ECLI:NL:GHDHA:2013:3429

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
22-002772-11
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor vernieling van deur na getuigenverklaring

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 150,--, subsidiair 3 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken. De zaak betreft de vernieling van een deur op 24 maart 2011 te Gorinchem, waarbij de verdachte werd beschuldigd van opzettelijke en wederrechtelijke schade aan een goed toebehorende aan een ander. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 19 december 2012 en 23 juli 2013 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte.

Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de vernieling heeft gepleegd. Dit oordeel is gebaseerd op het procesdossier en de verklaring van een getuige die tijdens de zitting in hoger beroep heeft verklaard zelf verantwoordelijk te zijn voor de vernieling van de deur. Hierdoor heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft de benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend van € 784,60. Aangezien de verdachte is vrijgesproken, heeft het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen kostenveroordeling nodig is, omdat de verdachte geen kosten heeft gemaakt ter verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is niet mede ondertekend door mr. H.A. van Brummen, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002772-11
Parketnummer: 11-082630-11
Datum uitspraak: 6 augustus 2013
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 18 mei 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1958,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 19 december 2012 en 23 juli 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 150,--, subsidiair 3 dagen hechtenis .
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 150,--, subsidiair 3 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaren. Voorts zijn beslissingen genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, als nader in het vonnis waarvan beroep is omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 maart 2011 te Gorinchem opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een perceel, gelegen aan de [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door met een breekijzer, althans een hard voorwerp te slaan en/of te stompen tegen/op/in die deur, althans die deur stuk te maken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is – anders dan de advocaat-generaal – van oordeel dat op basis van het procesdossier en het onderzoek ter terechtzitting niet buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die de deur heeft vernield. Daarbij slaat het hof acht op de verklaring van de getuige [getuige], zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep, waarin deze heeft verklaard zelf de deur te hebben vernield.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding van [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde tot een bedrag van € 784,60.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Aangezien door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Verklaart de benadeelde partij Poort 6 in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door mr. M. Moussault,
mr. M.J. de Haan-Boerdijk en mr. H.A. van Brummen, in bijzijn van de griffier mr. N.R. Achterberg.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 6 augustus 2013.
Mr. H.A. van Brummen en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.