ECLI:NL:GHDHA:2013:4309
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. van Nievelt
- J. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Vervroeging dagvaardingstermijn en ontslag van instantie in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant, een man die zonder procesadvocaat verscheen. De appellant had eerder een vonnis van de rechtbank ontvangen op 2 januari 2013, waartegen hij in hoger beroep ging. De geïntimeerden, bestaande uit een vrouw, een persoon met de initialen B, en een besloten vennootschap, hebben de appellant via een anticipatie-exploot opgeroepen om te verschijnen op de roldatum van 2 juli 2013. De appellant is echter niet verschenen, wat leidde tot verstek. Ondanks dat de appellant op 16 en 30 juli 2013 de gelegenheid kreeg om een procesvertegenwoordiger aan te stellen, heeft hij hiervan geen gebruik gemaakt.
Het hof heeft vervolgens de stukken voor het wijzen van arrest ontvangen en heeft de zaak beoordeeld. De relevante juridische bepalingen, met name artikel 126 lid 1 en 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zijn toegepast. Deze artikelen stellen dat de geïntimeerde de dagvaardingstermijn kan vervroegen door middel van een anticipatie-exploot. Aangezien de appellant niet is verschenen en zijn verzuim niet heeft hersteld, heeft het hof geoordeeld dat de geïntimeerden van instantie moeten worden ontslagen.
De kosten van het hoger beroep zijn aan de zijde van de geïntimeerden vastgesteld op € 683,- voor griffierecht en € 816,- voor salaris van de advocaat, die overeenkomstig het liquidatietarief is berekend. Het hof heeft de appellant veroordeeld in deze kosten. De uitspraak is gedaan op 12 november 2013 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.