Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
VERDERE PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- van de zijde van stichting MEE op 16 augustus 2013 een brief van 12 augustus 2013 met bijlagen,
- van de zijde van de WSS op 17 december 2013 een brief van 16 december 2013 met bijlagen.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw E. Segaar namens de raad;
- mevrouw D. van de Wetering namens de Stichting MEE;
- mevrouw L.E. Vooijs namens de WSS.
VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
’s Heeren Loo in Monster, alwaar zij een positieve ontwikkeling doormaakt. In de afgelopen jaren is gebleken dat de langdurige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Uit de onderzoeken van de Stichting Mee en de WSS en uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de moeder vanwege haar verstandelijke beperking onvoldoende in staat om voor de minderjarige, die specifieke behoeften heeft, te zorgen. Er is geen perspectief op terugplaatsing. Hierdoor zal het uiteindelijke doel van de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, namelijk terugplaatsing bij de moeder, niet worden behaald. Het hof deelt de zorgen van de raad en de WSS. Gebleken is dat de moeder liefdevol is en veel leert met betrekking tot opvoedingsvaardigheden, maar hetgeen zij heeft geleerd, beklijft niet, althans onvoldoende om de minderjarige, die extra zorg behoeft, op te voeden en te verzorgen. Het hof acht het risico te groot dat de moeder de opvoeding en verzorging van de minderjarige niet aan kan, hetgeen niet in het belang van de minderjarige is. Verder zal een ontheffing de minderjarige duidelijkheid verschaffen over het toekomstperspectief van de minderjarige dat niet bij de moeder ligt, en tevens recht doen aan de feitelijke situatie. De minderjarige heeft belang bij duidelijkheid omtrent haar perspectief. In een geval als het onderhavige zijn de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing niet voldoende om de bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige af te wenden en is een ontheffing van het gezag noodzakelijk. Het belang van de minderjarige verzet zich daar naar het oordeel van het hof niet tegen.