ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
22-001357-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen straf of maatregel opgelegd voor bedreiging en belediging van ambtenaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voor bedreiging en belediging van politieambtenaren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 april 2011 in Delft de hoofdagent van politie Haaglanden heeft bedreigd met zware mishandeling en twee andere ambtenaren beledigd heeft. De verdachte ontkende de feiten en voerde aan dat zijn aanhouding onrechtmatig was, omdat hij niet verplicht was zijn identiteitsbewijs te tonen. Het hof oordeelde dat de aanhouding inderdaad onrechtmatig was en sprak de verdachte vrij van de tweede tenlastelegging, die betrekking had op verzet tegen de aanhouding.

Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met een reclasseringsadvies en een Pro Justitia rapportage, waaruit bleek dat de verdachte leed aan ADHD en een posttraumatische stressstoornis. Ondanks de bewezenverklaring van de bedreiging en belediging, oordeelde het hof dat er geen straf of maatregel opgelegd diende te worden. Het hof concludeerde dat de verdachte, gezien zijn psychische toestand en de omstandigheden van de zaak, geen straf verdient, maar dat behandeling voor zijn problemen noodzakelijk is. De beslissing om geen straf op te leggen werd ondersteund door de advocaat-generaal, die ook de onrechtmatigheid van de aanhouding onderstreepte. Het hof heeft de norm van de rechtsorde voldoende ingevuld met de bewezenverklaring, zonder dat een straf of maatregel noodzakelijk was.

Uitspraak

PROMIS
Rolnummer: 22-001357-12
Parketnummer: 09-135915-11
Datum uitspraak: 21 mei 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 7 maart 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1984,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 7 mei 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 3 april 2011 te Delft [benadeelde partij 1], hoofdagent van politie Haaglanden, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Als je me niet loslaat, dan laat ik de hond op je los" en/of "Ik vermoord jullie allemaal, jullie gaan dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2. hij op of omstreeks 3 april 2011 te Delft, toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en) (te weten [benadeelde partij 1], hoofdagent van politie Haaglanden, en/of [benadeelde partij 2], agent van politie Haaglanden, en/of [benadeelde partij 3], aspirant van politie Haaglanden, en/of [benadeelde partij 4], hoofdagent van politie Haaglanden) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en), had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den), teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen eerstgenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, heeft verzet door te rukken en/of te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte te geleiden en/of door zich en/of zijn arm(en)/hand(en) los te trekken/rukken en/of door (met kracht en/of wild) met zijn hoofd te bewegen en/of door (met kracht) met zijn be(e)n(en) (om zich heen) te trappen/schoppen;
3. hij op of omstreeks 3 april 2011 te Delft opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde partij 5], aspirant van politie Haaglanden, en/of [benadeelde partij 6], brigadier van politie Haaglanden, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jullie zijn kankerlijers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Verzoek om nader onderzoek
Namens de verdachte heeft de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep primair verzocht de camerabeelden met betrekking tot de ten laste gelegde feiten te voegen in het dossier, en subsidiair, indien het hof een nader onderzoek naar die camerabeelden nodig mocht achten, de zaak terug te wijzen naar de rechtbank 's-Gravenhage.
Het hof acht, gelet op het hetgeen hierna wordt overwogen, de voeging in het dossier van de camerabeelden noch een nader onderzoek daarnaar noodzakelijk. De verzoeken worden mitsdien afgewezen.
Vrijspraak
Blijkens het proces-verbaal van aanhouding heeft de verbalisant [benadeelde partij 1] de verdachte meermalen gevraagd zijn identiteitsbewijs te tonen, die dat evenwel heeft geweigerd. Nu uit het dossier niet is gebleken dat de verbalisant het identiteitsbewijs van de verdachte heeft gevorderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 Wet op de identificatieplicht, bestond er voor de verdachte geen verplichting zijn identiteitsbewijs ter inzage te geven.
Gelet op het voorgaande vast is komen te staan dat er geen verplichting op de verdachte rustte om zijn identiteitsbewijs te verstrekken aan de verbalisant. Het hof is derhalve van oordeel dat de aanhouding van de verdachte door de verbalisant [benadeelde partij 1] onrechtmatig is geweest.
Nu naar het oordeel van het hof - overeenkomstig de standpunten van de advocaat-generaal en de raadsman - niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 is ten laste gelegd, behoort de verdachte daarvan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht - met de advocaat-generaal en de rechtbank, anders dan de raadsman - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. 1hij op 3 april 2011 te Delft [benadeelde partij 1], hoofdagent van politie Haaglanden, heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Als je me niet loslaat, dan laat ik de hond op je los";
3. hij op 3 april 2011 te Delft opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [benadeelde partij 5], aspirant van politie Haaglanden, en [benadeelde partij 6], brigadier van politie Haaglanden, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jullie zijn kankerlijers".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Bedreiging met zware mishandeling.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, nu sprake was van een onrechtmatige aanhouding. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten bewezen zullen worden verklaard en dat aan de verdachte - met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht - geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Geen straf of maatregel
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van een ambtenaar, alsmede aan belediging van twee ambtenaren gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Door aldus te handelen heeft de verdachte de betrokken ambtenaar vrees aangejaagd. Daarnaast heeft de verdachte het opsporingsambtenaren - die hun werk moeten kunnen doen zonder daarbij te worden beledigd - onnodig moeilijk gemaakt hun werkzaamheden uit te oefenen.
Blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 april 2013 is de verdachte meermalen veroordeel voor andersoortige strafbare feiten. Deze eerdere veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen:
- een reclasseringsadvies van Jeugdzorg & Reclassering d.d. 4 februari 2013. In dit rapport wordt evenwel geen advies gegeven omdat de verdachte de ten laste gelegde feiten ontkent;
- een Pro Justitia rapportage d.d. 15 januari 2013, opgesteld door drs. W.J.L. Lander, klinisch psycholoog, onder supervisie van drs. M.H. Keppel, GZ-psycholoog. Hieruit blijkt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van ADHD en van een posttraumatische stresstoornis ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Nu de verdachte de feiten ontkent is niet duidelijk of en in hoeverre deze stoornissen zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van de ten laste gelegde feiten hebben beïnvloed en derhalve kan geen uitspraak worden gedaan omtrent de toerekeningsvatbaarheid. Vanuit zorgoogpunt is het van belang dat de verdachte wordt behandeld met betrekking tot de emotieregulatie, de impulscontrole en de agressieproblematiek. Geadviseerd wordt een behandeling bij De Waag in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de volgende omstandigheden.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij in een woongroep woont en sinds oktober 2012 een bijstandsuitkering heeft die hij zelf heeft aangevraagd en dat hij daarop hij maximaal gekort wordt omdat hij geen huur betaalt en daarnaast heeft hij een schuld van ongeveer € 20.000,-. Tot 2011 is de verdachte voor ADHD en een posttraumatische stressstoornis in behandeling geweest bij een ADHD-centrum, maar deze behandeling is geëindigd omdat de symptomen verergerden. Thans staat hij op de wachtlijst voor behandeling van ADHD bij een psychiater.
Gelet op alle omstandigheden acht het hof - met de advocaat-generaal - het raadzaam te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Met de bewezenverklaring is de bevestiging van de norm voldoende ingevuld.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door mr. A.A. Schuering,
mr. A.W.M. Bijloos en mr. H.A. van Brummen, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 mei 2013.
mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.