ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6916
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. Lückers
- A. Husson
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verzoeker, aangeduid als 'de man', had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 16 juli 2012. Deze beschikking betrof een verhaalsbedrag dat de man aan de gemeente Capelle aan den IJssel moest betalen, vastgesteld op € 130,- per maand, in verband met verleende bijstand voor zijn minderjarige kind. De man heeft echter het verschuldigde griffierecht niet tijdig betaald, wat leidde tot de vraag of hij ontvankelijk was in zijn hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de man het griffierecht niet binnen de wettelijke termijn van vier weken na indiening van het beroepschrift heeft voldaan. De betaling had uiterlijk op 12 november 2012 op de bankrekening van het hof moeten zijn bijgeschreven, maar dit is niet gebeurd. De advocaat van de man voerde aan dat hij de nota niet had ontvangen, maar het hof oordeelde dat dit niet relevant was voor de vraag of de betaling tijdig was. De wettelijke regeling vereist dat het griffierecht tijdig wordt betaald, ongeacht of de advocaat de nota heeft ontvangen.
Het hof concludeerde dat de man niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat de te late betaling van het griffierecht voor zijn rekening en risico kwam. De door de man aangevoerde omstandigheden rechtvaardigden niet dat de toepassing van de wettelijke bepalingen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De beslissing van het hof was dus om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, en deze uitspraak werd gedaan door de rechters Lückers, Husson en Kamminga, met Hogendoorn als griffier.