ECLI:NL:GHDHA:2013:4657

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
3 juli 2013
Publicatiedatum
9 december 2013
Zaaknummer
BK 12-00809
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake leges voor omgevingsvergunning en de heffing op basis van bouwkosten inclusief BTW

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, ging het om een hoger beroep van belanghebbende [X] tegen de heffing van leges door de gemeente Nieuwkoop. De heffingsambtenaar had een bedrag van € 27.203,40 aan leges opgelegd in verband met een aanvraag voor een omgevingsvergunning, ingediend op 29 juli 2011. De rechtbank 's-Gravenhage had eerder op 10 september 2012 in deze kwestie uitspraak gedaan. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 juni 2013, waarbij beide partijen aanwezig waren.

De belanghebbende voerde aan dat de heffing van bouwleges op basis van bouwkosten inclusief BTW in strijd is met de Wet op het BTW-compensatiefonds en de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Gerechtshof oordeelde echter dat de argumenten van de belanghebbende niet voldoende onderbouwd waren om de in rekening gebrachte leges te verminderen. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde dat de heffingsmaatstaf zoals vastgelegd in de Legesverordening 2011 duidelijk en redelijkerwijs niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is.

De uitspraak werd op 3 juli 2013 in het openbaar gedaan door mr. J.W. baron van Knobelsdorff, in aanwezigheid van griffier mr. R.W. Otto. De belanghebbende en de gemeente hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is gepubliceerd in de V-N en het Belastingblad.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-12/00809

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak d.d. 3 juli 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwkoop, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s‑Gravenhage van 10 september 2012, nummer AWB 12/2981, betreffende de aan belanghebbende gerichte schriftelijke kennisgeving van 29 november 2011 (factuur) waarbij van hem een bedrag van € 27.203,40 aan leges is geheven in verband met het in behandeling nemen van een op 29 juli 2011 bij de gemeente Nieuwkoop ingediende aanvraag van een omgevingsvergunning.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 19 juni 2013, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen.
Beslissing
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Gronden
1.
De volgens paragrafen 2.3. tot en met 2.3.1.1.1 van de bij de Legesverordening 2011 behorende Tarieventabel geldende heffingsmaatstaf (bouwkosten inclusief BTW) is duidelijk en redelijkerwijs niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.
2.
In paragraaf 2.1.1.2 van de Tarieventabel is bepaald dat met bouwkosten wordt bedoeld de bouwkosten exclusief BTW. Deze bepaling heeft weliswaar een definiërende strekking, maar door de ondubbelzinnige tekst van de paragrafen 2.3 tot en met 2.3.1.1.1 is aan die definitie, voor zover daarin de uitsluiting van BTW is opgenomen, de betekenis komen te ontvallen.
3.
Het argument dat de heffing van bouwleges op basis van bouwkosten inclusief BTW op gespannen voet staat met de Wet op het BTW-compensatiefonds en de Wet op de omzetbelasting 1968 heeft belanghebbende niet voorzien van een toelichting die kan meebrengen dat de in rekening gebrachte leges moet worden verminderd.
4.
De rechtbank heeft op goede gronden een juiste beslissing genomen. Het hoger beroep faalt derhalve.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. J.W. baron van Knobelsdorff, in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.W. Otto. De beslissing is op 3 juli 2013 in het openbaar uitgesproken.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kanbinnen zes wekenna de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1.
Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2.
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
-
- de naam en het adres van de indiener;
-
- de dagtekening;
-
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof de mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog te verstrekken of aan te vullen. De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten