ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ2058
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en vrijstelling van optometrische diensten in abonnementensysteem
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Den Haag, ging het om een hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De belanghebbende, een optometrisch bedrijf, had bezwaar gemaakt tegen de bedragen aan omzetbelasting die zij had voldaan voor de maanden november en december 2007. De rechtbank had de beroepen gegrond verklaard en teruggaven verleend van 60% van de op aangiften voldane omzetbelasting. De Inspecteur ging in hoger beroep, waarbij de belanghebbende ook incidenteel hoger beroep instelde.
De kern van het geschil betrof de vraag in hoeverre de abonnementen die de belanghebbende aanbiedt, betrekking hebben op diensten die vrijgesteld zijn van omzetbelasting op grond van artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968. De belanghebbende verricht optometrische diensten en levert optische middelen, zoals brillen en contactlenzen, en werkt met een abonnementensysteem. Het Hof oordeelde dat de optometrische diensten afzonderlijk in aanmerking moeten worden genomen voor de omzetbelasting, los van de leveringen van contactlenzen en contactlensvloeistoffen.
Het Hof concludeerde dat de abonnementsgelden voor 90% moeten worden toegerekend aan de optometrische diensten, en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de belanghebbende zowel vrijgestelde als belaste prestaties verricht. De uitspraak van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, maar de beslissingen omtrent de proceskosten en het griffierecht bleven in stand. Het Hof verleende aan de belanghebbende teruggaven van 90% van de op aangiften voldane omzetbelasting en veroordeelde de Inspecteur in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 1.416.