ECLI:NL:GHDHA:2013:3596
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- C.A.R.M. van Leuven
- B.P.H.M. van den Wildenberg
- E.A. Mink
- Rechtspraak.nl
Zorg- en contactregeling in hoger beroep met betrekking tot minderjarige en dwangsombepaling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep in een kort geding over de zorg- en contactregeling tussen de vrouw en de man met betrekking tot hun minderjarige kind, geboren in 2008. De vrouw was in eerste aanleg veroordeeld tot nakoming van een zorgregeling, waarbij het kind iedere woensdagmiddag na school tot donderdagochtend bij de man verblijft, evenals om de veertien dagen van vrijdagavond tot zondagavond, en de helft van de schoolvakanties. De vrouw was onderworpen aan een dwangsombepaling van € 1.000 per dag bij niet-nakoming, met een maximum van € 25.000.
Tijdens de procedure in hoger beroep hebben de partijen in verregaande mate overeenstemming bereikt over de zorgregeling, maar de man verzocht het hof om de vakantieregeling voor de zomer van 2013 vast te leggen en om te bepalen dat beide ouders recht hebben op drie aaneengesloten weken vakantie met de minderjarige vanaf de zomervakantie van 2014. De vrouw verzocht om de dwangsombepaling ongedaan te maken, maar stemde in met de vakantieregeling voor 2013, met uitzondering van een klein onderdeel.
Het hof oordeelde dat de zomervakantie van 2013 inmiddels was verstreken en dat er geen spoedeisend belang meer was bij de beslissing over de vakantieregeling. Het hof concludeerde dat de kort gedingprocedure zich niet leent voor een beslissing over toekomstige vakanties, aangezien partijen nog de gelegenheid hebben om dit onder begeleiding van het AMK te bespreken. Wat betreft de dwangsombepaling oordeelde het hof dat deze zijn doel had gediend en dat de termijn voor het verbeuren van dwangsommen tot heden werd beperkt. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het hof vernietigde het bestreden vonnis enkel voor wat betreft de dwangsombepaling en bekrachtigde het vonnis voor het overige.