In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1975, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, waarvan 40 uren voorwaardelijk. De zaak betreft openlijke geweldpleging tegen een barman in Voorschoten op 30 september 2012. De verdachte en een medeverdachte hebben samen een barkruk naar de barman gegooid en hem vervolgens geschopt en gestompt terwijl hij op de grond lag. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodweer, omdat de barman gewapend met een mes over de bar wilde springen. Het hof verwierp dit verweer, omdat er geen bewijs was voor een onmiddellijke dreiging van geweld van de barman. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging en dat de eerdere veroordeling niet in stand kon blijven. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, met een voorwaardelijk deel van 60 uren, en een vervangende hechtenis van 90 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Het hof benadrukte de ernst van het feit en de impact op de openbare veiligheid.