PROMIS
Rolnummer: 22-002329-11
Parketnummer: 11-860169-11
Datum uitspraak: 23 april 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 21 april 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1990,
adres: volgens opgave van de verdachte ter terechtzitting dakloos.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 9 april 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 07 januari 2011 te Hoornaar, gemeente Giessenlanden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechte-lijke toeëigening in/uit een winkelpand aan het Dirk V plein heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookarti-kelen, in ieder geval een (groot) aantal (sloffen) sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan V.O.F. EM-TE Supermarkt Hoornaar, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 januari 2011 te Hoornaar, gemeente Giessenlanden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (grote) hoeveelheid rookartikelen, althans een (groot) aantal (sloffen) sigaretten heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Verzoek tot het horen van getuige
De raadsman heeft op 26 mei 2012 het verzoek gedaan [getuige] als getuige te horen en heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verzoek gehandhaafd.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Nu het hof de verklaring van de getuige [getuige] niet voor het bewijs bezigt en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van oordeel is dat het horen van de getuige niet noodzakelijk is voor enig door het hof te nemen beslissing, acht het hof het (doen) horen van deze getuige niet noodzakelijk, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 07 januari 2011 te Hoornaar, gemeente Giessenlanden, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrech-telijke toeëigening uit een winkelpand heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookarti-kelen, toebehorende aan V.O.F. EM-TE Supermarkt Hoornaar, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een bijzondere voorwaarde als vermeld in de vordering.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal van een grote hoeveelheid rookartikelen uit een supermarkt door middel van braak. Dergelijke vermogensdelicten veroorzaken behalve materiële schade tevens veel hinder voor de benadeelden.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 maart 2013, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Voor de oplegging van een bijzondere voorwaarde - als door de advocaat-generaal gevorderd - ziet het hof geen aanleiding.
De na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: twee bivakmutsen, twee paar handschoenen, een schroevendraaier en een breekijzer, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan.
Het hof zal daarom deze voorwerpen verbeurdverklaren.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven auto, Ford Ka, kenteken [kentekennr.], dient te worden teruggegeven (voor zover nog niet gedaan) aan de rechthebbende, te weten de medeverdachte [medeverdachte].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 47, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: twee bivakmutsen, twee paar handschoenen, een schroevendraaier en een breekijzer.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende, te weten de medeverdachte [medeverdachte] (voor zover nog niet gedaan) van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven auto, Ford Ka, kenteken [kentekennr.].
Dit arrest is gewezen door
mrs. N. Schaar, C.G.M. van Rijnberk en H. van den Heuvel,
in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 april 2013.
Mr. N. Schaar is buiten staat dit arrest te ondertekenen.