ECLI:NL:GHDHA:2013:3417

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
22-005224-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte in zaak van vals reisdocument

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1964 in de Sovjetunie, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voor het in bezit hebben van een vals Lets nationaal paspoort. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar het hof kwam tot een andere conclusie.

Tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het paspoort vals of vervalst was. Het hof heeft hierbij gekeken naar het procesdossier en de verklaringen die tijdens de zittingen zijn afgelegd. Belangrijk was dat de verdachte het paspoort eerder zonder problemen had gebruikt in contacten met de gemeente en de politie. Ook het proces-verbaal van bevindingen van 2 november 2012, waarin werd gesteld dat het paspoort op het eerste gezicht goed en geldig leek, speelde een rol in de beslissing.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Wel heeft het hof besloten dat het in beslag genomen paspoort onttrokken moet worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de rechtsorde, ondanks de ernstige aanwijzingen dat het paspoort op andere gronden als vals of vervalst kan worden aangemerkt.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005224-12
Parketnummer: 09-721183-12
Datum uitspraak: 6 augustus 2013
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 7 november 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Sovjetunie) op [geboortejaar] 1964,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 23 juli 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is de vordering tot gevangenneming van de verdachte ter terechtzitting afgewezen.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 oktober 2012 te Leiden in het bezit was van een reisdocument, te weten een Lets nationaal paspoort (documentnummer), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
- de aangebrachte folie over de personaliabladzijde beschadigingen vertoont en/of
- de gebruikte echtheids- en beveiligingskenmerken en/of basismateriaal is op personaliabladzijde nagebootst en/of
- de printtechniek(en) van de personaliabladzijde en/of het watermerk is nagebootst.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is - anders dan de advocaat-generaal – van oordeel dat op basis van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet is komen vast te staan dat de verdachte op grond van de ten laste gelegde kenmerken van het paspoort op 29 oktober 2012 wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit vals of vervalst was. Daarbij slaat het hof acht op de omstandigheid dat de verdachte het paspoort eerder kennelijk zonder problemen heeft gebruikt in contacten met de gemeente en met de politie. Voorts kent het hof betekenis toe aan de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2012, waarin door de verbalisant is gerelateerd dat het paspoort op het eerste gezicht goed en geldig leek.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Een en ander laat onverlet de ernstige aanwijzingen die uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting naar voren zijn gekomen voor de stelling dat het paspoort op andere gronden als vals of vervalst kan worden aangemerkt.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het in beslag genomen paspoort zal worden onttrokken aan het verkeer.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat het na te melden in beslag genomen en niet teruggegeven paspoort dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een paspoort (Litouwen).
Dit arrest is gewezen door mr. M. Moussault, mr. M.J. de Haan-Boerdijk en mr. H.A. van Brummen, in bijzijn van de griffier mr. N.R. Achterberg.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 6 augustus 2013.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.