Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 25 februari 2014
[de man],
[de vrouw],
Het verdere verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Beslissing
€ 1.362,--
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding betreffende een straatverbod. De appellant, de man, heeft in eerste aanleg een straatverbod opgelegd gekregen voor de duur van één jaar, vanwege ernstige incidenten waarbij hij de moeder van de geïntimeerde, de vrouw, heeft bedreigd en mishandeld. De man ontkent de beschuldigingen en stelt dat hij niet aanwezig kon zijn bij de comparitie vanwege dringende afspraken. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 12 november 2013, waarin een comparitie van partijen is gelast. Tijdens deze comparitie, die op 9 januari 2014 plaatsvond, heeft de vrouw haar standpunt toegelicht en bewijsstukken overgelegd, terwijl de man zijn procesdossier inbracht. Het hof heeft kennisgenomen van de aangifte van de zus van de vrouw en andere verklaringen die de beschuldigingen tegen de man ondersteunen. Het hof concludeert dat de feiten zoals vastgesteld door de voorzieningenrechter aannemelijk zijn en dat de man zich agressief heeft gedragen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 28 augustus 2013, waarbij het straatverbod is opgelegd, en veroordeelt de man in de kosten van het hoger beroep.