ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9623
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A. van Dijk
- M. Kamminga
- J. van de Poll
- Rechtspraak.nl
Echtscheidingsbeschikking met betrekking tot huurrecht standplaats
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag werd behandeld, betreft het een echtscheidingsbeschikking waarbij de vrouw in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Jonkman, verzoekt de bestreden beschikking deels te vernietigen en opnieuw te bepalen dat zij de huurster zal zijn van de standplaats gelegen aan [adres] in [plaats]. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.G. Ouwejan, verzoekt de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep en heeft tevens een incidenteel appel ingediend. De zaak is op 15 februari 2013 mondeling behandeld, waarbij beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank had in de eerdere beschikking de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en het verzoek van de vrouw ten aanzien van het huurrecht van de standplaats afgewezen. Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Het geschil draait om de juridische status van de huurovereenkomst die de man met de gemeente [naam gemeente] heeft gesloten. De vrouw stelt dat deze huurovereenkomst moet worden aangemerkt als huur van een standplaats, terwijl de man betoogt dat het gaat om huur van losse grond.
Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak pro forma aan te houden tot 26 oktober 2013, zodat partijen de onherroepelijke uitspraak inzake de status van de huurovereenkomst aan het hof kunnen overleggen. Tot die tijd houdt het hof iedere verdere beslissing aan. Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Dijk, Kamminga en Van de Poll, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 april 2013.