ECLI:NL:GHDHA:2013:5254
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- M. Mink
- A. van Leuven
- J. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Verschuldigdheid van een 'ere' compensatie uit hoofde van het tussen partijen gesloten Mut'a huwelijk
In deze zaak gaat het om de verschuldigdheid van een 'ere' compensatie die voortvloeit uit een Mut'a huwelijk tussen de man en de vrouw. De man is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin hij werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.350,- aan de vrouw, met wettelijke rente en proceskosten. De man heeft drie grieven ingediend, waarbij hij onder andere aanvoert dat de overeenkomst die tot de verschuldigdheid leidt, in strijd is met de wet en de goede zeden. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter als juist aangenomen, aangezien daartegen geen grief is ingediend. De man stelt dat de overeenkomst nietig is op grond van artikel 3:40 BW, omdat het Mut'a huwelijk in strijd met de wet zou zijn. De vrouw betwist dit en stelt dat de overeenkomst niet gerelateerd is aan de religieuze plechtigheid, maar aan de financiële afwikkeling na de relatie. Het hof oordeelt dat de overeenkomst niet als nietig kan worden aangemerkt en dat de man nog een bedrag van € 5.100,- aan de vrouw verschuldigd is. De grieven van de man worden verworpen, en het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. De man wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.