Uitspraak
op9 november 2011 te Rotterdam opzettelijk, een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk, meermalen, met kracht die [slachtoffer] met een mes, in de nek en het lichaam gestoken tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
[benadeelde partij]zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van € 2.429,10.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
[benadeelde partij]ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.429,10 (tweeduizend vierhonderdnegenentwintig euro en tien cent) bestaande uit € 2.429,10 (tweeduizend vierhonderdnegenentwintig euro en tien cent) materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
[benadeelde partij], een bedrag te betalen van
€ 2.429,10 (tweeduizend vierhonderdnegenentwintig euro en tien cent) bestaande uit € 2.429,10 (tweeduizend vierhonderdnegenentwintig euro en tien cent) materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
34 (vierendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.