereenkomst gesloten tussen [appellanten], de VVE en
[X]. [X] was daarbij vertegenwoordigd door Aon Verzekeringen.
De vaststellingsovereenkomst houdt onder meer het volgende in:
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
[…]
- [appellanten] [X] en de VvE voor schade in zijn appartement aansprakelijk heeft gesteld, welke aansprakelijkheid door [X] en de VvE wordt betwist;
[...]
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
I Het Geschil tussen [appellanten], de VvE en [X]
1. [X] betaalt binnen een maand na royement van de procedure (...) €10.000,- aan [appellanten] [...]
2. De VvE betaalt binnen een maand na royement van de procedure [...] €10.000,- aan [appellanten] [...]. De VvE heeft de vordering van [appellanten] op haar aangemeld bij haar aansprakelijkheidsverzekeraar ABN AMRO. Deze vordering zal bij afzonderlijke akte door de VvE aan [appellanten] worden overgedragen. [...]
3. [appellanten] verleent [X] en de VvE algehele en finale kwijting voor alle vorderingen met betrekking tot schade rente en kosten die verband houden met alle tot op heden door partijen aangewezen mogelijke oorzaken van het Geschil [...]. Partijen bevestigen dat de kwijting mede ziet op alle mogelijke (toekomstige) schade als gevolg van eventuele verandering van eigenschappen en/of verzadiging van de Rockwool in de dekvloer tussen de appartementen van [X] en [appellanten] en op de in januari/februari 2007 in de meterkast van [X] gemanifesteerde lekkage die middels een by-pass van de leiding is verholpen.[...]
2.24 In een akte van cessie, door [appellanten] en de VVE in november en december 2007 ondertekend, heeft de VVE de vorderingen die zij uit hoofde van de opstalverzekering en aansprakelijkheidsverzekering op ABN AMRO heeft ter zake de waterschade, mede bestaande in schimmelvorming, die zich in november 2001 in het appartement van [appellanten] heeft geopenbaard, alsmede ter zake van de longschade als gevolg van genoemde schimmelvorming, overgedragen aan [appellanten]. Van deze cessie is bij brief van 10 december 2007 mededeling gedaan aan ABN AMRO.