[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1980,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Vught - Nieuw Vosseveld 2 HVB te Vught.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 2 oktober 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 4 primair, impliciet primair, 7 en 8 primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2 eerste alternatief, 3, 4 primair, impliciet subsidiair, 5, 6 en 8 subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen, het beslag en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee weken als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, met het oogmerk om zich/hen en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (ongeveer 500 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- zichtbaar voor die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] vasthouden van twee, althans een vuurwapen(s), althans en/of daarop gelijkend(e) voorwerp(en) en/of
- ( met kracht) vastpakken van die [benadeelde partij 3] en/of
- richten van een vuurwapen, althans daarop gelijkend voorwerp op die [benadeelde partij 1] en/of die [benadeelde partij 4] en/of
- toevoegen van de woorden aan die [benadeelde partij 1]: "dit is een overval, geef me het geld" en/of "geld ik wil al je geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2:
hij en/of zijn mededader op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte(n) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich/hen en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 5] te dwingen tot de afgifte van een personenauto, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- de portier(en) van de auto van die [benadeelde partij 5] heeft/hebben opengetrokken en/of
- ( een) vuurwapen(s), althans en/of een daarop gelijkend voorwerp(en), heeft/hebben getoond aan die [benadeelde partij 5] die als bestuurder in die auto zat en/of heeft gericht op het lichaam van die [benadeelde partij 5], en/of
- op de linkerarm en/of tegen het hoofd van die [benadeelde partij 5] heeft/hebben geslagen en/of
- aan (de kleding van) die [benadeelde partij 5] heeft/hebben getrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een personenauto, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- naar de door die [benadeelde partij 5] bestuurde auto is gegaan en/of
- de voorportieren van die auto heeft geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het tonen aan en/of richten van een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op (het lichaam) van die [benadeelde partij 5] en/of
- het slaan tegen de linkerarm en/of het hoofd van die [benadeelde partij 5] en/of
- het trekken aan de kleding van die [benadeelde partij 5];3:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg,, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 6] en/of [benadeelde partij 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, gericht op die [benadeelde partij 4] en/of die [benadeelde partij 6] en/of die [benadeelde partij 7] en/of daarbij één of meerdere schoten gelost;
4:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen aan een persoon genaamd [benadeelde partij 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten een litteken in het aangezicht) heeft toegebracht, door deze opzettelijk met een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp in zijn gezicht en/of op zijn hoofd te slaan;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij en/of zijn medeverdachte op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte(n) voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij 4] met een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp op zijn hoofd en/of in zijn gezicht heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool (Heckler&Koch USP automatic) en/of
een wapen van categorie II onder 5, te weteneen stroomstootwapen en/of munitie van categorie III, te weten 9 patronen .45, voorhanden heeft gehad;
6:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een CO2 pistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
7:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Schiedam gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (perceel [adres]) heeft weggenomen autosleutels (behorende bij [kentekennr.]) en/of huissleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 8] en/of [benadeelde partij 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door een gaatje te boren in het raamkozijn van een bovenlicht en vervolgens dit raam te openen en daardoor de woning binnen te gaan, in elk geval door middel van braak en/of inklimming;
8:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Schiedam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto (Volkwagen Tiguan [kentekennr. 2]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 8] en/of [benadeelde partij 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door onbevoegd gebruik te maken van de autosleutels van die auto, in elk geval door middel van valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (Volkswagen Tiguan [kentekennr. 2]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 primair en subsidiair en onder 7 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan –overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal- behoort te worden vrijgesproken.
Voorts overweegt het hof het volgende.
Het hof is van oordeel dat, op grond van de inhoud van het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, niet buiten gerede twijfel is komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die op 23 december 2011 -al dan niet samen met zijn medeverdachte [medeverdachte]- te Schiedam de personenauto (Volkswagen Tiguan [kentekennr. 2]) heeft weggenomen.
Evenmin is buiten gerede twijfel komen vast te staan dat de verdachte op 23 december 2011 met de medeverdachte in de Volkswagen Tiguan naar Stompwijk is gekomen.
Mitsdien is het hof van oordeel dat –hoewel er aanwijzingen in die richting zijn- niet buiten redelijke twijfel verheven is dat de verdachte het hem onder 8 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Derhalve zal het hof hem daarvan vrijspreken.
Met het oog op de te nemen beslissing laat het hof bespreking van het door de raadsman gedane voorwaardelijk verzoek tot het horen van [getuige] als getuige achterwege.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 eerste alternatief, 3, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (ongeveer 500 euro), toebehorende aan het winkelbedrijf [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 2], welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het:
- zichtbaar voor die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] vasthouden van twee vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen en
- vastpakken van die [benadeelde partij 3] en
- richten van een vuurwapen, althans
eendaarop gelijkend voorwerp op die [benadeelde partij 1] en die [benadeelde partij 4] en
- toevoegen van de woorden aan die [benadeelde partij 1]: "dit is een overval, geef me het geld" en/of "geld ik wil al je geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2:
hij en zijn mededader op 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde partij 5] te dwingen tot de afgifte van een personenauto, toebehorende aan die [benadeelde partij 5],
- de portieren van de auto van die [benadeelde partij 5] hebben opengetrokken en
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, hebben getoond aan die [benadeelde partij 5] die als bestuurder in die auto zat en
hebbengericht op het lichaam van die [benadeelde partij 5], en
- op de linkerarm en/of tegen het hoofd van die [benadeelde partij 5] hebben geslagen en
- aan (de kleding van) die [benadeelde partij 5] hebben getrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk dreigend een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, gericht op die [benadeelde partij 4] en die [benadeelde partij 6] en die [benadeelde partij 7] en daarbij één of meerdere schoten gelost;
5:
hij op 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie III, te weten een pistool (Heckler&Koch USP automatic) en munitie van categorie III, te weten 9 patronen .45, voorhanden heeft gehad;
6:
hij op 23 december 2011 te Stompwijk, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie I onder 7°, te weten een CO2 pistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman namens de verdachte, overeenkomstig zijn pleitnotities, bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten wegens het ontbreken van wettig bewijs.
Het niet kennen van de medeverdachte [medeverdachte]
De raadsman heeft namens de verdachte aangevoerd dat de verdachte zijn medeverdachte [medeverdachte] niet kent.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij [medeverdachte] wel een keer heeft gezien, maar dat hij niet meer weet waar. Het zou kunnen dat hij [medeverdachte] tijdens het luchten in de penitentiaire inrichting De Geniepoort heeft gezien, nu zij beiden van 3 februari 2010 tot en met 21 juni 2010 op de H afdeling van deze penitentiaire inrichting hebben gezeten.
Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens met betrekking tot het IMEI-nummer van de telefoon van het merk Nokia met het nummer [telefoonnr. 1] – in het bezit van de medeverdachte [medeverdachte] – en de telefoon van het merk Nokia in het bezit van de verdachte met het nummer [telefoonnr. 2] blijkt dat deze beide telefoons op 22 december 2011 tussen 20.19 uur en 20.32 uur voor het eerst in gebruik werden genomen en dat beide telefoons gebruik maakte van dezelfde GSM steunzender met het nummer 13731, welke geplaatst is op de [adres] te Schiedam. Bij navraag via Google/TomTom blijkt dat er drie telefoonwinkels in de nabije omgeving zijn van de Rotterdamse Dijk te Schiedam. Uit de aangestraalde GSM steunzenders blijkt voorts dat de gebruiker van het nummer [telefoonnr. 1] ([medeverdachte]) zich in Noord-Brabant bevond. Tijdens de gesprekken tussen 00.20.41 uur en 00.21.26 uur werd een GSM steunzender aangestraald met het nummer 1713 welke geplaatst is op de Dolomietenlaan te Tilburg. Uit onderzoek van de historische gegevens van de BlackBerry in gebruik bij de verdachte blijkt dat er een gesprek te 00.22.15 uur plaatsvond die ook de GSM steunzender aanstraalde met het nummer 1713. Op 23 december 2011 tussen 12.11 uur en 12.18 uur belde de gebruiker van het nummer [telefoonnr. 1] ([medeverdachte]) drie keer naar het nummer [telefoonnr. 2] ([verdachte]). Uit de historische gegevens van de Nokia van de verdachte blijkt dat hij op dat moment op de Waldorpstraat in Den Haag was. Op 23 december 2011 tussen 16.30 uur en 18.08 uur verplaatste de gebruiker van het nummer [telefoonnr. 2] ([medeverdachte]) zich van Noordwijk naar Stompwijk. Op 23 december 2011 te 17.51 uur belde de gebruiker van het nummer [telefoonnr. 2] ([verdachte]) naar het nummer [telefoonnr. 1] ([medeverdachte]), maar kreeg geen verbinding (proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 427 e.v., het proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 437 e.v. en het proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 445 e.v.).
Uit het voorgaande is naar ’s hofs oordeel genoegzaam komen vast te staan dat de verdachte zijn medeverdachte [medeverdachte] wel degelijk kent en dat zij kort voor de overval intensief telefonisch contact met elkaar hebben gehad, alsmede dat de verdachte nog heeft getracht om kort na de overval telefonisch contact te zoeken met zijn medeverdachte [medeverdachte], maar dat dit niet is gelukt omdat [medeverdachte] reeds door de politie was aangehouden.
Alternatief scenario
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat er wellicht een derde persoon bij de overval betrokken is geweest, alsmede dat het door getuigen opgegeven signalement niet overeenkomt met verdachtes signalement.
Het hof stelt op grond van de door het hof gebezigde bewijsmiddelen het volgende vast.
Op vrijdag 23 december 2011, omstreeks 17.45 uur kwam de melding gewapende overval op personeel van de supermarkt [benadeelde partij 2] gevestigd te Stompwijk (proces-verbaal relaas, dossierpagina 5 e.v.). Bij de overval is de caissière [benadeelde partij 1] bedreigd door twee mannen met bivakmutsen op en ieder met een (vuur)wapen. Een van de overvallers zette een donkerblauwe sporttas met witte accenten op de balie en de caissière heeft hier de inhoud van haar kassalade in gedaan (proces-verbaal aangifte, dossierpagina 97 e.v.). Nadat de overvallers met hun buit zijn weggelopen zijn de eigenaar van de supermarkt, medewerkers van de supermarkt en een klant achter de overvallers aangerend. De overvallers zijn eerst naar een personenauto Volkswagen Tiguan gerend, maar vervolgens doorgerend met nog altijd diverse personen, waaronder de getuige [benadeelde partij 4], achter hen aan. De twee overvallers hebben hierop een personenauto aangehouden en getracht de bestuurder van deze auto, de heer [benadeelde partij 5], met geweld uit zijn auto te halen. Door het optreden van de getuige [benadeelde partij 4] is dit niet gelukt en zijn de overvallers weer verder gerend richting de waterzuivering. [benadeelde partij 4] zag vervolgens dat een dader in het water sprong en aan de overzijde weer uit het water klom. De andere dader liep langs het hekwerk van de waterzuivering. [benadeelde partij 4] is achter deze dader aangelopen en heeft hem naar de grond gekregen (proces-verbaal aangifte, dossierpagina 124 e.v.). Vervolgens werd deze overvaller door de politie aangehouden (proces-verbaal aanhouding, dossierpagina 18 e.v.). Dit bleek de medeverdachte [medeverdachte] te zijn. De politie heeft de diensthond ingezet op zoek naar de overvaller die in de sloot was gesprongen en er aan de andere kant uit was geklommen. De diensthond heeft de verdachte gevonden en bij zijn fouillering bleek dat hij in de broeksband een vuurwapen had waarvan de hamer op singel action stond (proces-verbaal aanhouding, dossierpagina 46 e.v.). Voorts bleek de kleding van de verdachte nat te zijn (proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 258).
De stelling van de verdediging dat er mogelijk een derde verdachte bij betrokken is acht het hof -met de rechtbank- onaannemelijk nu niets in het dossier deze verklaring van de verdachte ondersteunt. De getuige [benadeelde partij 4] is de overvallers –op een heel korte tijd na, waarna hij de overvallers weer herkende- niet uit het oog verloren.
Daarnaast hebben de personen die direct getuige zijn geweest van de overval in de supermarkt allemaal slechts over twee overvallers verklaard.
Het feit dat de verdachte niet aan alle door getuigen gegeven signalementen voldoet, en dat niet alle gegeven signalementen met elkaar overeenkomen, doet hier niet aan af.
Ook de verklaring van de verdachte, dat hij de jas van deze derde persoon zou hebben gepakt en aangetrokken en dat in de jaszak van deze jas een telefoon en een wapen zat, acht het hof, evenals de rechtbank, onaannemelijk mede gelet op het door de politie aantreffen van een vuurwapen in de broeksband van de verdachte (proces-verbaal van aanhouding, dossierpagina 46 e.v.). De verdachte heeft, na eerst ontkend te hebben dat het vuurwapen door de politie in zijn broeksband was aangetroffen, uiteindelijk voor het aantreffen daarvan geen aannemelijke verklaring kunnen geven.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen en uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen volgt dat er tussen de verdachte en zijn medeverdachte een dusdanige nauwe en bewuste samenwerking is geweest bij de totstandkoming en de uitvoering van de overval dat sprake is van medeplegen. Dit geldt ook voor de poging tot afpersing van de heer [benadeelde partij 5] alsmede voor het voorhanden hebben van het CO2-pistool en het Heckler & Koch pistool die beide bij de overval zijn gebruikt. Het hof gaat ervan uit dat het Heckler & Koch pistool, dat later in een sloot is aangetroffen die langs de vluchtroute van de verdachten lag, door de medeverdachte bij gelegenheid van de overval is gebruikt en vervolgens door de medeverdachte in die sloot is gegooid. Het hof is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich
schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 eerste alternatief, 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten een en ander zoals bewezen is verklaard.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 2 eerste alternatief bewezen verklaarde levert op:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 3 bewezen verklaarde levert op: