Parketnummer: 21-002749-12
Uitspraak d.d.: 5 november 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Utrecht van
6 juni 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 16-655603-12,
16-604108-11 en 16-655259-12 tegen
[VOORNAAM EN ACHTERNAAM VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad te Lelystad.
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 oktober 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr H.W.M. van den Heiligenberg, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 16-655259-12 (gevoegd):
Primair:
hij op of omstreeks 29 december 2011 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op [datum] 1998) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het een of meermalen seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
immers
- heeft hij, verdachte, zijn penis een of meermalen in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of
- heeft hij, verdachte een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- heeft hij, verdachte, aan de geslachtdelen van die [slachtoffer] gelikt en/of
- heeft hij, verdachte die [slachtoffer] getongzoend en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte
- die [slachtoffer] heeft meegenomen naar zijn woning en/of
- met die [slachtoffer] (op de bank in de woonkamer) heeft ge(tong)zoend en/of
- toen die [slachtoffer] aangaf dat zij dat niet wilde en/of dat, hij, verdachte te snel ging en/of dat zij naar huis wilde gaan, tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar wel naar huis zou brengen maar dat hij haar eerst zijn woning wilde laten zien en/of
- (vervolgens) toen zij op de bovenverdieping van zijn woning waren aangekomen en die [slachtoffer] tegen, hem verdachte zei dat ze naar beneden wilde om te praten, vóór de trap is gaan staan en die [slachtoffer] heeft belet om naar beneden te gaan en/of
- op de slaapkamer samen met die [slachtoffer] op bed is gaan zitten en/of liggen en toen die [slachtoffer] schreeuwde: "waar ben ik mee begonnen", althans woorden van gelijke aard of strekking, zijn, verdachtes, hand op de mond van die [slachtoffer] heeft gelegd en/of gedaan en/of tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: Ik zal je geen pijn doen, maar dan moet je wel meewerken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- de broek en/of ondergoed van die [slachtoffer] heeft uitgedaan en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij op haar rug en/of buik moest gaan liggen en/of op haar knieën moest gaan zitten en/of
- in ieder geval (aldus) een bedreigende situatie voor die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen ontstaan en/of
- misbruik heeft gemaakt van (een) uit feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte op die [slachtoffer] (en/of welk overwicht is veroorzaakt door het leeftijdsverschil en/of de lichamelijke verschillen tussen hem, verdachte en die [slachtoffer]), althans lichamelijk en/of geestelijk overwicht heeft gehad en/of heeft uitgeoefend op die [slachtoffer].
subsidiair:
hij op of omstreeks 29 december 2011 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, met [slachtoffer] (geboren op [datum] 1998), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, penis een of meermalen in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn, verdachters vinger(s) in de vagina van [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- de geslachtsdelen van die [slachtoffer] gelikt en/of
- met die [slachtoffer] ge(tong)zoend.
Zaak met parketnummer 16-604108-11 (gevoegd):
Primair:
hij op of omstreeks 14 november 2010 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld en / of een andere feitelijkheid [naam slachtoffer] (geboren [datum] 1995) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte,
zijn penis een- of meermalen in de vagina van die [naam slachtoffer] gebracht en/of geduwd,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte
- die [naam slachtoffer] heeft opgehaald en/of meegenomen naar zijn kamer/woning (en daarbij tegen die [naam slachtoffer] gezegd dat als zij niet bij hem zou komen hij de vriendschap/het contact met haar zou verbreken) en/of
- (op die kamer/in die woning) de broek en/of de onderbroek van die [naam slachtoffer] heeft uitgetrokken (ondanks dat die [naam slachtoffer] probeerde haar broek vast te houden en/of op te trekken) en/of
- is doorgegaan met seksuele handelingen ondanks dat [naam slachtoffer] tegen hem zei dat ze niet wilde en/of dat hij moest stoppen/ophouden, en/of
- is doorgegaan met seksuele handelingen ondanks dat [naam slachtoffer] hem, verdachte, wegduwde, althans probeerde weg te duwen, en/of hem, verdachte, sloeg en/of schopte en/of hem, verdachte, (op zijn buik) krabde, in elk geval ondanks dat [naam slachtoffer] tegenstribbelde en/of
- de benen van [naam slachtoffer] uit elkaar heeft getrokken en/of
- de telefoon van die [naam slachtoffer] (nadat zij die telefoon had gepakt) uit haar handen heeft gepakt en buiten haar bereik heeft gegooid, althans gelegd en/of
- in ieder geval (aldus) een bedreigende situatie voor [naam slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen ontstaan en/of
- misbruik heeft gemaakt van (een) uit feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [naam slachtoffer] (welk overwicht is veroorzaakt door het leeftijdsverschil en/of de lichamelijke verschillen tussen hem, verdachte en die [naam slachtoffer].
subsidiair:
hij op of omstreeks 14 november 2010 te Amersfoort, met [naam slachtoffer] (geboren [datum] 1995), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer] geduwd/gebracht.
Zaak met parketnummer 16-655603-12:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 30 december 2011 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland,
een of meermalen (telkens) 20, althans een of meer, film(s) en/of filmfragment(en) en/of video('s),
althans een of meer afbeelding(en) vermeld en/of opgeslagen op een of meer gegevensdrager(s), te weten een harde schijf uit een pc (merk AMD) en/of een externe harde schijf (merk VVD) en/of een camera (merk AIPTEK),
(telkens) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op voornoemde afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (onder meer [slachtoffer], geboren op [datum] 1998), was betrokken en/of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
-het (met de vinger(s)) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] door verdachte en/of -het drukken/duwen van de stijve penis van verdachte in/tegen de vagina van die [slachtoffer] en/of
-het (met de penis) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] door verdachte (nummer 1, p. 379-380 pv)
-het (laten) inzepen en/of betasten van de billen en/of de bovenbenen en/of de bilspleet van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen man en/of
-het (laten) vasthouden en/of aftrekken van de stijve penis van een volwassen man door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (laten) betasten van de vagina van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een volwassen man (nummer 2, p. 380-381)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij dit meisje zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of
- (vervolgens) het (laten) betasten en/of het vaginaal penetreren (met de vinger(s)) van een lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, door zichzelf (nummer 3, p. 381- 382)
-het drukken/duwen van een stijve penis in/tegen de anus en/of billen van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt en/of
-het anaal penetreren (met de penis) door een volwassen man van het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (laten) vasthouden en/of aftrekken van de stijve penis van een volwassen man door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren in de mond, althans op/in het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (nummer 4, p. 382)
-het anaal penetreren (met een penis) door een volwassen man van het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (door een volwassen man) ejaculeren op de vagina, althans op het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (nummer 5, p. 382-383).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder nog als volgt.
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 16-655259-12:
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair (en subsidiair) tenlastegelegde. Daartoe is aangevoerd dat sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om te komen tot een bewezenverklaring van verkrachting. Het aangetroffen filmmateriaal kan niet bijdragen tot het bewijs, aldus de raadsman. Niet bewezen kan worden dat het meisje op de beelden daadwerkelijk aangeefster is. Uit de beelden en het bijbehorende geluid kan bovendien niet worden afgeleid dat de gemeenschap tegen de wil van het meisje heeft plaatsgevonden.
Het hof overweegt als volgt.
Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat het aangetroffen filmmateriaal kan bijdragen tot het bewijs dat [slachtoffer] door verdachte is verkracht. Het hof ziet geen aanleiding te twijfelen dat het [slachtoffer] is die op de aangetroffen beelden staat. Het hof acht in dit verband doorslaggevend dat aangeefster tijdens haar verhoor op 2 januari 2012 verklaart dat zij diabetespatiënte is en om die reden een deel van een insulinepompje draagt en dat zij - terwijl zij door verdachte werd misbruikt - een camera op het bed zag liggen. Dit, terwijl in het proces-verbaal van bevindingen (multimedia) van verbalisanten [naam verbalisanten] pagina 376 dossier en volgende) staat beschreven dat op de beelden is te zien dat op de linkerbil van het meisje/vrouw een wit doorzichtig dopje is te zien. Dat de seksuele handelingen door [slachtoffer] niet vrijwillig werden ondergaan kan daarnaast - behalve uit de verklaringen van aangeefster - worden afgeleid uit het feit dat bij het afspelen van die beelden is te horen dat [slachtoffer] (onder meer) heeft gezegd: "Alstublieft, laat je me echt gaan?" en "Hoe lang duurt het nog?".
Het hof verwerpt het verweer.
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 16-604108-11:
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair (en subsidiair) tenlastegelegde, wegens een gebrek aan bewijs. De bewezenverklaring van de verkrachting van [naam slachtoffer] door de rechtbank is gestoeld op de verklaringen van slechts één bron, te weten aangeefster. De bewezenverklaring is daarmee, gelet op de jurisprudentie, in strijd met de bewijsminimumregel van artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, aldus de raadsman.
Het hof overweegt als volgt.
Met de advocaat-generaal en de rechtbank is het hof van oordeel dat de aangifte van [naam slachtoffer] - naast de verklaring van verdachte inhoudende dat hij [naam slachtoffer] kent en dat zij een keer bij hem thuis is geweest - in de vorm van schakelbewijs wordt ondersteund door de bewijsmiddelen die het hof bezigt met betrekking tot het bewijs van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 16-655259-12, in het bijzonder door de aangifte van [slachtoffer].
Het hof acht daarbij van belang dat aangeefsters onafhankelijk van elkaar aangifte hebben gedaan van verkrachting, dat de verklaringen die [naam slachtoffer] en [slachtoffer] hebben afgelegd gedetailleerd zijn, en dat niet aannemelijk is geworden dat [naam slachtoffer] of [slachtoffer] op de hoogte waren van de inhoud van de aangifte van de ander.
In beide gevallen is sprake van eerste contacten van verdachte met minderjarige meisjes via het internet en, op zeker moment, een uitnodiging van de kant van verdachte om mee te gaan naar zijn woning om samen een film te gaan kijken. Vervolgens is sprake van eenzelfde manier van handelen van verdachte die in beide situaties als eerste begon te zoenen, ondanks tegenstribbelen van de kant van aangeefsters doorging en daarbij de onderkleding van aangeefsters uittrok en die aangeefsters tijdens het seksueel misbruik opdroeg om een houding op handen en knieën aan te nemen. Bovendien hebben beide aangeefsters onafhankelijk van elkaar verklaard dat verdachte daarbij beeldopnamen heeft gemaakt van het misbruik.
Ook dit bewijsverweer wordt derhalve verworpen.
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 16-655603-12:
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit aangezien hij geen opzet had op het voorhanden hebben van de aangetroffen kinderpornografische bestanden. De bewuste bestanden moeten worden beschouwd als bijvangst, die onbedoeld is meegekomen tijdens het downloaden van legale porno.
Het hof verwerpt dit verweer.
Onder verdachte is het tenlastegelegde kinderpornografisch beeldmateriaal aangetroffen. Voor zover het daarbij gaat om door verdachte zelf gemaakte filmopnamen van seksuele handelingen t.a.v. (slachtoffer] heeft verdachte bekend dat hij die opnamen heeft gemaakt.
Verdachte voert ten aanzien van het bij hem aangetroffen overige beeldmateriaal met kinderpornografische inhoud aan dat sprake is van het resultaat van onbedoelde bijvangst, zodat geen sprake is van bezit als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafvordering. Dat geldt in het bijzonder ook voor de door hem naar de prullenmand van het besturingssysteem verplaatste bestanden met een dergelijke inhoud, waarvan hij zich heeft willen ontdoen.
Dit verweer faalt voor zover het betreft het verplaatsen van dergelijke bestanden naar de “prullenbak” zonder dat verdachte vervolgens die prullenbak ook heeft geleegd. Verdachte heeft immers zelf erkend dat hij op eenvoudige wijze de naar de “prullenbak” verplaatste bestanden weer toegankelijk kon maken en bekijken.
Voor zover dergelijke bestanden nog niet naar de prullenbak waren verplaatst geldt dat verdachte heeft erkend dat hij wist dat zich onder het door hem gedownloade beeldmateriaal met een zekere regelmaat kinderpornografisch materiaal bevond. Hij had, minst genomen, derhalve direct na het downloaden van bestanden met beeldmateriaal telkens onverwijld de inhoud van die bestanden moeten controleren en bij het aantreffen van beeldmateriaal met kinderpornografische inhoud, dergelijke bestanden zodanig moeten wissen dat deze niet meer op eenvoudige wijze konden worden geopend. Door dit na te laten heeft verdachte het bezit verkregen en behouden van het bewezenverklaarde beeldmateriaal.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 onder 1 primair, het in de zaak met parketnummer 16-604108-11 onder 1 primair en het in de zaak met parketnummer 16-655603-12 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 16-655259-12 (gevoegd):
Primair:
hij op of omstreeks 29 december 2011 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op [datum] 1998) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het een of meermalen seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
immers
- heeft hij, verdachte, zijn penis een of meermalen in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of
- heeft hij, verdachte een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- heeft hij, verdachte, aan de geslachtdelen van die [slachtoffer] gelikt en/of
- heeft hij, verdachte die [slachtoffer] getongzoend
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte
- die [slachtoffer] heeft meegenomen naar zijn woning en/of
- met die [slachtoffer] (op de bank in de woonkamer) heeft ge(tong)zoend en/of
- toen die [slachtoffer] aangaf dat zij dat niet wilde en/of dat, hij, verdachte te snel ging en/of dat zij naar huis wilde gaan, tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar wel naar huis zou brengen maar dat hij haar eerst zijn woning wilde laten zien en/of
- (vervolgens)
toen zij op de bovenverdieping van zijn woning waren aangekomen en die [slachtoffer] tegen, hem verdachte zei dat ze naar beneden wilde om te praten, vóór de trap is gaan staan en die [slachtoffer] heeft belet om naar beneden te gaan en/of
- op de slaapkamer samen met die [slachtoffer] op bed is gaan zitten en/of liggen en toen die [slachtoffer] schreeuwde: "waar ben ik mee begonnen", althans woorden van gelijke aard of strekking, zijn, verdachtes, hand op de mond van die [slachtoffer] heeft gelegd en/of gedaan en/of tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: Ik zal je geen pijn doen, maar dan moet je wel meewerken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- de broek en/of ondergoed van die [slachtoffer] heeft uitgedaan en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij op haar rug en/of buik moest gaan liggen en/of op haar knieën moest gaan zitten. en/of
- in ieder geval (aldus) een bedreigende situatie voor die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen ontstaan en/of
- misbruik heeft gemaakt van (een) uit feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte op die [slachtoffer] (en/of welk overwicht is veroorzaakt door het leeftijdsverschil en/of de lichamelijke verschillen tussen hem, verdachte en die [slachtoffer]), althans lichamelijk en/of geestelijk overwicht heeft gehad en/of heeft uitgeoefend op die [slachtoffer].
Het hof duidt duidt dit bewezenverklaarde hierna ook aan als misdrijf 1.
Zaak met parketnummer 16-604108-11 (gevoegd):
Primair:
hij op of omstreeks 14 november 2010 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, door geweld en / of een andere feitelijkheden en / of door bedreiging met geweld en / of een andere feitelijkheid [naam slachtoffer] (geboren [datum] 1995) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
zijn penis een- of meermalen in de vagina van die [naam slachtoffer] gebracht en/of geduwd,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte
- die [naam slachtoffer] heeft opgehaald en/of meegenomen naar zijn kamer/woning (en daarbij tegen die [naam slachtoffer] gezegd dat als zij niet bij hem zou komen hij de vriendschap/het contact met haar zou verbreken) en/of
- (op die kamer/in die woning) de broek en/of de onderbroek van die [naam slachtoffer] heeft uitgetrokken (ondanks dat die [naam slachtoffer] probeerde haar broek vast te houden en/of op te trekken) en/of
- is doorgegaan met seksuele handelingen ondanks dat [naam slachtoffer] tegen hem zei dat ze niet wilde en/of dat hij moest stoppen/ophouden, en/of
- is doorgegaan met seksuele handelingen ondanks dat [naam slachtoffer] hem, verdachte, wegduwde, althans probeerde weg te duwen, en/of hem, verdachte, sloeg en/of schopte en/of hem, verdachte, (op zijn buik) krabde, in elk geval ondanks dat [naam slachtoffer] tegenstribbelde en/of
- de benen van [naam slachtoffer] uit elkaar heeft getrokken en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] (nadat zij die telefoon had gepakt) uit haar handen heeft gepakt en buiten haar bereik heeft gegooid. , althans gelegd en/of
- in ieder geval (aldus) een bedreigende situatie voor [naam slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen ontstaan en/of
- misbruik heeft gemaakt van (een) uit feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [naam slachtoffer] (welk overwicht is veroorzaakt door het leeftijdsverschil en/of de lichamelijke verschillen tussen hem, verdachte en die [naam slachtoffer].
Het hof duidt dit feit hierna ook aan als misdrijf 2.
Zaak met parketnummer 16-655603-12:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 30 december 2011 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland,
een of meermalen (telkens) 20, althans een of meer, film(s) en/of
filmfragment(en)
en/of video('s), althans een of meer afbeelding(en) vermeld en/of opgeslagen
op een of meer gegevensdrager(s), te weten een harde schijf uit een pc (merk AMD) en/of een externe harde schijf (merk VVD) en/of een camera (merk AIPTEK),
(telkens) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd
(A)
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad (B),
(A)
terwijl op voornoemde afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt (onder meer [slachtoffer], geboren op [datum] 1998), waren betrokken, was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
-het (met de vinger(s)) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] door verdachte en/of
-het drukken/duwen van de stijve penis van verdachte in/tegen de vagina van die [slachtoffer] en/of
-het (met de penis) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] door verdachte (nummer 1, p. 379-380 pv)
(B)
-het (laten) inzepen en/of betasten van de billen en/of de bovenbenen en/of de bilspleet van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen man en/of
-het (laten) vasthouden en/of aftrekken van de stijve penis van een volwassen man door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (laten) betasten van de vagina van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een volwassen man (nummer 2, p. 380-381)
(B)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij dit meisje zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of
- (vervolgens) het (laten) betasten en/of het vaginaal penetreren (met de vinger(s)) van een lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, door zichzelf (nummer 3, p. 381- 382)
(B)
-het drukken/duwen van een stijve penis in/tegen de anus en/of billen van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt en/of
-het anaal penetreren (met de penis) door een volwassen man van het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (laten) vasthouden en/of aftrekken van de stijve penis van een volwassen man door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren in de mond, althans op/in het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (nummer 4, p. 382)
(B)
-het anaal penetreren (met een penis) door een volwassen man van het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
-het (door een volwassen man) ejaculeren op de vagina, althans op het lichaam van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt. (nummer 5, p. 382-383).
Het hof duidt dit feit hierna ook aan als misdrijf 3.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 16-604108-11 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Het in de zaak met parketnummer 16-655603-12 bewezen verklaarde levert op:
A
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen
en
B
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van de Pro Justitia rapportages van psychiater I. Maksimovic van 2 maart 2012 en de GZ psycholoog R. Bout van 4 maart 2012 waarin zij concluderen dat de feiten aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen zijn.
Het hof neemt deze conclusies over en maakt die tot de zijne.
Verdachte is strafbaar aangezien ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in 2010 en in 2011 via internet contact gezocht met twee minderjarige meisjes (ten tijde van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten 13, respectievelijk 15 jaar oud) en hen ieder afzonderlijk op verschillende dagen overgehaald om met hem mee te gaan dan wel naar zijn woning te komen. Verdachte heeft in zijn woning telkens het slachtoffer na enige tijd gedwongen allerlei seksuele handelingen te ondergaan, mede bestaande uit het door hem, verdachte, (meermalen) seksueel binnendringen van het lichaam.
Verdachte heeft daarbij zijn eigen lustgevoelens geheel en al boven de belangen van de meisjes gesteld en hun geestelijke en lichamelijk integriteit in vergaande mate geschonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke misdrijven daardoor vaak nog langdurig hebben te kampen met ernstige lichamelijke en psychische klachten.
Naast de misdrijven genummerd 1 en 2 heeft verdachte filmopnamen gemaakt van zijn seksuele handelingen en had hij (daarnaast) tevens in zijn bezit (ander) beeldmateriaal van, kort gezegd, kinderpornografische aard.
Gelet op de bijzondere ernst van de misdrijven 1 en 2 speelt misdrijf 3 bij de beslissing omtrent de op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en) slechts een ondergeschikte rol.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden - de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en hetgeen bekend is geworden omtrent de persoon van verdachte.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 3 oktober 2012 volgt dat verdachte zich meermalen heeft schuldig gemaakt aan één of meer misdrijven en/of (een) overtreding(en).
Die eerdere veroordelingen en strafbeschikking hebben gelet op de ouderdom en/of de betrekkelijk geringe ernst van de daarbij vaststelde door verdachte gepleegde strafbare feiten in verband met de buitengewone ernst van de thans bewezenverklaarde feiten geen relevante rol gespeeld bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel(en).
De toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft bij de beoordeling van de op te leggen straf en/of maatregelen evenmin een relevante rol gespeeld.
In het voordeel van verdachte heeft het hof als matigende factor bij de bepaling van de duur van de op te leggen gevangenisstraf rekening gehouden met hetgeen omtrent verdachte door de deskundigen is vastgesteld.
De deskundigen I. Maksimovic, psychiater en R. Bout, Gz-psycholoog hebben verdachte onderzocht. In hun rapporten van respectievelijk 2 maart 2012 en 4 maart 2012 komen beide deskundigen op grond van hun bevindingen tot de conclusie dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de thans bewezenverklaarde verkrachtingen sprake was van zwakbegaafdheid alsmede van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens, in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis.
In tegenstelling tot de deskundigen heeft het hof bij het oordeel over de toerekenbaarheid buiten beschouwing gelaten een veroordeling van verdachte in 2008, door psychiater Maksimovic beschreven als een veroordeling wegens kinderporno en hetgeen de deskundige(n) daarover opmerken, nu het inmiddels door het hof in die zaak gewezen arrest (nog) niet onherroepelijk is.
Volgens de deskundige Maksimovic bestaat er zonder langdurige behandeling van verdache een hoog recidiverisico. Met de deskundige Maksimovic is de deskundige Bout van oordeel dat het risico van herhaling in de toekomst waarbij andere mensen gevaar lopen alleen in voldoende mate kan worden verminderd door oplegging van de vergaande maatregel van terbeschikkingstelling met last tot verpleging.
Het hof deelt het oordeel van de deskundigen omtrent de noodzaak aan verdachte de maatregel op te leggen van terbeschikkingstelling met last tot verpleging. Die maatregel is noodzakelijk. Op alle bewezen verklaarde misdrijven is naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld terwijl de veiligheid van anderen, danwel de algemene veiligheid van personen eist dat de in het dictum vermelde maatregel wordt opgelegd. Niet kan worden volstaan met alleen een gevangenisstraf en/of met een maatregel van lichtere aard.
Het hof stelt voorts vast dat de onder 1 en 2 bewezenverklaarde verkrachtingen telkens een misdrijf betreft gericht tegen of gevaar veroorzakend voor lichaam van één of meer personen.
Het hof acht zal de duur van de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf matigen vanwege de wenselijkheid om de verpleging van verdachte betrekkelijk spoedig te laten beginnen.
Beslag
Het in de zaak met parketnummer 16-655603-12 bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 18.674,30. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1500,-. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 16-604108-11 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Het hof acht de materiële schade toewijsbaar tot een bedrag van € 500,- en de immateriële tot een bedrag van € 2.000,-.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Verdachte zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Het hof ziet aanleiding om, zowel ten aanzien van de kosten in eerste aanleg als in hoger beroep, bij de begroting van die kosten, aansluiting te zoeken bij het liquidatietarief zoals dat geldt voor civiele zaken in eerste aanleg, tariefgroep II, met een waardering van ieder punt ad €452.
Deze kosten worden derhalve begroot op 3 x € 452 = € 1.356 (in eerste aanleg 2 punten, hoger beroep 1 punt).
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De vordering is naar het oordeel van het hof voldoende onderbouwd en voor het overige onvoldoende weersproken zodat verdachte tot vergoeding van die schade is gehouden en de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 27, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 38 e, 57, 63, 240b en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 onder 1 primair, het in de zaak met parketnummer 16-604108-11 onder 1 primair en het in de zaak met parketnummer 16-655603-12 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 16-604108-11 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 16-655603-12 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld terzake van alle bewezenverklaarde feiten en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
een harddisk, een externe harde schijf en een filmcamera.
Vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij[naam slachtoffer] terzake van het in de zaak met parketnummer 16-604108-11 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 500,00 (vijfhonderd euro) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 14 november 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [naam slachtoffer], een bedrag te betalen van € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 500,00 (vijfhonderd euro) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 14 november 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [naam slachtoffer] gemaakt en ten behoeve van van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op: € 1.356 (dertienhonderd zesenvijftig euro).
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] terzake van het in de zaak met parketnummer 16-655259-12 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 500,00 (vijfhonderd euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 december 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 500,00 (vijfhonderd euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 december 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr J.H.C. van Ginhoven, voorzitter,
mr C.G. Nunnikhoven en mr A.E. Harteveld, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr J.M. van Westerlaak, griffier,
en op 5 november 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.