Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Marokko in 1983 en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 weken, met een proeftijd van 2 jaren, wegens geweld tegen opsporingsambtenaren. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld.
Het hof heeft het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd, beoordeeld aan de hand van het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar. Tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg was deze verbalisant als getuige gehoord. Het hof constateerde echter dat er significante verschillen waren tussen de inhoud van het proces-verbaal en de verklaring van de verbalisant in de rechtszaal. Deze discrepanties leidden het hof tot de conclusie dat het bewijs niet voldoende was om de verdachte te veroordelen.
Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben onderzocht en de belangen van de verdachte in acht hebben genomen. De uitspraak is gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was om de procedure vast te leggen.