De vrouw vordert, verkort weergegeven:
I) Een verklaring voor recht dat tussen partijen sprake was van (pseudo) mede eigendom van de staande huwelijk verkregen echtelijke woningen en dat de hieruit voortvloeiende aanspraken van de vrouw nog verrekend moeten worden;
II) Een verklaring voor recht dat de vergoedingsaanspraak van de vrouw ter zake van de door haar voor het huwelijk verkregen woning nog moet worden berekend dan wel verrekend;
III) Vernietiging van de huwelijkse voorwaarden van 1 juni 2007;
IV) ontbinding van de huwelijkse voorwaarden d,d, 1 juni 2007 en (partiële) wijziging/ontbinding van de voortbouwende rechtshandeling, te weten het echtscheidingsconvenant, voor zover daarin is uitgegaan van koude uitsluiting zonder verrekeningsaanspraken van de vrouw;
V) een verklaring voor recht dat door opzegging de akte huwelijkse voorwaarden van 1 juni 2007 nietig althans buiten toepassing wordt verklaard;
VI) een verklaring voor recht dat de akte huwelijkse voorwaarden, althans het echtscheidingsconvenant, voor zover is uitgegaan van koude uitsluiting zonder verreken-/vergoedingsaanspraken van de vrouw, is aan te merken als een onrechtmatige daad, althans dat de man ten koste van de vrouw ongerechtvaardigd is verrijkt;
VII) veroordeling van de man tot betaling van een in goede justitie vast te stellen bedrag in verband met de pseudo mede-eigendom van de door partijen staande huwelijk verkregen woningen, althans de woning aan de [adres een];
VIII) veroordeling van de man tot terugbetaling van een in goede justitie vast te stellen bedrag vanwege haar vergoedingsaanspraken uit hoofde van privé vermogensaanspraken van de vrouw, voor zover geïnvesteerd in de opvolgende echtelijke woningen, althans vermengd met het privé vermogen van de man en aldus buiten de verrekening tussen partijen gebleven, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van de inleidende dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
IX) veroordeling van de man mee te werken aan een onafhankelijke taxatie door een door het hof te benoemen NVM-makelaar van de woning aan de [adres een];
X) de man een bewijsopdracht te verstrekken ter vaststelling van de omvang en herkomst van de in de opvolgende echtelijke woningen geïnvesteerde gelden, waaronder ook uitdrukkelijk de omvang en herkomst van de aan de nieuwbouw van de woning [adres een] bestede gelden;
XI) de man te veroordelen zijn medewerking te verlenen aan een onafhankelijk boekenonderzoek door een door het hof te benoemen registeraccountant, teneinde vast te stellen tot welke bedragen de afgesloten hypothecaire leningen daadwerkelijk werden aangewend voor de verkrijging van de echtelijke woning aan de [adres een];
XII) de man een bewijsopdracht te verstrekken ter zake van een boekenonderzoek door een registeraccountant om vast te stellen in hoeverre de verkoopopbrengst van de op naam van de vrouw aangekochte woning werd aangewend ter verkrijging van de opvolgende, uitsluitend op naam van de man gestelde echtelijke woningen en wat de omvang is van de vergoedingsaanspraak van de vrouw jegens de man ter zake;
XIII) althans, met inachtneming van de vorderingen onder I tot en met XII, het aandeel van de vrouw in de waarde van de staande huwelijk verkregen echtelijke woningen vast te stellen, te vermeerderen met de vergoedingsaanspraak van de vrouw ter zake de netto verkoopopbrengst van de door de vrouw voor het huwelijk in eigendom verworven woning;
XIV) de man te veroordelen tot medewerking aan het berekenen/verrekenen van de vergoedingsaanspraken van de vrouw jegens [naam] Holding BV althans [naam] BV c.q. [naam] BV, alsmede tot medewerking aan het betaalbaar stellen door deze rechtspersonen van hetgeen de BV’s, op grond van de arbeidsrechtelijke aanspraken van de vrouw op basis van overeenkomsten tussen de vrouw en [naam] Holding BV en [naam] BV, verschuldigd zijn, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de man daarmee in gebreke blijft;
XV) althans de man te veroordelen tot betaling van het bedrag waarmee de man zich ex artikel 6:212 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) direct of indirect ongerechtvaardigd heeft verrijkt, althans het bedrag waarvoor de vrouw is benadeeld door de incorrecte afwikkeling van de akte huwelijkse voorwaarden d.d. 31 mei 1998 en de niet correcte afwikkeling van de arbeidsovereenkomsten van de B.V. ’s van de man als werkgever;
XVI) de man te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan de vrouw, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vanwege onrechtmatige daad;
XVII) de man te veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proces-/nakosten, alsmede te vermeerderen met eventuele incassokosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, althans de proces-/nakosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, met veroordeling van de man om al hetgeen de vrouw ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan aan haar terug te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente bij niet tijdige voldoening;
XVIII) het te wijzen arrest uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.