Uitspraak
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak d.d. 3 juli 2013
[X] te [Z], belanghebbende,
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, ging het om een hoger beroep van belanghebbende [X] tegen de heffing van leges door de gemeente Nieuwkoop. De heffingsambtenaar had een bedrag van € 27.203,40 aan leges opgelegd in verband met een aanvraag voor een omgevingsvergunning, ingediend op 29 juli 2011. De rechtbank 's-Gravenhage had eerder op 10 september 2012 in deze kwestie uitspraak gedaan. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 juni 2013, waarbij beide partijen aanwezig waren.
De belanghebbende voerde aan dat de heffing van bouwleges op basis van bouwkosten inclusief BTW in strijd is met de Wet op het BTW-compensatiefonds en de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Gerechtshof oordeelde echter dat de argumenten van de belanghebbende niet voldoende onderbouwd waren om de in rekening gebrachte leges te verminderen. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde dat de heffingsmaatstaf zoals vastgelegd in de Legesverordening 2011 duidelijk en redelijkerwijs niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is.
De uitspraak werd op 3 juli 2013 in het openbaar gedaan door mr. J.W. baron van Knobelsdorff, in aanwezigheid van griffier mr. R.W. Otto. De belanghebbende en de gemeente hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is gepubliceerd in de V-N en het Belastingblad.