Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
28 oktober 2013.
hij op of omstreeks 05 november 2011 te
's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon
[aangever] van het leven te beroven, opzettelijk (met kracht) tegen het hoofd van die [aangever] heeft getrapt en/of geschopt, terwijl die [aangever]n op de grond lag, en/of (met kracht) meermalen, althans éénmaal in/tegen het gezicht en/of hoofd heeft geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 05 november 2011 te
's-Gravenhage aan een persoon genaamd [aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel ((een gebroken kaak)), heeft toegebracht, door deze opzettelijk (met kracht) tegen het hoofd te trappen en/of te schoppen en/of (met kracht) meermalen, althans éénmaal in/tegen het gezicht en/of hoofd te slaan en/of te stompen;
hij op of omstreeks 05 november 2011 te
's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd
[aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) tegen het hoofd van die [aangever] heeft getrapt en/of geschopt en/of (met kracht) meermalen, althans éénmaal die [aangever] in/tegen het gezicht en/of hoofd heeft geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 05 november 2011 te
's-Gravenhage opzettelijk een persoon (te weten
[aangever]), (met kracht) tegen het hoofd heeft getrapt en/of geschopt en/of (met kracht) meermalen, althans éénmaal in/tegen het gezicht en/of hoofd heeft geslagen en/of gestompt, tengevolge waarvan deze zwaar lichamelijk letsel (een gebroken kaak), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
[aangever] van het leven te beroven, opzettelijk met kracht tegen het hoofd van die [aangever] heeft geschopt, terwijl die [aangever] op de grond lag, enmet kracht meermalen tegen het hoofd
van die [aangever]heeft gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Poging tot doodslag.
36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
14 oktober 2013, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van vergelijkbare strafbare feiten.
De aanleiding van het bewezen verklaarde was een gangbare overtreding tijdens een voetbalwedstrijd. De verdachte heeft daarop aanvankelijk fatsoenlijk gereageerd, door zich te verontschuldigen jegens het slachtoffer. Het slachtoffer heeft vervolgens op onbehoorlijke wijze gereageerd door de verdachte uit te schelden en hem te slaan. Het hof zal bij het bepalen van de hoogte van de straf het gedrag van het slachtoffer op dat moment meewegen.
€ 11.176,99, bestaande uit € 176,99 materiële schade en
€ 11.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 3.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 3.176,99 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer
[aangever], te vermeerderen met de wettelijke rente.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van vaststelling identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij
€ 3.176,99 (drieduizend honderdzesenzeventig euro en negenennegentig cent) bestaande uit € 176,99 (honderdzesenzeventig euro en negenennegentig cent) materiële schade en € 3.000,- (drieduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.176,99 (drieduizend honderdzesenzeventig euro en negenennegentig cent) bestaande uit € 176,99 (honderdzesenzeventig euro en negenennegentig cent) materiële schade en € 3.000,-(drieduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
41 (eenenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.