ECLI:NL:GHDHA:2014:1274
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 juni 2013. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting van € 1.509, opgelegd aan belanghebbende als houder van een auto met kenteken [kenteken] voor het tijdvak van 15 januari 2011 tot en met 22 december 2011. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslag en de boetebeschikking na bezwaar, waarop belanghebbende beroep instelde bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift te laat was ingediend.
Belanghebbende ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat zij de uitspraak op bezwaar niet tijdig had ontvangen vanwege een verhuizing. Het Hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was. De termijn voor het indienen van het beroepschrift was verlopen, en de door belanghebbende aangevoerde omstandigheden, zoals haar verhuizing en ziekte, rechtvaardigden niet dat het beroepschrift alsnog als tijdig kon worden aangemerkt. Het Hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak van het Hof benadrukt het belang van tijdige indiening van beroepschriften en de verantwoordelijkheden van belanghebbenden om wijzigingen in hun adres tijdig door te geven aan de belastingautoriteiten. Het Hof wees ook op de mogelijkheid voor belanghebbende om binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.