ECLI:NL:GHDHA:2013:2301

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 juni 2013
Publicatiedatum
4 juli 2013
Zaaknummer
22002179-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en heling van een fiets na gebrek aan bewijs van wetenschap omtrent de herkomst

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in 1982 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor schuldheling van een fiets, merk Gazelle, die hij op of omstreeks 26 februari 2011 in Papendrecht had verworven. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, terwijl hij voor het subsidiair ten laste gelegde een gevangenisstraf van één week had geëist.

Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep gevoerd op basis van de stukken van de eerste aanleg en de zitting van 23 mei 2013. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in eerste aanleg was vrijgesproken van diefstal, maar was veroordeeld voor schuldheling. In hoger beroep heeft het hof de tenlastelegging opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets een door misdrijf verkregen goed was. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van zowel de diefstal als de heling.

De beslissing van het hof was dat het vonnis waarvan beroep werd vernietigd en dat de verdachte niet bewezen werd geacht dat hij het ten laste gelegde had begaan. Het hof sprak de verdachte vrij, waarbij het benadrukte dat de wetenschap omtrent de herkomst van de fiets niet was komen vast te staan. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de griffier was aanwezig bij de uitspraak.

Uitspraak

PROMIS
Rolnummer: 22-002179-11
Parketnummer: 11-059433-11
Datum uitspraak: 6 juni 2013
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

Meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van
22 april 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
23 mei 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte van het primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en dat hij ter zake van het subsidiair ten laste gelegde (schuldheling) zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het subsidiair ten laste gelegde, gekwalificeerd als schuldheling, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 februari 2011 te Papendrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 26 februari 2011 tot en met 28 februari 2011 te Papendrecht, in elk geval in Nederland, een fiets (merk Gazelle) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde overweegt het hof in het bijzonder dat niet is komen vast te staan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de fiets wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. M.J. de Haan-Boerdijk,
mr. R.M. Bouritius en mr. P.J. Wurzer, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 6 juni 2013.
Mr. Wurzer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.